Waarom er een Volkswagen Up GTI met 200 pk moet komen

Zet de nieuwe Volkswagen Up GTI (115 pk) naast de oer-GTI en je hebt een spannende wedstrijd. In de tijden dat alles groter, lomper en sneller wordt, zijn deze ouderwetse specificaties een welkome afwisseling. Old school fun, zullen we maar zeggen.

Nou, einde artikel. Toch?

Wacht nou eens even. Er is een plek voor de Volkswagen Up GTI zoals hij nu is. Een sterkere versie zou eigenlijk een R-badge moeten krijgen, maar vaak gaat dat gepaard met vierwielaandrijving, opzichtige bodykits en giga-velgen. Het enige wat wij willen is 200 pk.

Waarom dan?

Omdat de Abarth ook een concurrent nodig heeft. En dat niet alleen. Door zijn kleine formaat en gebrek aan gewicht, biedt de Up je op papier de meeste pret. Het duurt nu 9 seconden voordat de Up GTI op de 100 km/u zit. Ja, het is vlotjes, maar net even te conservatief. Pretpunten aftrek, dus.

Authentieke hot hatchbacks horen knotsgek te zijn. Als een kitten met de klauwen van een volwassen leeuw. Schattig en leuk. Tot je hem verkeerd aait. Abarth begrijpt dat en verzadigt zijn modellen met vermogen. Als Volkswagen een Up bouwt die in ongeveer 6 seconden naar 100 km/u schiet (met een topsnelheid net boven de 200 km/u), hebben ze zonder twijfel de leukste kleine auto sinds tijden in handen.

Waarom doen ze dat niet?

Twee redenen. Eén: dan wordt de Up te duur. Bijna niemand gaat 25.000 euro uitgeven aan een Up. En als ze dat wel doen, komen we bij reden twee: interne concurrentie. Als de Up GTI met 200 pk de leukste hot hatch is. Wie koopt er dan nog een Polo GTI?

Dus, wat nu?

Hopelijk voelt een knotsgekke tuner zich geroepen na dit bericht. De nieuwe 1.5 TSI volstaat ongetwijfeld als geschikte krachtbron. Maar hé: als de tuner-in-nood een 2.0 TSi wil gebruiken, klagen wij ook niet. Al zal de Volkswagen Up GTI met 200 er wel bijzonder listig van worden van al dat gewicht in de neus. Aan de andere kant: over een Peugeot 205 Gti klaagt ook niemand.