Bestaat de M2 alleen omdat de 1M een succes was?
Ja. Zo simpel kan het zijn. De 1M markeerde de geboorte van de kleine BMW M-auto. Kun je nagaan: fysiek was hij groter dan de klassieke E30 M3, maar hij creëerde wel een bestaansrecht voor iets ónder de beroemdste badge van BMW. En hij was, in de beste traditie van dit soort dingen, het resultaat van de inspanningen van een klein team buiten werktijd.
Oké, hij had een duidelijker doel dan de Z3 M Coupé die vijftien jaar eerder was gekomen, maar het was nog steeds een samenraapsel van wat er in de BMW-magazijnen te vinden was. De achterwielophanging, het differentieel en de remmen kwamen van de E92 M3, de 3,0-liter twin-turbo zes-in-lijn lag ook in de Z4 sDrive35. Hij kwam in juni 2011 op de markt en er werden er maar 6.300 gemaakt.
Waardoor werd ie zo’n legende?
Eén woord: onstuimigheid. Hij was klein, gemeen en lichtgeraakt en zodoende een echte vechtersbaas. Minpunten had ie ook: zijn zitpositie was te hoog, de pook zat net iets te ver weg en het interieur leek wel heel erg op dat van een standaard 1-serie.
Maar die uitgebouwde wielkasten gaven hem een geweldig voorkomen en zijn rauwheid maakte integraal deel uit van zijn charme. De ophanging wiebelde en stuiterde meer dan ideaal was: dit was zo’n auto die zijn bestuurder nooit liet vergeten dat ie achter het stuur van een rauwdouwer zat.
Kun je dat ook zeggen van de meest recente M2?
BMW heeft iets uitzonderlijk goed gedaan: deze auto voelt aan en gedraagt zich als een 1M, terwijl hij er onderhuids zo goed als niets mee te maken heeft. Hij heeft in feite veel meer gemeen met een M3, maar dan met een kortere wielbasis en een teruggetunede motor. Dat betekent wel dat ie groter is geworden.
Het is vooral de breedte die je merkt als je net uit de 1M komt (het scheelt ruim 80 millimeter); hij neemt meer ruimte op de weg in beslag. Maar BMW heeft hem reuze energiek laten aanvoelen – hij stuurt scherp in en heeft een vrij zacht afgestelde achteras, dus hij duikt als een gek van bocht naar bocht en je kunt voelen dat de achterkant best om wil komen. Hij is érg leuk.
Maar voor z’n uiterlijk hoef je het niet te doen, toch?
Neuh, dit is weer zo’n BMW met een ‘uitdagend’ uiterlijk. De nogal vierkante dorpels en bumpers wekken de indruk dat de mallen zijn blijven zitten. Daarbij is hij met een prijs van 121.484 euro (76.100 in België) bijzonder duur, en als je de handbak wilt in plaats van de achttraps automaat ben je nog eens 6 mille extra kwijt. Slechts 10 procent van de kopers gaat daarvoor, en dus heeft BMW al aangekondigd dat dit de laatste M-auto met handbak ooit zal zijn.
Wat ben je tegenwoordig kwijt voor een 1M?
Denk gerust aan een bedrag ten noorden van de 50k, en exemplaren met lage kilometerstanden gooien daar zomaar 20k bovenop. Dat betekent dat hij in de afgelopen twaalf jaar in waarde is gestegen. Dat ligt vooral aan twee dingen: zijn legendarische status en de beperkte verkrijgbaarheid.
Bij de M2’s die volgden, is dat niet het geval. De vorige generatie was zelfs de populairste M-auto ooit. Er werden er meer dan 60.000 van verkocht, en dus kun je ze voor aanzienlijk minder oppikken: in de buurt van de helft van het bedrag dat je voor een 1M kwijt bent. Dat zijn dan ook de auto’s die je moet hebben.
Reacties