Alfa Romeo Stelvio Q: nog even over de achterwielen

Begrijp ons niet verkeerd: we zijn gek op de Alfa Romeo Stelvio Quadrifoglio. Zijn grootste pluspunt is dat het een ras-Italiaanse auto is. Dat betekent dat er bij de ontwikkeling meer gefocust is op emotie en spektakel, en soms wat minder op praktische zaken. Dat zag je bijvoorbeeld al bij mede-Italiaan Abarth 595 met de optionele Sabelt-stoelen, waarbij je de deur moet openen om de stoel te verstellen. Bij de Stelvio is het echter iets… zichtbaarder. Als je dit hebt gezien, kun je nooit meer normaal naar Alfa’s SUV kijken. Onze welgemeende excuses. We hadden deze ergernis al veel eerder gespot, maar we hebben het jarenlang succesvol kunnen verdringen. Maar toen we onlangs met de Opel Mokka-e reden, zagen we in de specificaties dat de wielbasis 4 millimeter korter is dan bij de benzineversie. Aan de afbeeldingen konden we niet helemaal ontdekken waar die paar millimeter bleef, dus we concludeerden dat de achterwielen lichtjes uit het lood moesten staan. Zo kwamen de trauma’s weer naar boven. De achterwielen van de Alfa Romeo Stelvio Quadrifolgio staan namelijk niet in het midden van de wielkast. Best wel een doorn in het oog. Op de foto’s is het lastig te spotten, omdat die vaak precies zó genomen zijn dat je het niet goed ziet. Maar het kan bijna geen toeval heten dat het exemplaar in de kleur Ocra GT Junior heel tactisch achter een bloembak staat met zijn wielkast.

Wat een hoop goedmaakt, is de 2,9-liter V6 met 510 pk en 600 Nm. Hiermee schiet de SUV in 3,9 seconden naar de 100 km/u met genoeg muzikale ondersteuning. De oplossing is nooit ter hoogte van het achterwiel gaan staan als je de Stelvio aanschouwt. En ondanks dit euvel is het nog altijd een van de mooiste SUV’s van dit moment. Is je liefde opnieuw aangewakkerd? De Alfa Romeo Stelvio Q kost inmiddels 135.760 euro.