Mini-rijders vinden we vooral in trendy, stedelijke gebieden. En dat betekent automatisch dat aanhangers van dit merk veelvuldig stilstaan, zowel in stadsverkeer als op de overvolle ringwegen daaromheen. Het is dan ook niet logisch dat juist Mini-rijders zitten te wachten op nog meer vermogen en sportiviteit.
Dat Mini met vermogens van 95 tot en met 175 pk een flinke motorenreeks heeft, kan niet worden tegengesproken. Maar toch is de serie nog niet helemaal afgerond. Zowel de driedeurs Mini als de
Clubman worden tot atletisch niveau opgewaardeerd door een Twin Scroll turbo in de John Cooper Works uitvoering. Daarmee worden de spierballen 211 pk groot. Maar wie maximaal wil presteren heeft meer aan een hoog koppel en dat hebben ze in Oxford goed begrepen. Normaal gesproken is tussen 1.850 en 5.600 tr/min permanent een waarde van 260 Nm beschikbaar. En alsof dat nog niet genoeg is, kan de turbodruk kortstondig worden opgezweept en komt er 280 Nm op de voorwielen terecht (overboost).
Fijn om mijmerend in de file te staan en je te realiseren dat je in theorie in 6,5 seconden naar de 100 km/u kunt accelereren. Ook een top van 238 km/u is op dat moment een utopie. Wel handig dat bij rustig rijden het brandstofverbruik op een bescheiden niveau blijft (6,9 l/100 km).
Zou het dan werkelijk zo zijn dat al die stedelingen als een blok vallen voor het extra uiterlijk vertoon van de John Cooper Works? Want een stugger onderstel, gemodificeerde zesbak en een meer geluid producerende uitlaat zijn ook geen pré in de file. Maar je staat er wel mooi bij op je 17 inch lichtmetaal en met de dikkere bumpers. Het interieur kent wat specifieke details zoals de zwart-wit geblokte bekleding van de sportstoelen.
Het is voor het eerst dat de John Cooper Works versie onderdeel uitmaakt van het vaste leveringsprogramma dat uit de fabriek in Oxford rolt. De
John Cooper Works Tuning Kit blijft als optie achteraf overigens gewoon verkrijgbaar. De productieversies van de hatchback en Clubman staan vanaf augustus bij de dealer.
Reacties