De eerste keer dat James Bond de befaamde woorden ‘shaken, not stirred’ uitspreekt, is ook de eerste keer dat hij een Aston Martin stapt. Dat was in Goldfinger, waar hij in een Aston Martin DB5 rijdt. Na Thunderball ging de DB5 met pensioen, waarna de auto weer terugkwam in de film Casino Royale. Ook in Skyfall en in Spectre werd de Aston ingezet. Nu ook in de 25ste film, No Time To Die.
De auto’s van James Bond in No Time To Die zijn in ieder geval de Aston Martin DB5, Aston Martin V8 Vantage, Aston Martin DBS Superleggera en de Aston Martin Valhalla. Daarbij lijken de geruchten over James Bond in een elektrische Rapide E gesust. De autobouwer ontkent de deelname van de elektrische auto niet, maar in alle communicatie ontbreekt elk spoor van de stekker-Aston.
Hoewel het goed is dat Aston Martin zicht mengt in het elektrospel, is er waarschijnlijk niemand rauwig om dat de Rapide E niet in de rolprent verschijnt. Geforceerd pluggen (snap je?) werd in het verleden ook al niet goed ontvangen. Wie herinnert zich de Ford Mondeo (of Fusion, zoals ze ‘m in Amerika noemen) nog? De BMW’s waren tof, maar hadden zeker een commercieel bijsmaakje.
