TopGear-tv keert deze maand terug met een viering van 50 jaar Bond-auto’s. Producent Andy Wilman verklaart waarom, eh, het water moest worden getest.
 
Onlangs stond ik aan de waterkant van een reservoir in Matlock, Derbyshire, Engeland. Toen ik Richard Hammond op volle snelheid op het water zag afkomen, betrapte ik mezelf op een ongebruikelijke gedachte. Die gedachte was zoiets als: ik hoop dat het goed afloopt.
 
Dat is geen gedachte die je erg vaak hebt wanneer je de producent van TopGear bent. Mislukkingen zijn acceptabel. Mislukkingen zijn grappig. Succes? Dat is iets voor andere programma’s. Voor talentenshows. De laatste keer dat ik eenzelfde soort gedachte moet hebben gehad, was net voordat we de Reliant Robin Space Shuttle lanceerden.
 
Maar onlangs had ik dat dus weer, en niet zozeer omdat ik bang was om Hammond mond-op-mondbeademing te geven, maar omdat de auto waarin hij reed TopGears eigen Lotus Submarine was – onze bescheiden bijdrage aan de festiviteiten omtrent de vijftigste verjaardag van James Bond in de film.
 
Naast de DB5 uit Goldfinger is de onderwater-Esprit in The Spy Who Loved Me Bonds meest iconische automoment. In werkelijkheid, echter, heeft die auto nooit bestaan. In plaats daarvan filmden de makers de scène door een hele armada aan attributen in te zetten, inclusief een Esprit-carrosserie die werd aangedreven door twee gecamoufleerde kikvorsmannen, waarbij een aantal schaalmodellen met bruiswater moesten zorgen voor de levensechtheid.
 
Het is duidelijk dat als ze destijds (dat was in 1977) de beschikking zouden hebben gehad over de kennis van TopGear Engineering, de zaken heel anders zouden zijn gegaan. Dus besloten we ter redactie, na een paar biertjes, dat het beste verjaardagscadeau dat we James Bond zouden kunnen geven, deze Heilige Graal van de autocinematografie zou zijn, en dus bouwden we een echt werkende amfibie-Lotus.
 
Vanwege ons budget vermeden we de al te dure Esprits die je op internetsites te koop ziet aangeboden en opteerden in plaats daarvan voor een Excel van 2.500 euro. Het doel was, net zoals destijds met onze eigen amfibieauto’s, een auto te maken die zowel op asfalt als in zee zou floreren – maar in dit geval moest de auto niet alleen op, maar vooral ook onder water kunnen overleven.
 

 
Na vele uren zware arbeid hadden we een auto weten te ontwikkelen die gebruik maakte van z’n oorspronkelijke motor, maar eveneens twee elektrische motoren gebruikte om zich door het water te stuwen. Daarnaast had ie inklapbare zwemvliezen, en een voorruit die gemaakt is van hetzelfde plastic als je vindt in de helmen van astronauten. Dat laatste installeerden we pas nadat een aquatisch ingenieur ons iets erg langdurig uitlegde over druk versus diepte, waarvan we helemaal niets begrepen tot hij zei dat Hammond kleiner zou eindigen dan een lucifersdoosje als we het niet deden. Tevens moesten we de cabine waterdicht maken.
 
Nou waren lekkages nooit de grootste problemen van Lotus, maar om Hammonds cowboylaarzen tegen het zilt te beschermen, voorzagen we de cockpit van een glasvezelhuid. De resultante daarvan – de te bouwen auto – was lastig te maken, erg tijdrovend, duur en compleet onpraktisch om mee te leven, maar, hé, wie speelt er nou echt met z’n verjaardagscadeaus? Het ging om het idee.
 
‘Wat me het meest is bijgebleven, is dat de mensen achter Bond, zelfs nu alles geanimeerd kan worden, alles echt willen filmen’
 
Is het gelukt? Is Hammond verdronken? Om dat aan de weet te komen, zul je moeten kijken naar TopGears viering van 50 jaar Bond-auto’s, die aanstaande maandagavond 29 oktober wordt uitgezonden.
 
De aflevering zal alleen door Richard worden gepresenteerd en is – en daar ben ik best trots op – een echte, ouderwetse documentaire waarin TopGear er het zwijgen toedoet, achteroverleunt en luistert, zodoende alle ruimte gevend aan de wonderlijke figuren die Bonds automomenten gedurende de afgelopen halve eeuw tot leven hebben gewekt op het zilveren scherm.
 
Van al die wonderlijke mensen is onze favoriet waarschijnlijk Guy Hamilton, de regisseur van Goldfinger, Diamonds Are Forever, Live and Let Die en The Man with the Golden Gun – vier films die de meest historische automomenten van Bond herbergen. Hij is nu een onmogelijk vieve man van 90 jaar, en hij herinnert zich onder andere hoe hij op het idee kwam om de nummerplaten in Goldfinger (die van de DB5) omkeerbaar te maken: hij had het destijds nogal vaak aan de stok met overijverige parkeerwachters die zich ophielden buiten de Bond-kantoren.
 
Daarnaast vertelt Sir Roger Moore ons over de vis in de Lotus Esprit, en vertelt Daniel Craig – tussen de opnames van de openingsscène van Skyfall door – over zijn ervaringen met The Stig, en onthult wat zijn favoriete Bond-auto is.
 
Wat me het meest is bijgebleven, is dat de mensen achter Bond, zelfs nu alles geanimeerd kan worden, alles echt willen filmen. Vijftien Audi’s zijn naar de sloper gebracht tijdens de opnames van de openingsscène van Skyfall – die natuurlijk een achtervolging is.
 
Voor het productieteam van Bond, is er geen substituut voor metaal dat op metaal knalt. In feite is het enige wat Goldfinger van Skyfall onderscheidt 48 jaar, en het budget.
 
TopGears viering van 50 jaar Bond-auto’s was te zien op BBC2 op maandag 29 oktober, en wordt herhaald op vrijdagavond 2 november op Veronica.

Reacties

Meer van TopGear