Een goede fysieke conditie, ijzersterk reactievermogen, onfeilbare discipline, veel training en het belangrijkste van allemaal: goede smoesjes. Dat is wat een karter succesvol maakt. We stipten het van de week al aan bij een van de creatiefste driver excuses ooit, maar leg zeker al eventjes vooraf je excuusjes in de week. Laat tijdens de rit naar de kartbaan alvast weten dat je last hebt van het een of ander, of dat je al voelt dat je ‘je dag niet hebt’.

De banden

Niet elke kartverhuur wisselt tegelijkertijd alle banden. Sterker nog, bepaalde bedrijven wisselen gewoon een band als hij op is, misschien dan wel twee tegelijk, maar soit. Dat betekent dat er tussen de karts veel verschil kan zitten wat betreft de banden. De ene kart rijdt op gloednieuw rubber en de andere zit tegen het vervangen aan. Het is vrijwel onmogelijk om als karter te zien welke banden beter of slechter zijn, maar dat weerhoudt jou er niet van om dit als ijzersterk excuus te gebruiken.

De snelle kart

Bij elke karttoko staat er eentje: de Max Verstappen-kart. Deze kart is om onverklaarbare redenen altijd de snelste. Het loont om voor het karten te kijken op de schermen welke kart telkens bovenaan eindigt. Of, en dit is de veilige optie, je stapt niet in die kart en houdt hem als troef. Leg je het weer af tegen je maten, dan kun je claimen dat een van hen de snelle kart had.

Gewicht

Ben jij de zwaarste van de groep? Een kart weegt tussen de 100 en 200 kilo. Ben jij 10 kilo zwaarder dan de winnende karter, kun je claimen dat jij met 5 tot 10 procent strafgewicht reed. Bij een echte auto zou dat neerkomen op 150 kilo bagage of twee passagiers. Ben jij lichter en verlies je? Wijs dan het gebrek aan grip aan als schuldige. Meer kilo’s betekenen meer druk op de banden en meer bochtensnelheid.

Aan de bovenstaande excuusjes kun je toevoegen dat je zwaar hebt ontbeten, of juist niet. In werkelijkheid is het effect van het gewicht pas op écht hoog niveau van toepassing. Als jij voor de gein zo nu en dan kart, moet je met vaardigheden best 10 kilo kunnen wegpoetsen.

Ik ben meer een autocoureur

‘Op Zandvoort zou ik je inmaken’, is een mooi antwoord op je uiterst middelmatige prestaties. Bagatelliseer de volledige kartsport en zegt dat het allemaal niets zegt. Voeg eraan toe dat autorijden dichter bij ‘echt racen’ komt en dat je daar ‘tenminste iets aan hebt’. Dat zal je maten leren om sneller te rijden met karten.

Er zat een langzame kart voor mij

En die langzame dodo keek niet achterom, natuurlijk. Je wilde er wel voorbij maar jij als sympathiekeling gaat niet zitten rammen. Jij offerde jouw snelle rondetijd op zodat andere karters fijn hun gang konden gaan. Sterker nog: je verdient de Fair Play-prijs. Bel je basisschoolleraar maar op, die heeft er vast eentje slingeren voor je.

Spierpijn, weet je

Gisteren hard getraind. Of beter nog, eergisteren. Je hebt ongelofelijk last van DOMS (delayed onset muscle soreness, daar durft niemand tegen in te gaan). Gooi er nog een ‘je weet wel wat dat is toch?’ achteraan om er zeker van te zijn dat niemand in discussie gaat. Zorg wel dat je sportschoolmaatje niet mee is.

Ik ben meer een binnenkarter

Of als je binnen aan het karten bent, dan ben je plots een buitenkarter. Gek hoe de natuur werkt. ‘Je kunt er ook niets aan doen’, want het is ‘altijd al zo geweest’. Ga je de volgende keer naar binnen of buiten, dan kun je een van de bovenstaande zes smoesjes gebruiken. Waterdicht.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear