De laatste poging van Porsche als motorleverancier in de F1 faalde hard

Het moet bij Porsche minimaal één keer per jaar ter sprake komen tijdens een vergadering: F1. Het ligt zo voor de hand voor het merk dat in veel raceklassen succesvol meedeed, maar toch is de F1-geschiedenis voor Porsche heel beperkt. Eind jaren vijftig en begin jaren zestig deden ze mee als constructeur, maar met weinig succes. Nu gaan er opnieuw hardnekkige geruchten dat Porsche F1-motoren gaat leveren aan Red Bull. De laatste poging mislukte faliekant, maar leverde wel iets moois op.

In de jaren negentig werden turbo’s verboden in de F1, waarna teams overstapten op atmosferische V10- en V12-motoren. Porsche ontwikkelde voor het team Footwork Arrows de 3512, een 3,5-liter V12. Om te beginnen liep de motor meteen al vertraging op en toen de V12 eindelijk klaar was, bleek hij te groot en te zwaar voor de auto die Arrows had ontwikkeld. Een van de redenen hiervoor is dat Porsche de hoek van de cilinders op een ongebruikelijke 80 graden had gezet.

Porsche presteerde niet als motorleverancier in de F1

Daarom moest het team het seizoen starten met een oude F1-auto. Met de oude A11C sloeg het team nog geen deuk in een pakje boter. Ze konden zich slechts één keer kwalificeren in de eerste twee races, maar de finish haalden ze nooit. De nieuwe FA12 verscheen bij het derde raceweekend, maar werd meteen aan gort gereden, dus moest het team één van de auto’s weer wisselen voor de oude. Uiteindelijk gebruikte het team de Porsche F1-motor nog drie races zeer onsuccesvol en werd het contract ontbonden. Footwork Arrows stapte over op een Ford Cosworth V8.

Porsche ontwikkelde wel een V10, maar ze waren te laat

Het automerk zag zelf ook wel dat de V12 niet zo’n succesvolle motor was. Ze waren daarom al druk bezig met een V10-versie. Deze zou kleiner en lichter zijn en hopelijk competitiever. Voordat de ontwikkeling klaar was, stopte Porsche al als motorleverancier in de F1. De V10-motor werd in de ijskast gezet. Het merk haalde de motor weer tevoorschijn toen ze in 1999 Le Mans wilde gaan rijden. Maar helaas, het reglement veranderde en de nieuwe Porsche Cayenne eiste het budget op, dus de motor mocht weer terug naar zijn isolement.

Alle ellende leverde uiteindelijk iets moois op

Gelukkig was al het gedoe niet voor niets. Die onsuccesvolle F1-motor en de doodgeboren Le Mans-motor werden uiteindelijk afgestoft toen Porsche met de Carrera GT begon. De oude F1-motor werd opgeboord tot 5,7 liter en zonder turbo’s in de Porsche Carrera GT gelegd. Tot op de dag van vandaag blijft het een van de mooist klinkende V10-motoren ooit gebouwd. In deze configuratie produceert de tiencilinder 612 pk en 590 Nm.

Porsche was wel een keer heel succesvol als motorleverancier in de F1

Overigens lijkt het nu alsof Porsches vermeende ambities om motorleverancier te worden totaal kansloos zijn. Naast een goed gevulde trofeeënkast in andere motorsportklassen heeft Porsche toch ook in de F1 heel wat bereikt. Het Duitse merk leverde in de jaren tachtig onder de naam TAG namelijk motoren aan McLaren. Grote namen als Niki Lauda en Alain Prost raceten met deze 1,5-liter V6-motoren. Lauda werd er kampioen mee in 1984, en Prost behaalde in 1985 en 1986 de titel met deze Porsche-motoren onder een pseudoniem.

‘Porsche wordt motorleverancier voor Red Bull in 2026’

En broertje Audi wil motoren leveren aan McLaren

LEES VERDER