Je weet dat als je een nieuwe game installeert, je gevraagd zal worden naar het niveau waarop je wilt beginnen. Heb je de hele voorgestelde racelijn nodig, alle tractiecontrole en remhulp zodat je je niet meteen, bij elke gelegenheid in elke virtuele muur zult boren? Oké, dit is het moment om toe te geven dat je elke keer je eigen vaardigheden overschat en na een paar bochten schaamtevol de instellingen moet bijstellen, om hier en daar toch maar wat hulpjes in te schakelen. We snappen het. Wij doen precies hetzelfde.

Hier is echter van dat alles geen sprake. Niet alleen omdat de barrières op de Gotlandring heel, heel erg echt zijn en zich bijzonder dicht bij de randen van het circuit bevinden, zeker op het verraderlijke oude deel van deze baan. Nee, ik ga dit goed doen en mezelf gestaag omhoogwerken op de Ladder van Listigheid, netjes stap voor stap.

Toyota GR86, Lotus Emira en McLaren Artura rijdend achterkant

Onze drie levels zijn tot leven gekomen in de vorm van de Toyota GR86 (Beginners), de Lotus Emira I4 (Gevorderden) en de McLaren Artura (Specialisten). Met vermogens van respectievelijk 235, 364 en 680 pk vertegenwoordigt elke deelnemer een behoorlijk stap omhoog ten opzichte van zijn voorganger. Helaas geldt dat ook voor de prijskaartjes.

De prijzen van de Toyota GR86, Lotus Emira en McLaren Artura

De Toyota is de prijspakker, met 70.695 euro (34.600 euro in België, en ja, noteer vooral ook even dat verschil). De Emira is met zijn Mercedes-motor nogal wat duurder dan we hadden verwacht (115.009 euro in Nederland, 97.625 euro bij onze zuiderburen), zeker omdat de onze een First Edition is met toegevoegd Black Pack. De plug-in hybride Artura begint bij 235.500 euro (1.500 euro minder in België) maar deze mikt er met de gemonteerde extra’s nog eens 35k bij. Au.

Goed, we beginnen bij het begin. Je kent het verhaal van de GR86 inmiddels: hij is het tweede kind van het huwelijk tussen Toyota en Subaru, na de briljante maar vermogen en koppel tekortkomende GT86. Toyota liet ons wachten op haar terugkeer naar de wereld der achterwielaangedreven sportauto’s en beperkte vervolgens het aantal GR’s toen ie eindelijk arriveerde. Maar als je er een kunt krijgen, heb je waarschijnlijk de ultieme sportauto voor beginners.

Wat maakt de GR86 hem de beste sportauto voor starters?

De power (35 pk meer dan je in de oude GT86 kreeg) komt van een natuurlijk ademende 2,4-liter viercilinder boxermotor en wordt via een handgeschakeld zesbak naar de achterwielen gestuurd. Best wel retro, maar daar wordt ie alleen maar beter van. Een sprintje naar 100 km/u duurt 6,3 seconden, wat zeker niet supersnel is, maar dat betekent ook dat je tijd hebt om aan je lijnen te werken, aan je voetenwerk en aan je excuses als newbie-coureur. In essentie is het een perfect stuk gereedschap om mee te oefenen.

Toyota GR86 rijdend schuin voor

Minpunten? Nou, afgezien van het feit dat je hem nauwelijks kunt krijgen, is het interieur nog altijd een verzameling goedkope plasticsoorten en schermen met Sega Mega Drive-graphics. Aan de andere kant: je krijgt tenminste nog voldoende normale knoppen en alles zit zo’n beetje waar je het verwacht. De GR86 ziet er in dit gezelschap echter wel heel gewoontjes uit.

Level 2 is al een stukje duurder, maar dat is te verantwoorden

Als we het dan toch over uiterlijk hebben: wat komt die Lotus Emira kostbaar over. Dat mag ook wel, zeker gezien zijn pittige prijs, maar zeker in het echt is het een fantastisch ding om naar te kijken. Die houding die alleen een auto met middenmotor kan hebben, dat dak in een afwijkende kleur, die artistieke zijspiegels.

Het interieur voelt ook imposant rijk aan, met veel alcantara, echt metaal en wat simpele graphics in zwart-wit op het 10,25-inch touchscreen. Het is dan weer jammer dat het stuur een stompzinnige vorm heeft, de stoelen te slap zijn en de ‘versnellingspook’ een nachtmerrie is om te bedienen.

Toch, met de 2,0-liter viercilinder M139 turbomotor uit de AMG A-klasse en een achttraps automaat met dubbele koppeling heeft onze gevorderdenauto de aandrijflijn van een baby-supercar. Hij is 12 kilo lichter dan de V6 met handbak en een 0-naar-100’je zit er binnen 4,4 seconden op. Over de top van 275 km/u zal niemand wat te klagen hebben en de soundtrack wordt ondersteund door wat heerlijk gehuil van de turbo.

Lotus Emira interieur

De hydraulische besturing is veel scherper en geeft meer feedback dan die van de Toyota, hij heeft enorm veel grip en een elektronisch differentieel op de achteras helpt hem om veel grotere snelheden door bochten mee te nemen. De I4 heeft baat bij de wat steviger instellingen van het sportonderstel. Hoewel hij minder power heeft dan de V6, is de viercilinder dichter tegen het midden van de auto gemonteerd, waardoor zijn bewegingen net iets directer zijn.

En wat is het dan spijtig dat de motor niet zo krankjorem is als in de A 45 S, waar hij elke zenuw aanspant om er 421 pk uit te persen en hij eerder een dwangbuis nodig heeft dan motorsteunen. In zijn viercilindervorm ben je de Emira in dit gezelschap zo vergeten. Het fantastische onderstel wordt in de steek gelaten door een motor die vreemd genoeg karakter en bite tekortkomt.

De specificaties van het hoogste level, de McLaren Artura

Voor wie op zoek is naar directheid, is de Artura het eindstation. Ondanks zijn combinatie van een 3,0-liter V6 met twee turbo’s, een elektromotor, een accupakket van 7,8 kWh en adaptieve dempers weegt de plug-in hybride McLaren maar 1.498 kilo, met vloeistoffen en brandstof en al – nog geen 100 kilo meer dan de Emira.

McLaren Artura rijdend zijkant

Dat is grotendeels te danken aan die flitsende koolstofvezel kuip, natuurlijk. Combineer dat dan nog eens met 680 pk en 720 Nm, en je begrijpt dat het de Artura niet aan gevoel voor urgentie ontbreekt. Daarbij: omdat de elektromotor de gaatjes opvult die de turbo af en toe laat vallen, is er continu veel kracht voorhanden.

Nieuwe motor, maar hetzelfde McLaren-gevoel

De aandrijflijn mag voor McLaren dan new age zijn, de hydraulische besturing is overbekend terrein. Hij laat je precies weten wat er allemaal gebeurt, wat – in combinatie met gigantisch veel grip – bakken vertrouwen geeft, zelfs als je denkt dat je misschien een beetje boven je niveau aan het spelen bent in die bijna 700 pk sterke, achterwielaangedreven supercar.

De mensen in Woking hebben besloten helemaal geen regeneratieve remtoestanden toe te passen, en de standaard koolstofkeramische schijven zijn oppermachtig op het circuit. De achttraps automaat schakelt met de snelheid van zweepslagen, zoals je zou verwachten, en het elektronische differentieel helpt de Artura aan een verrassend vriendelijk karakter. Sterker: de belangrijkste les van deze wat eigenaardig samengestelde test is dat de McLaren het best in staat is om zowel beginners als gevorderden en specialisten tevreden te stellen.

De Artura is eigenlijk ieder level in één auto

Hij reikt je graag de helpende hand. Je hebt de beschikking over verschillende modi voor het onderstel en de aandrijflijn om jezelf geleidelijk naar het volgende level te tillen, plus een aparte Dynamic-modus voor het ESP die iets meer speelruimte toestaat, terwijl de elektronische verzekeringspolis nog altijd van kracht is. Met die modus geactiveerd kun je nog weer kiezen uit een aantal Drift Control-instellingen, waarbij je kunt bepalen hoe groot de drifthoek maximaal mag zijn. En als je eenmaal barst van het zelfvertrouwen, kun je alles natuurlijk ook helemaal uitschakelen.

McLaren Artura drift

Maar waarom stuurde McLaren in hemelsnaam deze specifieke Artura naar de grootste samenkomst van supercars in 2023? In Onyx Black en met een al even saai interieur ontbeert dit exemplaar elke vorm van visueel drama. Oké, de deuren openen naar boven en de schoorsteen die hitte van de motorruimte naar buiten spuugt, is opwindend voor degenen die je net hebt ingehaald.

Maar omstanders bleven denken dat de Emira de duurste auto van dit trio was. Dit is een supercar – spuit hem in Papaya Orange en hang er lekker veel koolstofvezel aerodingen op, en heel, heel misschien kunnen we dan even vergeten dat de Ferrari 296 GTB een jaar eerder kwam en deze McLaren ook nog eens op zo goed als elk front een schop onder z’n kont geeft.

Welke sportauto is de leukste?

Goed, afgezien van alle prijs- en prestatieverschillen zijn deze auto’s alle drie een feestje om op een circuit te rijden, waarbij de Toyota misschien wel het leukst is – en dat voor een van de betaalbaardere auto’s bij deze Speed Week. Maar of een van deze jongens er genoeg uit springt om er met de hoofdprijs vandoor te gaan? Ik ben er niet zo zeker van…

Reacties

  • Chris heeft op 17 december 2023 geschreven:

    De McLaren is erg lelijk van voren, geef mij maar de Lotus, veel mooier en dan misschien beter met de V6 versie.

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)