De Britse geschiedenis staat bol van de slimme maar uiteindelijk totaal zinloze gelegenheden waarbij de sluwe Engelsen hun middelvinger lieten zien aan die vermaledijde Duitsers, of er nou een potje voetbal werd gespeeld of Europese machtsspelletjes.

Vauxhall had zijn eigen schermutseling op de Britse Autoshow in april 1978, toen ze het doek haalden van een ultrageheim roadster-concept. Vauxhall en Duitse partner Opel waren al sinds de jaren twintig eigendom van General Motors, maar het zou tot de jaren zeventig duren voordat GM ze bij elkaar begon te gooien om het aantal modellen te beperken en wat geld te besparen.

De Vauxhall Equus was een moderne visie op Engelse roadsters

Misschien was het omdat hij graag zijn autoriteit wilde bevestigen, maar Vauxhall-baas Bob Price vond het een goed idee om eens te kijken of zijn bedrijf in staat was een wat modernere visie op auto’s als de Triumph Spitfire en MG Midget aan te bieden – populaire auto’s, die wel een beetje op hun eind liepen.

Het team had waar mogelijk Vauxhall-onderdelen gebruikt, wat de Vauxhall Equus al meteen een productierijpe indruk meegaf. Hij stond op het onderstel van de nogal afgrijselijke Panther Lima. De carrosserie van glasvezel was wel degelijk helemaal nieuw en modern, maar omdat de Lima zelf al gebaseerd was op de Vauxhall Magnum, een sedan uit midden jaren zeventig die je onmiddellijk weer mag vergeten, voldeed de Equus aan de ‘gebruik bestaande onderdelen’-eis en zou hij dus vrij eenvoudig op de weg gezet kunnen worden.

De ontwerper van de Vauxhall Equus

De Vauxhall Equus was ontworpen door Wayne Cherry, een aanstormend Amerikaans talent dat in 1975 Hoofd Design bij Vauxhall was geworden. Hij stond aan het begin van wat een glorieuze carrière bij GM zou worden, en via bijvoorbeeld de Corsa van 1993 zou doorstromen naar het vormgeven van hele series Cadillacs en Chevrolets.

De Equus gebruikte Vauxhalls kenmerkende lage neus, die populair gemaakt was door de Firenza Coupé van 1973; maar het feit dat ie er in zijn geheel zo slank uitzag, kwam vooral doordat hij geen achterklep had (je zou bagage tussen de achterstoelen door moeten wurmen), en ook geen dak. Het minimalistische interieur zal Vauxhall-/Opel-fans uit die tijd bekend voorkomen – de deuren en stoelen kwamen uit de Cavalier (bij ons bekend als de Opel Ascona), de ventilatieroosters uit de Chevette (Kadett) en de tellers uit de Royale (Senator).

Het was geen levensvatbaar idee

Hoewel ie een populaire verschijning op de Vauxhall-stand was, had de Equus zichzelf door zijn extravagante dak- en kofferbakdesign (of liever het gebrek daaraan) al meteen buitenspel gezet. Alleen het ontwerpen van een vouwdak zou al aanzienlijke investeringen hebben gevergd. Als je viel voor het ontwerp van de wielen, had je geluk: die kwamen terug op de Astra/Kadett in 1984.

De Vauxhall Equus zal de Duitsers zeker verbaasd hebben, maar zij lachten het laatst. Het was namelijk meteen de laatste conceptcar die Vauxhall ooit presenteerde. Dat wil zeggen: tot 25 jaar later, toen ze in 2003 met de VX Lightning kwamen, een roadster-concept gebaseerd op een gedeeld GM-platform. Die had een mooie opvolger kunnen worden van de VX220 Roadster. Helaas: voor Vauxhall werd het niks, terwijl de Duitsers hem in productie namen als de Opel GT. Werd het toch nog 1-1…

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)