Aan de leiding van een race rijden is één ding, net als het winnen van de titel. Maar er zijn weinig mensen in de sportwereld die ook buiten het circuit of veld een leider worden, hun invloed doen gelden. Puur statistisch hoort Lewis Hamilton al bij de absolute top in de F1-historie, maar in 2020 mocht ook zijn stem gehoord worden. Chris Harris sprak hem vlak voor de Grand Prix van Turkije, waar hij zijn zevende titel binnensleepte.

Chris Harris: Je bent nu de allermeest winnendste coureur in de geschiedenis van de F1 – gefeliciteerd. Wat denk je dat de zestien-jarige Lewis nu tegen je zou zeggen?

Lewis Hamilton:  Jeetje. Ik weet niet meer hoe ik was op mijn zestiende. Ik denk dat hij niet zou kunnen geloven dat dit gebeurd is. Hij zou niet kunnen geloven waar ik nu sta.

CH: Let je erop, die geschiedenis? Ik heb altijd het idee dat je puur gefocust bent op de volgende race, het volgende kampioenschap, niet dat je zo nodig records moet breken.

LH: Ik denk dat vooral andere mensen ermee bezig zijn. Ik heb natuurlijk een formidabele positie, maar als ik niet in die auto zit, ga ik gewoon naar huis, gooi m’n benen omhoog en kijk tv. Er verandert niets. Ik ben nog steeds gewoon ik, het jochie uit Stevenage dat droomde van de F1. Ik ben me wel bewust van ons succes als team. Ik ben daar maar een radertje in. Het is een enorm netwerk van mensen en ik ben ze stuk voor stuk dankbaar. Dus als we succes hebben, heb ik echt het gevoel dat we dat hebben verdiend, omdat we daar allemaal zo hard aan hebben gewerkt.

Sportspektakel of een showcase?

CH: Wat vind jij: zou de F1 een sportspektakel moeten zijn of een showcase voor de technologie? Zou het van kracht moeten worden voorzien door een verbrandingsmotor of door elektriciteit? Hoe ziet het Lewis Hamilton-palet voor de sport eruit?

LH: Goede vraag. En als ik het antwoord wist, was ik waarschijnlijk de baas van de hele tent. Het is natuurlijk een fantastisch platform om technologie mee te testen en tot het uiterste te drijven, maar ik denk wel dat dat een groenere kant opgaat. We moeten verder de grenzen opzoeken, vooral die van de elektrische technologie. Ik kan me niet voorstellen dat een F1-auto volledig elektrisch zou zijn, maar die kant zal het wel een keer op moeten.

Maar gelukkig voor mij zal dat waarschijnlijk niet tijdens mijn actieve carrière zijn. Ik zal me altijd de trillingen van die V6 herinneren, al is dat nog niets vergeleken met de V10’s die we hadden. Maar de power die we nu hebben is krankzinnig, met de turbo’s en het ERS heb je het over zo’n 1.000 pk – echt fantastisch.

Het bredere palet voor de sport moet vooral menselijker zijn. Ik denk dat sport nu gedwongen wordt mensenrechten in de wereld te erkennen. Nelson Mandela zei jaren geleden al: ‘Sport heeft de macht om de wereld op een goede manier te veranderen.’

Racen in landen als Saoedi-Arabië

CH: Je bent zegsman geworden van de Black Lives Matter-beweging en hebt veel mensen wakker geschud die zich waarschijnlijk niet eens realiseerden dat het zó leefde. Over mensenrechten gesproken: waar sta jij als het gaat om racen in een land als Saoedi-Arabië?

LH: Er zijn veel problemen in de wereld, en ik weet niet van elk probleem even veel, maar ik probeer zo veel mogelijk te leren. Ik vind dat als we naar dat soort plekken toe gaan, we ook het doel van die race nadrukkelijk moeten onderzoeken. Het eerste gesprek zou moeten zijn: ‘Als we hier komen, wat is de situatie? Hoe kunnen we helpen om te laten zien dat jullie veranderen? Hoe kunnen we helpen een verandering in de maatschappij te bevorderen?’

De reden dat ik bijvoorbeeld bij de Extreme E betrokken ben, is dat er een duidelijke reden is dat we naar bepaalde plekken gaan, dat we de bewustwording rond die plekken op gang kunnen helpen. We hopen daar iets achter te laten, zodat als we het jaar daarop terugkomen, we kunnen merken dat er iets verbeterd is. Dat vind ik prachtig. De Formule 1 doet dat op dit ogenblik niet, al heeft het daartoe wel het potentieel.

CH: Het is duidelijk dat je een geweten hebt. Wat gebeurt er als je in die raceauto stapt? Is dat je happy place, waar je eigenlijk hermetisch bent afgesloten van de rest van de wereld en alleen je best hoeft te doen om de snelste te zijn?

LH: Toen ik jonger was, bestond ik alleen uit talent, rijgekte en meedogenloosheid. De dingen die ik naast het racen heb gedaan, hebben mij beter gemaakt in mijn vak. Ik ben nog steeds gedreven, het gaat allemaal om de winst, maar door een wat breder begrip van de wereld sta ik er wel anders in. Bijvoorbeeld het besef dat het soms geen sprint is, maar een marathon.

Neem de race in Portugal. Ik verloor in het begin een positie aan Valtteri; ik verdedigde niet eens omdat hij zich in een andere situatie bevond dan ik – hij móést winnen. Ik hoef nu niet te winnen – ik wil het wel, maar het hoeft niet. Dat zijn twee verschillende dingen. Je wint de race niet in de eerste bocht of de eerste paar ronden – het gaat erom wat er daarna gebeurt. En je zag wat er later gebeurde. Dus ik denk dat ik nog steeds dat talent heb, maar ook een veel bredere ervaring.

Waarom maakt Hamilton geen fouten?

CH: Een laatste vraag. Ik heb het gevoel dat het in de hedendaagse F1 gaat om hoe weinig fouten je maakt. Hoe komt het dat jij er zo weinig maakt? Kom jij weleens uit de auto, dat je denkt: ‘Wow. Hoe was dat mogelijk?’

LH: Soms wel. Zelfs in de laatste race dacht ik: jee, dat was wel heel sterk. Dat was precies wat ik wilde. Het gaat erom dat je begrijpt wat voor jou werkt.

In mijn jongere jaren waren er veel mensen die me vertelden wat een coureur ‘hoort te doen’. ‘Een coureur gaat om 10.00 uur naar bed.’ ‘Een coureur kleedt zich zo, praat zo, gedraagt zich zo.’ Ik heb dat mijn hele leven gehoord. En dus dacht ik dat je in een bepaald hokje hoorde te passen. Pas toen ik in de F1 kwam, kon ik veranderen, mezelf vinden en zijn.

We zijn allemaal anders, dus je moet vinden wat bij jou past. Het gaat erom waar jij je energie in steekt. In het verleden kwam ik in Singapore aan terwijl ik net in New York was geweest en reed ik gewoon de snelste kwalificatieronde. En iedereen zei dan: ‘Maar dat kán helemaal niet, hoe doet ie dat?’ Soms worden mensen er echt chagrijnig van, maar het gaat erom dat je je slaappatronen begrijpt, en wat werkt voor jouw lichaam.

Ik studeer nu meer dan ooit. In 2007 studeerde ik me suf, probeerde de auto te begrijpen. Nu ben ik wereldkampioen en heb ik weet niet hoe vaak gewonnen, maar moet ik eigenlijk nog meer studeren om de techniek te begrijpen, om zeker te weten dat als ik in die auto zit, ik helemaal niets aan het toeval heb overgelaten. Ik heb dat ook nodig om gefocust en kalm te blijven. Ik weet dat ik pas scherp kan blijven als er niets meer knaagt als ik in de auto stap. Snap je wat ik bedoel? Het is veel werk om op dat punt te komen.

CH: Je bent een inspiratie voor ons allemaal, en ik hoop dat je dat nog lang mag blijven.

LH: Jij ook bedankt, man. Hou je haaks.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)