Citroën ë-C4 Shine

Kijk maar even goed. Wat is het? Ha, fout! Oh, je zei auto. Klopt, dit is nog wel een auto, maar wat het niet is, is een crossover (of een SUV, net wat je wilt). Al snappen ze bij Citroën best de verwarring. De nieuwe C4 is volgens zijn maker een hatchback en moet een directe concurrent zijn van bijvoorbeeld de Volkswagen Golf of de Ford Focus, de verticaal uitgedaagde deelnemers in het c-segment dus. Nu hoeft een auto niet uit de Hatchback-streek te komen om een hatchback genoemd te worden, dus Citroën komt daar prima mee weg. Overigens komt Citroën ook nog met een ‘geen auto’, de Ami One. Het kleine elektrokarretje is volgens het merk namelijk een ‘visie op mobiliteit’. Kleur ontkennen is de nieuwe trend binnen autobouwers, ingezet door Rolls-Royce die beweert dat de Cullinan ook al geen SUV is.

Goed, de nieuwe Citroën C4 dus. We rijden ‘m hier als volledige elektrische Citroën ë-C4. Nog zo’n belangrijke nuance, want het is geen elektrische auto – het is een c-segmenter die óók als elektrische auto te koop is. Waar iedereen het in ieder geval over eens is, is dat het een bijzonder ding is om te zien. De lijn van het dak en de vorm van de koplampen doen met weinig fantasie denken aan de Citroën GS uit de jaren zeventig. De dubbele chevron in de grille loopt uit naar de zijkanten, waar ze in een V-lijn de koplampen vormen. Wen er maar aan, want zo gaan alle Citroëns er vanaf nu ongeveer uitzien.

Geen Cactus meer

De nieuwe C4 is de directe opvolger van de bestaande C4 Cactus, die tevens de stekelige naam het graf in zal dragen. Gewoon C4 is nu de naam, al blijft er nog een beetje ‘airbump’ plakken aan de onderzijde van de deur. De volledig elektrische ë-C4 verschilt visueel nauwelijks van de benzineversie. Alleen de uitlaten ontbreken.

De Citroën ë-C4 deelt de elektrische aandrijflijn met zijn broertjes van het PSA-concern. De 50-kWh batterij en de 136 pk sterke elektromotor liggen ook in de Peugeot e-20(0)8 en de Opel Corsa-e. Overigens rijdt hij met 350 kilometer actieradius (WLTP) het verst van de evenknieën; dat heeft te maken met die vreemde achterspoiler, een vlakke bodem, zuinige banden en aerodynamische velgen. Toch is het niet exact dezelfde auto met een gladder en polariserender uiterlijk.

Meer comfort voor de Citroën ë-C4

Het grote verschil met de andere telgen uit de PSA-familie is de ophanging. Citroën monteerde de speciale dempers met daarin een setje extra hydraulische kussentjes, die progressiever zouden in- en uitveren. Een uitvinding uit de rallysport. Het doel? Comfort. En dat is verfrissend. Citroën spreekt over een vliegend tapijt, maar dat is wat overdreven. Toch: eindelijk een fabrikant die snapt dat hogere auto’s net zo weinig behoefte hebben aan sportief weggedrag als de rollator van je oma.

Om het je extra gerieflijk te maken, monteren ze een extra schuimlaag van 15 millimeter in de stoelen. Klinkt als niet veel, maar gevoelsmatig zak je er net zo ver in weg als in een uitgeleefde kringloopbank. Lekker, dus. Net als het hele rijden in de ë-C4. De stille en lineaire elektromotor vult het veercomfort perfect aan waardoor rijden een heel aangename bezigheid is. Zelden voelen we zo weinig behoefte om te kijken of de auto ‘nog een beetje snel is’. Het werkt net zo onthaastend als een dagje aan C, eh, zee.

De wielbasis van de Citroën ë-C4

Daarnaast is zijn wielbasis de grootste van het stel. Met 2.670 millimeter staan de wielen verder uit elkaar dan de beoogde concurrenten in het c-segment, maar net weer wat minder dan bijvoorbeeld een Volvo XC40. De redelijk bemeten wielbasis zorgt ervoor dat twee volwassenen prima achter elkaar kunnen zitten. Niet languit, maar prima. Bovendien zijn de achterkanten van de voorstoelen zacht, dus zelfs als je knieën NBA-ambities hebben, is het uit te houden.

Waar Citroën met de C4 Cactus als één van de eerste automerken de fysieke knoppen in de ban deed, brengen ze ze nu weer terug. De temperatuur laat zich weer bedienen met draaiknoppen, zoals het hoort. Vreemd dan eigenlijk dat de temperatuur permanent en vrij prominent in beeld staat aan weerskanten van het scherm. Als je er op tikt, kun je hem daar ook instellen – maar deze ruimte had ook mooi gebruikt kunnen worden voor informatie over, we noemen maar een dwarsstraat, de muziek naast het navigeren. Het navigatiesysteem zelf werkt intuïtief en is overzichtelijk, maar had ietsje sneller gemogen. En bij werkelijk elk viaduct, hoe klein ook, verspringt het scherm naar de nachtmodus. Dat is op zich niet zo’n probleem, maar dat doet het scherm door eerst een fractie van een seconde op wit te springen. Je krijgt dus eerst een flits, voordat je het donker in gaat.

iPad op het dashboard

Handig of compleet zonde van de ruimte (doorhalen wat niet van toepassing is) is een speciale lade in het dashboard van de Citroën ë-C4 voor de passagier. Hierin is precies plek voor een tablet, en Citroën is dan zo aardig om er een speciale hoes bij te leveren die in het dashboard klikt. Een speciaal filter zorgt ervoor dat de bestuurder niets ziet op het tabletscherm; die wordt derhalve niet afgeleid. Overigens is de lade voor de tablet geen kluis, dus vergeet het ding niet mee te nemen als je de auto verlaat.

Verder is het interieur van de Citroën ë-C4 prima afgewerkt, op het dashboard zit een geestig chevron-patroontje en het bescheiden schermpje achter het stuur is zelfs voorzien van een soort ambilight. De geïntegreerde achterspoiler en de aflopende daklijn brengen het zicht door de achterruit in de verdrukking, waardoor het uitzicht door de binnenspiegel net aan oké is. Op de een of andere manier is het gaspedaal wat aan de kleine kant, wat misschien een Sonja Bakker-achtige manier van energiebesparing is (met een kleiner bord schep je immers minder op), maar in de praktijk trap je er soms weleens naast, zelfs met schoenmaat 46. En als we écht even mogen zeuren: lichtelijk irritant dat het aan/uit-tekentje op de volumeknop nooit precies naar boven wijst, hoe je hem ook draait.

Moet je je hier uiteindelijk echt iets van aantrekken? Uiteraard niet. De Citroën ë-C4 is een bijzonder comfortabele en bijna rustgevende hatchback die best een eindje komt op zijn acculading. En als je het uiterlijk niets vindt, kun je nog bij Opel, DS of Peugeot terecht. Let wel: die rijden nipt minder ver, maar dan mag je de kinderen wel vóór de school afzetten, in plaats van een straat verder.

Specificaties Citroën ë-C4 Shine (2021)