De Bowler EXR S, de Vauxhall Maloo, de Ford SuperSportVan, de TG DeltaWang, de McLaren GT en een Honda-racemotor.
 
We maken niet dikwijls mee dat er een zeker gevoel van medelijden ontstaat met een groep mannen die een aantal geleende auto’s over een leeg circuit mogen gaan jagen, maar vandaag heb ik te doen met mijn collega’s. Tegelijkertijd ben ik nog nooit zo blij geweest als vandaag, terwijl mijn collega’s me dus een beetje zielig vinden. Dus nu de echte autojournalisten met hun immer geconstipeerde gelaatsuitdrukkingen discussiëren over koppelkrommes en sliphoeken, start ik de eerste van wat ter redactie bekend is komen te staan als ‘de freaks’ en rol ‘m de baan op, uit op onheil. Zeg hallo tegen het circus.
 
Het kan de oplettende toeschouwers wellicht zijn opgevallen dat de Transit wel erg grote wielen heeft en er niet helemaal standaard meer uitziet (de straffere vering kunnen ze niet visueel hebben waargenomen), en zelfs de iets minder oplettende waarnemers zullen de grote stickers en de uitlaat aan de zijkant niet zijn ontgaan. Hij dieselt nu vanuit de hangar naar de baan.
 
Maar ik geef je op een briefje dat degene die de Aventador reed met een vaartje van 150 km/u bij het ingaan van de Hammerhead, dit busje nog een poosje op z’n netvlies zal houden. Hij bleef namelijk dat verrekte busje zien, dat hele lang rechte eind achter zich. Ik zou natuurlijk graag willen beweren dat de SuperSportVan de Aventador kon bijhouden – maar eerlijk gezegd heb ik ‘m daarna niet meer teruggezien, terwijl het toch klaarlichte dag was.
 
In een Lamborghini is de Hammerhead wat makkelijker te nemen dan in een wit busje, dat kan ik je wel vertellen. Ik klampte me vast aan het stuur, want de belachelijke sportstoel waarin ik zat, gaf me niet genoeg steun, en ik was in de volle veronderstelling dat het busje zou gaan kantelen. En de nogal eigenaardige geluiden die de 3,2-liter vijfcilinder turbodiesel voortbracht als ik opschakelde, gaf me het idee dat ie op het punt van ontploffen stond.
 
Feit is dat ie achterwielaandrijving heeft, dat ie extreem veel koppel levert bij 1.500 tpm, geen differentieel heeft en zodoende vrolijk de banden laat spinnen tot ze omgezet zijn in rook. Hij heeft een standaard esp-versie. Na een rondje beginnen de elektrische zaken wat te haperen en na een paar rondjes valt er iets uit de voorwielophanging en moet de Transit terug in z’n hok. Maar mijn hemel, wat een lol kun je met ‘m hebben. Leuker kan autorijden echt niet worden.
 

 
Of toch wel. Laten we nog even blijven bij de afdeling kleine zakelijke auto’s, en overschakelen naar de Vauxhall Maloo. Dat is een pick-up die is uitgerust met een 6,2-liter V8, die 425 pk genereert. Zoals de Transit lijkt ook deze vriend geen ander praktisch doel te hebben dan te amuseren, maar na een paar rondjes ontdek ik een vreemd bijverschijnsel dat optreedt als je in de Maloo rijdt: hij kan het weer veranderen. Dat vond ik uit door alle tractiecontrole-systemen uit te zetten en het gaspedaal in te trappen halverwege een bocht.
 
Draai in, ga van het gas, er weer op en hopla, je hebt zojuist een wolk geproduceerd. Grote, dikke, witte rookwolken, die langzaam wegtrekken terwijl de grote, gele pick-up zich op het rechte eind begeeft, een geluid makend dat nog het meest doet denken aan Richard Hammond die met zijn voetjes in een overspannen hakselmachine terecht komt.
 
‘Ik ben bang dat The Stig me van achteren zal aanrijden omdat ik een mobiele chicane ben’
 
Natuurlijk kon dit niet anders eindigen dan met een spin waarbij de banden een heuse burn-out meemaken. Ik gil ‘Maloo, Malooooo!’ als een hysterische idioot, en word uitgelachen door mensen van wie ik vermoed dat ze racelicenties hebben.
 
Het is op dat moment dat ik word ingehaald door een McLaren GT-auto en een Honda-motorfiets, ieder aan een kant van me. Ik zet de achtervolging subiet in. En die strijd verlies ik. Het is tijd om eerlijk te zijn: ik kan geen motor rijden, en The Stig laat me de McLaren niet rijden, dus kan ik niet anders dan een beetje achter ze aan gaan, zonder enige hoop ze in te halen, en ze langzaam op ons kleine circuitje uit het oog verliezen.
 
De McLaren – zoals de Caterham SP – moet het hebben van downforce, niet zozeer van z’n vermogen (hij heeft minder pk’s dan de MP4-12C die op de openbare weg is toegelaten, iets wat te wijten is aan de luchtinlaat-formaten die in de racerij worden gebruikt), en hij lijkt zich pas echt lekker op z’n gemak te voelen vanaf 160 km/u. Hij lijkt te hunkeren naar bochten en neemt ze als vanzelf en uit zichzelf, zonder op de traditionele manier met een bocht in onderhandeling te gaan.
 
Hij gebruikt heel andere lijnen dan de motor, die verschroeiend snel is op de rechte einden, maar erg terugveert bij het remmen voor ie een bocht in kan gaan. Dat is een verrassing, want de gozer op de motor is de Isle of Man TT-legende John McGuinness. Goeiedag, ik zie hoe The Stig het opneemt tegen deze legende, hun hele spel is fascinerend om te volgen.
 

 
Ik zie ook toe hoe ik zelf op een ronde word gezet. Wanneer McGuinness me (opnieuw) inhaalt door de binnenbocht, duikt hij met zijn schouders en trekt aan het stuur, zodat het voorwiel van de CBR de lucht ingaat, en komt langs de Maloo op alleen z’n achterwiel.
 
Ik ben bang dat The Stig me van achteren zal aanrijden omdat ik een mobiele chicane ben. Maar opnieuw lach ik. Beiden laten ze onvoorstelbare kunstjes zien; kunstjes die alle andere chauffeurs op deze baan op hun plaats zetten. Zelfs een lokale Chinook kwam even een kijkje nemen. Denk je dat je een aardig stukje kunt sturen? Vergeet het maar.
 
In feite werd de strijd zo heet dat we besloten er nóg een verhaaltje over te maken – je leest het binnenkort op deze site.
 
‘De Bowler is knettergek. Hij geeft je het gevoel dat je de hele wereld aankunt. En dat is waarschijnlijk ook zo’
 
Er zijn nog twee voertuigen waarover ik een mening dien te ventileren, en ik moet dat rap doen. Dus gesp ik mezelf in de eerste de beste freak die ik kan vinden, en ben ineens een beetje, eh, bang. Om heel verkeerde redenen. De Nissan DeltaWing is een les in racewagen-aerodynamica, die natuurkundige wetten tart en nieuwe en interessante regels oplegt, zoals ie bewees tijdens z’n indrukwekkende debuut op Le Mans dit jaar. Maar: dit is geen Nissan DeltaWing.
 
Het is wel de TopGear DeltaWang. Hij is gemaakt door de buitengewone autobouwer Andy Saunders, van de ingewanden van een Westfield-zelfbouwauto, hij heeft een stuur dat je er in een goeie bocht naar rechts ineens af kunt trekken. Dat gebeurde The Stig bij 60 km/u. Hem leek het niet veel te kunnen schelen. Ook heeft ie een ‘experimentele’, nauwe voorwielophanging, een dik achterste en Batman-achtig glasvezel her en der. Vanaf een meter of wat gezien, is ie een opvallend eerbetoon.
 
Vanuit de bestuurdersstoel, als je met 150 km/u de Follow-Through ingaat, is ie regelrecht angstaanjagend. Mijn torso zit in de rijwind, het stuur zit er niet recht in, het voorwiel spint in de eerste binnenbocht meteen – hoewel de voorkant betrekkelijk immuun lijkt te zijn voor onderstuur – en de motor voelt alsof ie niet al te blij is met z’n 100 pk.
 
Ik word kansloos weggezet door alles en iedereen op de baan, met name de Swift Sport lijkt daar plezier in de hebben, maar de grijns lijkt wel op mijn gezicht te zijn gebakken. Wil je als coureur worden uitgedaagd? Vergeet dan de Lotus Exige S, of zelfs de BAC Mono of de Radical SL. Je hebt een auto als deze nodig, een naakte auto. Dank de Heer dat het origineel niet zo rijdt. Dan zouden er op Le Mans wel wat andere dingen zijn gebeurd.
 

 
Uiteindelijk raakt ook de lol van het rijden in de DeltaWang op, en besluit ik aan zelfbehoud te gaan doen. Nu wil ik graag iets unieks rijden, en dat treft, want de Bowler EXR S is uniek. Het is een Dakar-replica voor op de openbare weg, die een Jaguar XKR-S supercharged V8-motor heeft die 550 pk naar alle vier de wielen leidt via een 50/50-koppelsplitser en een differentieel. Het is een van de meest hardcore wegracers waarin ik ooit heb gezeten, hoewel ie wel gewoon een volwaardig interieur heeft (en ook, interessant genoeg, wellicht een 2+2-configuratie om kinderen angst aan te jagen), maar de fysieke telemetrie vertelt je dat dit een rare auto is om hard mee te rijden. Hij is echt merkwaardig, zelfs.
 
Duw op het gas en hij vliegt vooruit als door een katapult gelanceerd, de automatische bak ramt door de ratio’s en de uitlaat aan de zijkant (is het een trend?) gorgelt en spuugt. Hoewel ie een halve meter te hoog is om comfortabel te zijn, leunt ie niet echt in de bochten en een best poosje lang lijk ik alleen maar te sterven in een enorme hoeveelheid lomp onderstuur. Er is immens veel kracht en veel grip van de enorme sport-SUV-banden, maar ik kan niet echt lekker met ‘m overweg. Tot het moment, althans, dat het me niet meer kan schelen en ik de auto absurd hardhandig aanpak – ik knal ‘m de bochten in alsof ik een rallywagen op gravel rijd. Dan komt de Bowler tot leven, enigszins wiebelig bij het harde remmen, en oversturend als je de bocht uitkomt.
 
Hij is knettergek. Hij geeft je het gevoel dat je de hele wereld aankunt. En dat is waarschijnlijk ook zo. Ik blijf rondjes in ‘m rijden tot we van het circuit gestuurd worden omdat het gaat sluiten. Ik grijns. Nog steeds. En steeds harder.
 
Iedereen hier was vanochtend een beetje bang van de freaks. Ze dachten, ach, dat levert leuke foto’s op en wellicht een anekdote of twee. Maar als ik ze naast elkaar heb geparkeerd, en mannen hoor praten over g-krachten in de bochten en velgmaten, realiseer ik me dat het volstrekt zinloos is om die gebruikelijke technische data van de freaks te bespreken. Het is eenvoudigweg niet relevant. Ik heb het te druk gehad met het hebben van simpele, lekkere lol. En dat is waar de TopGear Speedweek om draait.
 
Zoals ik in het begin van dit verhaal al vertelde: vanochtend kon ik louter op meelijkwekkende blikken van mijn collega’s rekenen. Maar nu zien ze me weer, en ze bemerken dat ik een enigszins verwilderde blik in mijn ogen heb en ineens kan geen van de autojournalisten nog een reden verzinnen om me uit te lachen…

Vauxhall Maloo

 

Techniek: 6.162 cc V8, handgeschakelde zesbak, achterwielaandrijving

Power: 431 pk @ 6.000 tpm, 550 Nm @ 4.600 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 4,9 sec., top 250 km/u

Gewicht: 1.831 kg

Prijs: ca. € 50.000 ex. belastingen

 

 

TopGear DeltaWang

 

Techniek: 1.600 cc viercilinder, handgeschakelde vierbak, achterwielaandrijving

Power: 103 pk @ 6.400 tpm, 127 Nm @ 5.000 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 11,9 sec., top 148 km/u

Gewicht: 755 kg

Prijs: onbetaalbaar

 

 

Bowler EXR S

 

Techniek: 4.999 cc V8 supercharged, zestraps automaat, vierwielaandrijving

Power: 557 pk @ 6.000 tpm, 706 Nm @ 1.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 4,2 sec., top 250 km/u

Gewicht: 1.820 kg

Prijs: ca. € 155.000 ex. belastingen

 

 

Ford Transit SuperSportVan

 

Techniek: 3.199 cc vijfcilinder turbo, handgeschakelde zesbak, achterwielaandrijving

Power: 203 pk @ 3.600 tpm, 470 Nm @ 1.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in < 8 sec., top > 210 km/u

Gewicht: 1.788 kg

Prijs: ca. € 25.000 ex. belastingen

 

 

McLaren GT

 

Techniek: 3.799 cc V8 twinturbo, sequentiële zesbak, achterwielaandrijving

Power: 520 pk, 600 Nm

Prestaties: 0-100 km/u in < 4 sec., top n.b.

Gewicht: 1.235 kg

Prijs: > € 300.000

 

 

Honda CBR1000RR Fireblade

 

Techniek: 999 cc viercilinder, sequentiële zesbak, achterwielaandrijving (duh)

Power: 178 pk @ 12.000 tpm, 112 Nm @ 8.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 2,2 sec., top 320 km/u

Gewicht: 165 kg

Prijs: € 16.499 (NL) / € 14.790 (BE)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear