Vraag mensen naar de lelijkste auto aller tijd en de kans is dan groot dat ze zullen zeggen: de Fiat Multipla. Natuurlijk zullen er kenners zijn die de Pontiac Aztec of SsangYong Rodius nomineren. De ‘Fiat Multivlaai’ is een wagen die iedereen wel kent – ook al heeft diegene niets met auto’s – en dat is knap. Maar waarom is de Multipla eigenlijk zo lelijk? Want ook bij Fiat moesten ze doorhebben dat het geen natuurlijke schoonheid was. Ze hebben daar toch ook triviale organen als ogen? We zoeken het uit.

Daarvoor gaan we terug naar de jaren 90. Renault maakte furore met MPV’s als de Espace en later de iets kleinere Scénic. Die laatste was een commercieel mega-succes. Veel concurrerende merken volgden met bijna identieke kopieën van die auto. Fiat pakte het iets anders aan. De ontwerpers kregen een aanzienlijk zwaardere taak. De midi-MPV van Fiat moest ruimer, maar niet groter dan de concurrentie zijn. En het moest een zespersoons auto worden, om zich zo echt van een hatchback te onderscheiden. 

Nieuw concept op een oud platform

Bij Fiat mocht een jonge Roberto Giolioto aan de slag. Zijn visie voor een auto was iets anders: hij wist innovatieve ontwerpen te maken op bestaande techniek. Dat laatste was enorm belangrijk, want er was geen budget voor een compleet nieuwe auto met nieuwe bodemsectie en nieuwe motoren. De basis was het C1-platform, waar veel Alfa’s, Fiats en Lancia’s op stonden. De Multipla was dan alleen ietsje korter, maar wel aanzienlijk breder en hoger. 

Fiat Multipla (186) rood (1998) zijkant rechts schuin voor

De rest van de vormgeving was ook raar, zoals die rechte en lage ruiten. Die ruiten waren recht, zodat je voldoende schouderruimte had om met drie volwassenen vóór en achter te zitten. Er was ook voldoende hoofdruimte. Het design was dus vooral een kwestie van vorm volgt functie. Maar waar komt dan die gekke bobbel vandaan? Het was een knipoog naar een eerder concept, maar ook en manier om te zorgen dat je beter als bestuurder kon zien waar de neus eindigde, iets wat bij alle midi-MPV’s niet het geval was. 

De Fiat Multipla was lelijk, maar heel erg briljant

Dus ondanks dat gekke uiterlijk, was de Multipla uitermate briljant. Want naast 6 personen kon je ook nog 400 liter bagageruimte meenemen. Daarnaast kon er een grote dakkoffer op en een flinke caravan achter. De motoren waren niet bijzonder (1.6 of 1.9 JTD, beide met iets meer dan 100 pk), maar dankzij die breedte lag de Multipla waanzinnig goed op de weg. Het was verreweg de best sturende auto in zijn klasse. Daarbij was ie niet eens heel erg duur, maar het mocht allemaal niet baten. 

Fiat Multipla (186) blauw (1998) zijkant blauw met de mensen en inhoud ernaast

De Multipla verkocht nog niet eens zo heel erg slecht, maar het kwam niet in de buurt van de conservatief vormgegeven Scénic. Daarom besloot Fiat om toch maar de auto rigoureus op te frissen. De koplampen kwamen van een Fiat Idea (een kleinere MPV) en de neus was nu één geheel. Voordeel: het zag er veel beter uit. Nadeel: je zag de neus dus niet bij inparkeren. En ondanks dat die gekke neus was aangepakt, bleven de rest van de proporties gelijk. 

Fiat Multipla (186) groen (2004) zijkant links schuin achter klep open

Lees ook: De interessante reden waarom er nu ineens nog één gloednieuwe Fiat Multipla verkocht is

De Fiat Multipla was lelijk. Ja, absoluut. Maar dat is het punt niet, want er zat logica achter. Dat geldt ook voor dat dashboard. Die pook zat hoog, maar dat is eigenlijk heel prettig (en daardoor kon de passagier in het midden de benen goed kwijt). Veel MPV’s in deze klasse kon je met zeven zitplaatsen bestellen, maar dat was echt voor twee kleine kinderen, terwijl je in de Multipla met zes volwassenen op pad kon. In dat licht bezien is het een briljante auto. Lelijk, maar briljant. Zelfs Michael Schumacher vond dat:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *