Een kleine, deinende, stokoude Citroën die een legende is geworden. De 2CV (‘deux chevaux’ – ‘twee paarden’ of ‘2 pk’) werd gebouwd tussen 1948 en 1990 – inderdaad, 42 jaar lang. Van oorsprong was het een taai, nuttig en goedkoop autootje. Hij werd ontworpen volgens enkele eisen: zo moest hij vier mensen en 50 kilo bagage met 50 km/u over slechte of zelfs niet-bestaande wegen kunnen transporteren. In het prototypestadium werd zelfs gesuggereerd dat de auto een mandje eieren over een omgeploegd veld moest kunnen vervoeren zonder dat er een omelet ontstond. Bovendien moest hij ongelooflijk weinig verbruiken. Een opdracht van formaat, maar na enkele prototypes kreeg Citroën het voor elkaar. De 2CV werd onthuld op de autosalon van Parijs op 7 oktober 1948, en groeide al snel uit tot een icoon. Hij is misschien niet luxueus of veilig, maar z’n ontwerp is slim en eigenzinnig en heeft een bepaalde charme die je bij geen enkele andere auto zult vinden. Alleen al wat betreft karakter kan de 2CV zich meten met auto’s als de originele Mini en Fiat 500.

Wat voor motor zit er in de 2CV?

De eerst exemplaren hadden een luchtgekoelde, 375-cc tweecilinder boxermotor met maar liefst 9 pk. Dit was goed voor een topsnelheid van 65 km/u. Later kreeg de kleine boxer verschillende upgrades, waardoor het vermogen eerst groeide naar 14 pk, toen naar 16 pk in de jaren zestig, en uiteindelijk bleef steken op 34 pk uit een inhoud van 602 cc in de jaren zeventig. Nee, de 2CV kwam nooit echt goed van zijn plek, maar dat was het punt ook helemaal niet. Om een 2CV op de top van zijn kunnen te rijden, moet je over speciale vaardigheden beschikken die je alleen kunt opdoen door heel veel tijd in 2CV’s door te brengen. Overigens: er was ook een 4×4-versie van de 2CV. Die heette Sahara en had niet één motor, maar twee: een voor elke as. Daarnaast had hij ook twee brandstoftanks en twee versnellingsbakken (al waren die laatste wel met elkaar verbonden).

Hoe snel is ie?

Niet. Daar was hij ook nooit voor ontworpen. Er is een oude grap – die later vaak werd herhaald met welke auto op dat moment dan ook de langzaamste was – dat je van 0 naar 100 km/u kon accelereren in ‘ongeveer een dag’. De allereerste 2CV bereikte zijn top van 65 km/u in zo’n 42 tot 43 seconden. En zelfs de laatste en snelste versies kwamen doorgaans niet eens aan de toegestane snelheid op A-wegen. Sommige mensen installeerden de viercilinder boxermotor uit de Citroën GS voor een vermogens-verrassingseffect. Zo ook het team dat de beroemde gele 2CV in James Bonds For Your Eyes Only voorbereidde. De speciale editie die Citroën na die film uitbracht, had echter alleen een paar nepkogelgaten – niet de sterkere motor.

Vertel eens wat meer over de technologie van de 2CV

Je zou het misschien niet verwachten, maar de 2CV zit vol slimme oplossingen. Het ladderchassis is tekenend voor de tijd waarin hij werd ontworpen, maar de carrosserie lijkt meer op die van een oud vliegtuig: een frame van veel buizen met dun plaatstaal ertegenaan. Het onderstel is al even simpel-maar-briljant, en de voor- en achterophanging staan met elkaar in verbinding. In feite heeft hij ingebouwde niveauregeling. En wanneer de boel in een bocht onder druk staat, zorgt de kinematica er in feite voor dat de wielbasis aan één kant langer wordt. Je kunt verrassend hard met de auto de bocht om terwijl je bijna letterlijk met de buitenspiegels over het asfalt schraapt. De vering moest immers zacht zijn, vanwege die eieren. Een mooi verhaal wat betreft het rijgedrag: vanwege de zeer smalle voorbanden en de lange veerwegen is het zo ongeveer onmogelijk om een 2CV op zijn zij te leggen. Je onderstuurt overal tegenaan, maar omrollen zal hij nooit doen.

Wat kost een Citroën 2CV?

Dat hangt ervan af hoe bijzonder de versie is die je op het oog hebt. Een van de latere modellen met een hoop werk kun je voor een duizendje of wat wel oppikken, maar voor harde en technisch goede auto’s betaal je al snel 8.000 tot 10.000 euro. De Sahara’s zijn helemaal prijzig.

Hebben jullie nog interessante 2CV-feitjes?

Hij heeft de Nazi’s serieus het leven zuur gemaakt. Citroëns hoofdontwerper Pierre-Jules Boulanger wilde koste wat kost zijn prototypes in de late jaren dertig uit de handen van de Duitsers houden. Hij verborg ze in hooibergen en in muren van gebouwen. Hij speelde zelfs spelletjes met de Nazi’s toen ze de machines uit de fabriek van Citroën wilden stelen: hij zette de apparaten op transporttreinen en stuurde deze in allerlei verschillende richtingen door Europa. De man was zelfs zo vervelend dat de Duitsers hem officieel tot ‘vijand van het Reich’ benoemden. Een mooie vent. Afgebeeld: vooroorlogs 2CV-prototype

Reacties

  • Lambik heeft op 31 januari 2022 geschreven:

    Mooi verhaal Ruben,

    Echter vol fouten, nog maar even verdiepen in de 2cv. Vooral het aantal pk’s klopt niet erg.
    En de prijzen zijn ongeveer tegenwoordig (2022) het dubbele van wat er geschreven wordt, uitgezonderd de opknapper die is zo’n drie keer zo duur tegenwoordig. Ook het verstoppen in muren klinkt mij niet bekend in de oren. En waarschijnlijk zijn er nog wel meer foutjes die ik nu niet noem. Al met al leuk verhaal met enkele onjuistheden.

    Reageer

Laat een antwoord achter aan Lambik Reactie annuleren

(verplicht)