


De M340i presteert (en heeft een prijskaartje) op het niveau van M3’s van voorheen
Het zou toch een trieste gebeurtenis zijn als BMW op een dag de 3-serie zou verpesten. Gelukkig is die dag nog niet gekomen. Deze mid-life opfrisser voor de G20-generatie vertaalt zich vooral in veel meer digitalisering en touchscreen-toestanden, maar laat de auto verder in grote lijnen met rust.
Even babbelen met de team dat zich bij de 3-serie met de dynamiek bezighoudt leverde een moment van opmerkelijke eerlijkheid op. Ze realiseerden zich dat ze al aan de top van de klasse stonden qua rijgedrag, dus dat ze daar niks mee gingen doen. Het vergt best moed voor een ingenieur om toe te geven dat wat rommelen aan een project volstrekt overbodig zou zijn. En dus rijdt deze auto zo briljant als hij altijd al deed.
De besturing is zo goed als een gewoon, voor massaproductie bedoeld elektronisch systeem maar kan worden en er zit nog steeds een heerlijk gevoel voor humor ingebakken in het onderstel. Ga voor een wat sterkere motorisering, geef de stabiliteitscontrole iets meer vrijheid en de lol die altijd aan de basis van de 3-serie heeft gestaan, komt vanzelf naar boven gebubbeld.
De 3-serie blijft leverbaar met een riante keuze aan motoren. Je kunt een plug-in hybride krijgen, maar echt essentieel is die niet. De zescilinder M340i blijft de belichaming van de moderne sportsedan, terwijl een 320d Touring zich met volmaakt gemak in je leven zal nestelen. Lang verhaal kort: er bestaat geen verkeerde keuze als je voor een 3-serie gaat.
De M340i is echter wel dé smaakmaker. Hij heeft een 48-volt mild-hybride systeem voor een extra laagje beleefdheid in de stad en xDrive-vierwielaandrijving is standaard. De rode lijn op de toerenteller ligt bij 7.000 en oh, wat klinkt hij dan prachtig.
Een centraal differentieel onder elektronisch toezicht is zo geprogrammeerd dat het de achterwielen kan voorzien van alle power die ze aankunnen. En nog wel meer ook, als het brein tenminste ziet dat je stuurbewegingen daarbij adequaat zijn. Je mag dus de idioot uithangen, maar hij zal je ook tegen je eigen stupiditeit beschermen. Het is een beest van een allrounder.
Het interieur is mooi en ruim – daaraan verandert een facelift zelden iets – en veel mate-rialen zijn weer wat bijgespijkerd. Nieuwere generaties BMW’s kun je ook met ‘veganistisch leer’ krijgen, maar aan dat soort transformaties is de 3-serie nog niet toe.
Een achttraps automaat is over de hele linie standaard, en daarvoor moet je nu een tuimelschakelaar gebruiken in plaats van een eigenaardig gevormde knop. Dit maakt het net iets lastiger om de transmissie in zijn handmatige modus te zetten, maar bij normaal dagelijks gebruik zal dit niet snel een probleem vormen.
De korte sensatie van doe-het-zelfcontrole die een subtiel rukje aan een schakelflipper oplevert, zal voor de meeste gebruikers meer dan genoeg zijn. De M340i presteert (en heeft een prijskaartje) op het niveau van M3’s van voorheen.
Je zult er als dagelijkse partner immens veel genoegen aan beleven, als je je tenminste over die 88.113 euro (73 mille in België) heen kunt zetten. Een liter of 8 per 100 kilometer moet mogelijk zijn en compenseert wellicht enigszins. Als je liever een Touring wilt: die kost zo’n 1.700 euro meer. Wie heeft er nog een SUV nodig?
Reacties