TopGear heeft ervaring met varende auto’s. We gaan eropuit om de Land Rover Floating Ninety naar de kelder te helpen.

Er is iets aards aan de Land Rover Defender, alsof ie deel uitmaakt van de Britse ondergrond. God weet hoeveel kilometer velden en akkers hij heeft doorkruist, van Stornoway tot Surrey en nog veel verder. Hij werd zelfs ín de aarde ontworpen, in de jaren veertig als schets in het zand, en sinds die tijd heeft ie oorlogen doorstaan, ontdekkingsreizigers vervoerd en gediend als vervoermiddel van het Britse Koninklijk Huis, James Bond en Sir Winston Churchill. De vroege versies werden geschilderd met restjes verf van de Supermarine Spitfires, ze werden tijdens de oorlog gebouwd in een geheime fabriek en al snel was het de lieveling van het Britse leger. Het is dan ook moeilijk om je iets voor te stellen wat nog Britser is – behalve dan een man met bolhoed en paraplu die pal voor de Big Ben uit een dubbeldekker stapt.

Het laatste levensjaar is aangebroken voor de trouwe Defender. Het model zoals wij dat kennen, zal binnenkort vervangen worden door een moderne versie met geluidsisolatie en elektronische foefjes en een fatsoenlijke zithouding voor de bestuurder. Hij zal vele, vele malen beter zijn, maar ook in alle opzichten minder, want niets zal het gevoel en de geur kunnen vervangen van de oude Defender terwijl je met een ouwe collie aan boord over een modderig paadje hobbelde. Maar voordat hij helemaal verdwijnt, en ondanks het feit dat hij inmiddels bijna zeventig jaar oud is, is er iets wat we nog moeten doen. Dit Britse nationale erfstuk moet worden gedoopt in de heilige, van forel wemelende wateren van een Schots meer.

De Defender heeft vele rollen vervuld, van ambulance op het slagveld tot Rapier-lanceerinstallatie. In 1989 werd hij ook een amfibievoertuig, toen de afdeling Special Vehicle Operations van Land Rover er eentje ombouwde tot drijvend billboard van het bedrijf, dat de Cowes Week-regatta sponsorde. Het gebruikte model was een Land Rover Ninety (de naam Defender werd nog niet gebruikt), die was gebouwd om het veertigjarige bestaan van het merk te vieren. Het ontwerp was gekopieerd van een aantal amfibieprototypes van de tweede generatie, die in de jaren zestig aan het Britse leger werden geleverd, mogelijk voor anti-Sovjetoperaties in het Duitse Rijnland. Hij bestaat nog steeds, en we zijn erin geslaagd om de sleuteltjes te bemachtigen.

'Hij lekt maar op één plaats, en dat kan door z’n gevorderde leeftijd komen'

In termen van vaartuigjargon is de Floating Ninety meer een vlot dan een oceaanstomer. In plaats van het chassis om te bouwen tot een zeewaardige constructie hebben de ingenieurs de cabine waterdicht gemaakt met glasvezel en opblaasbare drijfpontons aangebracht. Dus eigenlijk is het een twee-in-een hybride – de drijfonderdelen kunnen worden weggehaald waarna je de lucht eruit kunt laten en ze in de auto kunt opbergen. Wat betekent dat ie het grootste deel van de tijd een gewone Land Rover voor op de weg is, althans een gewone Land Rover voor op de weg maar dan met een schroef en een zwenkend roer aan de achterkant. Verder zijn de aanpassingen minimaal: de achter-ophanging is geblokkeerd om te voorkomen dat ie in het water gaat bewegen, hij ademt door een snorkel en de knalpijp steekt de hoogte in, want anders zou ie bellen blazen in het water en zou de 2,5-liter dieselmotor zich verslikken.

Op de weg gedraagt hij zich bijna zoals een gewone ouwe Land Rover – misschien is hij een beetje stijver dan gebruikelijk vanwege de straffe achter-ophanging, maar voor de rest is ie niet van de wijs te brengen en zeer betrouwbaar. Hij voelt zich uitermate thuis in de Schotse wildernis, hier op dit noordwestelijkste puntje van Islay, bekend vanwege bijzondere whisky en straffe wind. Ergens in de buurt van Aruadh gaan we van de weg af en kiezen een rotsig pad naar Loch Gorm, waar we vanaf het kiezelstrand te water willen gaan. Maar eerst moeten we het dak eraf halen en de Ninety gereed maken voor het water, wat betekent dat we het zwarte stalen frame waar de pontondrijvers aan vast zitten, moeten monteren. Het kost een uur en zo’n negenhonderd bouten, en uiteindelijk ziet ie eruit als een reusachtige vogelspin met vaten onder zijn poten.

Wanneer we klaar zijn, lukt het ons niet meer om de portieren te openen, dus ik beklim de buisconstructie en daal af in de cockpit – sorry, op de brug – en neem mijn plaats in aan het roer, alwaar ik uitstekend word geïnstrueerd door Roger Crathorne, voormalig ingenieur en Land Rover-kopstuk, die ooit met dit vaar- en voertuig het Caledonische Kanaal en Loch Ness af voer. Dus hij kent ‘m als zijn broekzak.

De combinatie amfibievoertuigen en TopGear pakte in het verleden niet zo gelukkig uit dus benader ik het water omzichtig, in de eerste versnelling, en laat ‘m over de oever hobbelen tot we tot onze wielmoeren in het water staan. Nu is het moment gekomen om de hendel onder mijn linkerdij omhoog te trekken, waarmee de stuwkracht op gang zal komen – iets wat letterlijk nogal wat kracht kost van de motor, kracht die op de schroef wordt overgebracht. Hij drijft een of ander landbouwwerktuig aan wanneer de Defender lichte agrarische taken moet verrichten, maar vandaag zorgt hij voor flink wat voorwaartse kracht in het water. Terwijl we langzaam dieper komen te liggen, beginnen de voorwielen licht aan te voelen doordat de drijvers het gewicht overnemen. Als hetzelfde met de achterwielen gebeurt, schakel ik van een laag toerental over naar de derde versnelling en geef wat meer gas – de wielen malen nog steeds door, maar de schroef zorgt voor een voorwaartse beweging.

'Bestaan er ook plekken waar een Defender niet kan komen?'

‘Daarheen’, zegt kapitein Crathorne terwijl hij naar een naderend noodweer in de verte wijst. Dus draai ik aan het stuur, maar er gebeurt niets, behalve dan dat de kapitein zijn ogen ten hemel slaat. Blijkt dat ik nu de helmstok nodig heb, die zich tussen ons in bevindt en helemaal naar achteren naar het roer loopt. Naar links bewegen om naar rechts te gaan, naar rechts bewegen voor links, of naar beide kanten bewegen om bochtenwerk uit te voeren. Bij vol gas puft de dieselmotor als een veerpontje, en de golven slaan tegen de onderkant van glasvezel. Hij lekt maar op één plaats, en dat kan door z’n gevorderde leeftijd komen.

Hij heeft de hydrodynamische eigenschappen van een vakantiehuisje met rieten dak, maar vaart heel behoorlijk en gaat waar je heen wilt. Aan de kilometerteller heb je op het water niets, maar ik heb me laten vertellen dat de topsnelheid zes knopen bedraagt. En afgaande op de boeggolven die we opwerpen, hoeft daar niet aan getwijfeld te worden. Wanneer het water wat onrustiger wordt, hebben we zelfs de ruitenwissers nodig.

Terwijl we ergens zijn gestopt om te vissen, krijg ik geschiedenisles van Roger. Er wordt verteld dat Maurice Wilks, hoofdingenieur van de Rover Company, ergens in de tijd van de Tweede Wereldoorlog, een opgevoerde Rover 10 bezat. Hij kwam er vaak mee naar Islay, waar hij een landgoed bezat met een trouwe jachtopzichter. Vanwege zijn betrouwbare terreineigenschappen noemde die jachtopzichter de auto de ‘Land’ Rover, en daar is die naam vandaan gekomen. Het werd ook duidelijk dat er behoefte was aan een speciale terreinauto voor de gewone consument, wat ertoe leidde dat Wilks in 1947 het eerste prototype tekende.

Hier zijn we dan, 68 jaar later, terwijl we met een nazaat over een loch in de buurt van datzelfde landgoed varen en de dieselwalm uit de uitlaatpijp wolkt. Zijn er ook plekken waar de Defender niet kan komen? In de loop der tijd heeft ie de jungle van Borneo, de moerasgebieden van Midden-Amerika, de woestijnen van Afrika, de zandduinen van Saoedi-Arabië, de bevroren toendra van Noord-Rusland en zo’n beetje de hele Australische outback verkend. En de bergen van Afghanistan, met drie Engelse huisvrouwen als inzittenden. Dat is de beknopte lijst.

Dit jaar valt het doek voor de oorspronkelijke Land Rover. Je mag in ieder geval zeggen: hij heeft een lang en rijk leven gehad.

Ander cool ruig spul

Tijd voor het echt nuttige; tijd om elementaire behoeftes te bevredigen. Tijd voor het echte werk.

Toyota FJ40 Land Cruiser

De FJ40 is een icoon van praktische toepasbaarheid, en befaamd omdat z’n gebruiksgemak belangrijker is dan z’n uiterlijk – hij lijkt op een 4×4 van Lego. De coole varianten dateren van begin jaren zestig – de ‘40-series’ was in productie van 1960 tot 1984 – en die wij willen hebben, zijn de vroege tweedeursmodellen die, nog steeds, fantastisch zijn op een lastige ondergrond.

Lada Niva

De Niva (‘veld’ in het Russisch) werd door de ontwerper van AvtoVAZ omschreven als een ‘Renault 5 op een Land Rover-chassis’ – waarmee ie de eerste kleine crossover was. Rechttoe-rechtaan, simpel en goedkoop als ie is, is ie camp bij uitstek. Extra punten als je er een kunt vinden met de aanduiding Bognor Diva (zoals Niva’s in Uruguay heten).

Mercedes-Benz Unimog

De Universal Motor Gerät – Gerät is Duits voor ‘machine’ – bestaat sinds 1947 en is nog altijd in productie. In wezen is het een tractor met vier even grote wielen en hij heeft zo ongeveer alle taken verricht die een voertuig kan verrichten. Als je in de winter door Duitsland rijdt, kom je ze nog wel eens tegen. Best cool.

Citroën Méhari

Maf en ongelooflijk cool. De Méhari is een Citroën Dyane 6 met een kunststof carrosserie en een 600 cc tweecilinder-in-lijn. Eenvoud is waarmee ie pronkt: de Méhari heeft rechte zijkanten en is helemaal kaal vanbinnen, en de 4×4-versie is off-road behoorlijk goed, voornamelijk omdat ie maar 550 kilo weegt. De 2CV van de thinking man. Komt binnenkort terug…

Subaru Brat

Soort tweedeurs coupé pick-up met AWD. Moest het Japanse antwoord worden op de groeiende populariteit van kleine trucks in de VS, eind jaren zeventig. Hij bleef tot 1994 in productie en is klein maar ongelooflijk handig. Ronald Reagan had er een – waarschijnlijk de idiootste claim to fame van alle auto’s op deze lijst.

Fiat Panda 4×4 Sisley

De Panda 4×4 is een soort legende. Het was de eerste kleine auto met fatsoenlijke AWD, dankzij een systeem dat werd ontworpen door de terreinmeesters van Steyr-Puch. Hij mag dan maar 48 pk leveren, met zo weinig gewicht was ie het gemotoriseerde equivalent van een onbevreesde klimgeit, en het is in alle opzichten de Giugiaro-design klassieker bij uitstek.

Talbot Matra Rancho

Misschien ken je deze als de Matra-Simca Rancho. De carrosserie, gebaseerd op een Simca 1100 pick-up, was gemaakt van glasvezel en polyester. Hij was voorwielaangedreven, hoewel hij een terrein-aankleding had, inclusief een optionele lier. Een soort spirituele voorloper van iets als de Audi Allroad.

Jeep Grand Wagoneer

De Wagoneer, een van de eerste luxe SUV’s, wordt de laatste tijd steeds populairder – voornamelijk dankzij de Restomod-mode waarbij men modellen uit de jaren tachtig renoveert. Maar hij is luxe en praktisch gemak in één. Vooral dankzij de houten scheepsteak-panelen en het hoekige uiterlijk.

Reacties

Meer van TopGear