Het zou best eens kunnen zijn dat de jongste spruit van Renault Sport een wetenschappelijk experiment is. De Twingo RS lijkt te spotten met natuurwetten.
 
Knap hoor, wat wetenschappers in Zwitserland uitspoken. In een gigantische tunnel proberen ze protonen met de snelheid van het licht op elkaar af te laten knallen. Ze willen God en het heelal ontdekken en mensen die niets van wetenschap begrijpen bang maken.
 
In een geheime bunker ergens in Frankrijk is een ander stel knappe koppen bezig met spannende natuurkundige en scheikundige proefjes. Zij creëren niet een miniheelal, maar een minibommetje op wielen. Nee, geen neutronenbom, maar een anabolenbom. De Twingo RenaultSport is een geslaagd experiment.
 
Het is natuurlijk een kunstje dat deze mensen goed in de vingers hebben. Gewapend met een enorme berg croissants en een batterij moersleutels togen ze aan het werk op zoek naar de exacte benadering van de perfecte auto. Uit hun reageerbuisjes kropen al de Clio Renault Sport, de Megane R26 en zijn lichtgewicht broertje, de R26R. Ook knap: de Laguna GT met z’n vierwielbesturing is een brouwsel van deze afdeling. Wat daar knap aan is? Het is de enige reden dat die auto een beetje begeerlijk is. Auto-ontwerpers en nucleaire wetenschappers liggen niet zoveel uit elkaar.
 
Het werd hoog tijd dat de Twingo in de deeltjesversneller van RenaultSport kwam te staan. Immers, van dit knappe wagentje wilden we maar al te graag een hot hatch-versie. De voortekenen zijn goed. De stadsauto staat op hetzelfde onderstel als de vorige generatie Clio, inderdaad dezelfde Clio die in verschillende zeer aantrekkelijke RS-versies leverbaar was. De V6 met z’n middenmotor laten we maar even buiten beschouwing. De ophanging is uitstekend geschikt om een hot hatch op te bouwen.
 
Terug naar de Twingo RS. Mijn testtraject was een smal, bochtig hobbelpaadje door de bergen. Als je die afschuwelijke stickers even wegdenkt, ziet de auto er goed uit. De 17-inch lichtmetalen velgen maken een enorm verschil, de opgedikte wielkasten evenzeer. Ze zitten er niet voor de show. De spoorbreedte van de RS is zo’n zes centimeter breder dan die van de standaardversies.
 
De zichtbare aanpassingen zijn niet exclusief aan het uiterlijk voorbehouden. In het interieur is Renault zich te buiten gegaan aan het ontwerpen van Mini-achtige frutsels waarmee je je Twingo RS een persoonlijk tintje kunt geven. De aluminium pookknop is nog tot daar aan toe, maar wat te denken van een sleutelbehuizing in carrosseriekleur en pedaaltjes met daarop de bekende ‘Stop’, Pause’ en ‘Play’-iconen in PlayStation-stijl. Net even iets too much misschien. De nieuwe kuipstoelen zijn wel erg welkom.
 
Als je in de Twingo RS plaatsneemt, heb je niet meteen het idee dat je ín de auto zit. Je zit dan wel lager dan in de huis-tuin-en-keuken-Twingo, maar nog steeds heb je het gevoel op de bok te zitten. Niet onoverkomelijk, maar perfect is anders. Het zij zo. Hij klinkt tenminste goed, zeggen ze. Voordat de sleutels worden uitgedeeld, vertellen de Renault-ingenieurs eindeloos hoe lang ze bezig zijn geweest de Twingo RS een fatsoenlijk motorgeluid mee te geven. Ik heb het aantal keren dat het werd gezegd niet geturfd, maar ‘spruitstuk’ was het woord van de dag.
 
Toen ik de sleutel eindelijk in het contact kon steken en wilde omdraaien, verwachtte ik een kakofonie van gepruttel en gegrom. Maar niets hoor. Zoals de RenaultSport-mensen al met de Clio RS lieten zien, hebben ze een voorkeur voor de hoogtoerigheid en elasticiteit van een turboloze viercilinder. De gepeperde Twingo heeft een 1,6-liter meegekregen die flink onderhanden werd genomen. Hij levert 133 pk bij een indrukwekkend hoog toerental van 6.750 tpm. Hij klinkt volwassen, en scherp en wat schreeuwerig wanneer de toerenbegrenzer in beeld komt. Het is eerder een viercilinder die piept in doodsnood dan en een duivelse lach van een hot hatch.
 
Wat zou het? We zijn nu op weg, slingerend door donkere bossen en verlaten dorpjes. Kom op Twingootje, laat eens zien wat je kunt.
 
De testauto had het optionele Cup-onderstel, dat nog eens vier mm lager is dan de standaard RS (die op zijn beurt weer tien mm lager bij de grond ligt dan de standaard Twingo), bovendien zijn de veren en dempers een gaatje strakker gezet en zijn de voorgenoemde 17-inch wielen standaard in dit pakket. Het resultaat is een auto die heel – je verwachtte het al – plat aanvoelt. Plat kan immers ook heel goed zijn. Hij helt niet over, draait niet om de lengteas en geeft je het gevoel dat het zwaartepunt bijna onder het asfalt ligt. Karters begrijpen dat.
 
Dan die grip, die enorme hoeveelheid grip. Wanneer de weg iets versmalt en heuvelachtiger wordt, provoceer ik de Twingo. Eens kijken of hij gekke dingen doet, zoals een stapje opzij.
 
Niets hoor, hij vertikt het om zijn kont om te gooien of zijn neus ongecontroleerd rechtdoor te steken in blinde bochten. Geen gillende banden, geen onderstuur, alleen maar grip. Het klinkt wat gek, maar misschien is er wel teveel grip. Je moet krankzinnig hard rijden om de banden los te weken van het asfalt. Maakt dat het standaard RS-onderstel een betere optie? Misschien.
 
Mijn ritje in die andere variant brengt geen uitkomst. Hij rijdt comfortabeler en soepeler. Bedenk je wel: de Twingo heeft een korte wielbasis en met een straf onderstel kan het binnen dan flink rammelen. Het is een lastige keuze. Neem je geen Cup, dan heb je die prachtige 17-inch velgen niet, neem je het wel dan stuiter je van elk knikkergaatje in de weg al uit je stoel. Ga je met je Twingo spelen op het circuit, dan moet je sowieso de Cup nemen.
 
Welke je ook kiest, de RS moet met een loden voet gereden worden. Niet omdat hij aan de weg kleeft, maar omdat de motor zonder turbo flink op toeren moet zijn om voldoende vaart te maken. Hij zweept je met een gigantische herrie op om de laatste lijn van de toerenteller op te zoeken. Wanneer bij 7.000 tpm de toerenbegrenzer ingrijpt, gaat een groen lichtje branden. Nee, geen rood alarmlicht dat je aanspoort om op te schakelen, maar een groen lampje dat wil zeggen: ‘Goed gedaan, jochie!’ En juist in dat groene lichtje schuilt de essentie van RenaultSport. De Twingo RS is een perfecte exponent van die filosofie. Alle kennis van RenaultSport verpakt in een klein doosje op wielen.
 
Terug op de basis stap ik uit in een geurende melange van heet rubber en smeulende remmen. Een mannetje van RenaultSport komt toegesneld en vraagt: ‘Heb je de esp uitgeschakeld?’ Nee, kan dat dan? Het was nu al lastig genoeg om het controlelampje van het veiligheidssysteem op te laten lichten. ‘Je kunt het uitzetten en met uit bedoel ik ook uit. Helemaal.’ Daarom houd ik van deze mannen. Meesters in het uitvinden van hot hatches in combinatie met een totaal gebrek aan gevoel voor persoonlijke veiligheid. Het is maar goed dat deze mensen niet in Zwitserland aan het experimenteren zijn.
 

 

Reacties