De Corvette C6 is alweer flink wat jaren onder ons. Denk je dat de donderse rekel inmiddels volwassen is geworden?
 
Na de wereld ruim vijftig jaar bestookt te hebben met prachtige ongeleide projectielen kwam Chevrolet voor modeljaar 2005 met de zesde generatie van hun sportieve vaandeldrager, de Corvette. Geïnspireerd door jarenlang Le Mans-succes was de nieuweling kleiner, gedrongener, wendbaarder en voorzien van een imposante, 400 pk sterke 6,0-liter V8. Zelf hadden we toen net tijdens een kop koffie verzonnen dat er een Nederlandse versie van TopGear Magazine moest komen, dus we waren er niet bij toen de pers voor het eerst aan de verse ‘Vette mocht snuffelen. Trouwe kijkers als we toen al waren van de tv-serie, herinneren we ons echter wel het filmpje dat Richard Hammond erover maakte.
 
Nadat hij geconstateerd had dat de carrosserie uit buigzaam plastic bestond, dat het interieur nog altijd van goedkope materialen aan elkaar hing en dat de ophanging gebruik maakte van primitieve bladvering, wist Richard ons te vertellen dat de nieuwe Corvette bijzonder veel plezier te bieden had. Dat ie eigenlijk erg goed reed. Zelfs Clarkson stond raar te kijken toen deze onbehouwen Amerikaan behoorlijk snel over het TopGear-circuit bleek te vliegen. Later gaf hij eens – met tegenzin – toe dat hij het best een aardige auto vond.
 
De Corvette C6 was een mijlpaal in de geschiedenis van ‘America’s number one sports car’: voor het eerst kon de auto zich meten met Europese en Japanse toppers op het gebied van rijeigenschappen. Buiten de VS werd het model ineens serieus genomen. Zocht je een rasechte underdog, een charismatische beul met borsthaar waarmee je vlotte gel-types in flink duurdere Porsches het nakijken kon geven, dan kon je niet om de Corvette heen.
 
Inmiddels zijn we zeven jaar verder, en zal het niet lang meer duren voor we de volgende Corvette, de C7, mogen verwelkomen. Tot dat moment aanbreekt, is de C6 niet bepaald van plan om stilletjes in een hoekje weg te kruipen. Hij is in de loop van zijn carrière optisch wat bijgeschaafd, technisch wat aangescherpt, en de gigantische smallblock V8 meet nu een glaasje meer. In Nederland besloot Chevrolet het basismodel niet langer aan te bieden; als je nu bij de dealer aanklopt voor een Corvette, staat de Grand Sport bovenaan het menu.
 
De Grand Sport dankt zijn naam aan een brute raceauto uit de jaren zestig. Hij krijgt als extra ten eerste een paar visuele en aerodynamische opleukers mee, zoals het centrale luchtinlaatje boven het logo en de splitter onder de voorbumper, geleend van de topmodellen. Forsere wielkasten, opgevuld door vette vijfspaaks velgen met bredere banden en geaccentueerd door grotere ‘kieuwen’, springen in het oog. De klassieke Grand Sport-strepen op de voorspatborden zijn een optie, maar wat ons betreft verplicht.
 
Onderhuids zijn de wijzigingen ten opzichte van de standaard Corvette ingrijpend. Het onderstel wordt uitgerust met extra stevige, instelbare dempers en dikkere stabilisatorstangen. De verhoudingen van de handgeschakelde zesversnellingsbak zijn aangepast voor snellere sprintjes en inhaalacties. De enorme remklauwen en geventileerde schijven komen regelrecht van de Z06, net als het uit de racerij afkomstige dry sump-systeem, dat de motorolie ook bij hoge g-krachten in bochten feilloos door het blok blijft pompen.
 
‘Het zijn de ruwe randjes die de Corvette hebben gemaakt tot wat ie is. Zoek je verfijning, dan mag je deze auto meteen overslaan’
 
Wat overblijft is een auto die op papier minder radicaal, dus wellicht op de openbare weg wat bruikbaarder is dan de plankharde lichtgewicht Z06 en meedogenloze supercharged ZR1. Een auto die z’n uitneembare targa-dak behoudt, die ook in een cabrioversie verkrijgbaar is, maar wel profiteert van een aantal gerichte performance-aanpassingen. Misschien is de Grand Sport wel de beste Corvette van dit moment? Met die gedachte in ons achterhoofd gaan we met deze instapper op pad.
 
Het ontwerp mag dan al wat ouder zijn, de witte Grand Sport Coupé – compleet met rode strepen, zwarte koplampen en donkergrijze velgen – maakt op iedereen een verpletterende indruk. Op de snelweg doet z’n lage, brede verschijning medeweggebruikers spontaan de vluchtstrook op schieten. Parkeer ‘m ergens, en de bewonderaars stromen toe. ‘Schönes Auto’, roepen ze, waarop we moeten uitleggen dat we niet Duits zijn en dat het niet onze auto is. Al merken we na een paar dagen dat we dat laatste vaak achterwege laten, en gewoon bedanken voor het compliment. De Corvette is typisch zo’n auto waarmee je na een korte gewenningsperiode heel snel een hechte band opbouwt. Hij spreekt ons autohart op zo veel manieren aan dat we langzaam door z’n onvolkomenheden heen beginnen te kijken. Dat is knap, want het zijn er nogal wat.
 
Zo zijn de punten waar Richard over struikelde zeven jaar later nog steeds onverminderd aanwezig. Over de (lichte, stijve, dwarsgeplaatste) bladveren gaan we het overigens niet hebben, aangezien die in deze configuratie meer voor- dan nadelen kennen. Kijk maar eens op Wikipedia en onderwijs jezelf. Echter, de carrosserie is inderdaad van plastic – glasvezel, eigenlijk – en je kunt nog steeds de achterbumper met je pink naar binnen duwen. Licht is het zeker, maar het komt goedkoop over. Net als het interieur, dat een toonbeeld is van de laksheid die General Motors de afgelopen decennia kenmerkte. Knopjes en panelen van hard en krasserig plastic, stoelen met centimeters speling in de rugleuningen, een opbergvak in de middenconsole dat na een ritje zo heet wordt dat we onze iPod er niet eens in durven te leggen. In een befaamde sportauto als deze mag je toch wel iets meer raffinement verwachten?
 
Toch zijn het precies dit soort ruwe randjes die de Corvette hebben gemaakt tot wat ie is. Zoek je verfijning, dan mag je deze auto meteen overslaan. Zit je niet de hele dag met je wang tegen je dashboard te wrijven en de knopjes op je deurpaneel te strelen, en zoek je een stoer apparaat dat diep van binnen net zo’n lompe zak is als jijzelf? Dan heb je ‘m bij dezen gevonden.
 
De Corvette is de aimabele lolbroek die tijdens je buurtfeest met z’n hoofd in de teil sangria gaat hangen en in de struiken verdwijnt met de knappe dochter van de organisator. Hij neemt het niet zo nauw met conventies, gedragscodes en regeltjes. Sterker nog, die kunnen ‘m geen bal schelen. Het is een losbandig feestbeest, en dat maakt dat je ‘m vroeg of laat ontzettend aardig gaat vinden.
 
Ga bijvoorbeeld een eindje rijden in de regen, en probeer dan je lachen maar eens in te houden. Trek rustig op bij het verkeerslicht, en de enorme, meer dan 30 centimeter brede achterbanden zijn vrijwel meteen hun grip kwijt. Het brute koppel van de 6,2-liter V8 komt er al in bij onmogelijk weinig toeren en wordt als warme pindakaas uitgesmeerd. Kijk alleen al naar het feit dat de auto – mits het dus niet regent – van 0 naar 100 km/u weet te sprinten in 4,3 seconden, zonder dat je daarbij naar z’n twee hoeft te schakelen. Op de snelweg, bij 120 km/u in de zesde versnelling, staan er nog geen 2.000 toeren op de klok. Toch hoef je nooit terug te schakelen om in te halen. Het geeft aan hoe ongelooflijk flexibel en krachtig deze motor is; een ongepolijste rots met twee kleppen per cilinder en een enkele nokkenas.
 
‘Terwijl het gebulder van de V8 toeneemt, voel je hoe de achterwielen bijna tegen je ruggengraat aan schuren in een poging je zo hard mogelijk vooruit te stuwen’
 
Terug naar die regen. Is er dan geen tractiecontrole om de boel in het gareel te houden? Jazeker is die er, alleen grijpt ie pas in als je al achterstevoren tegen het bouwvakkersbusje op de andere rijbaan aan het schurken bent. Waar je je lieve oude moedertje in een Audi R8 nog wel naar de supermarkt kunt laten tuffen, wil je haar met de Corvette liever niet op pad sturen. Hoe makkelijk ie zich ook laat cruisen, maak één beweging te veel met je rechtervoet en het ding wordt listig en link. En leuk.
 
Wanneer er zich geen zestien computers bemoeien met de instructies die je richting de achterwielen stuurt, ben jíj het die de touwtjes in handen heeft. Je dient verdorie je aandacht erbij te houden als je van een rotonde af wilt sprinten, in plaats van als een aap op het rechterpedaal te stampen. Als je heelhuids thuiskomt, is dat jouw verdienste. Het is de pure, eerlijke sensatie van het rijden in een snelle auto, die bij zo veel overontwikkelde supercars z’n glans is verloren.
 
Voor zo ver wij weten, is de Corvette de enige moderne auto waarbij je de hele carrosserie al voelt sidderen en beven als de motor stationair draait. Je wiegt lichtjes mee met de barbaar die de maat slaat. Trap de zware koppeling in, en het is alsof je je voet tegen de krukas aan duwt; je voelt de cilinders onder je tenen roeren. Schakelen vereist een stevige, trefzekere hand. Eenmaal op gang word je getrakteerd op een orkest van mechanisch gekras en gekletter. Bij rustig voortrollen, heeft het geluid van de motor iets weg van een versleten blender. Het strakke Grand Sport-onderstel doet zijn best om je ingewanden opnieuw in te delen. Het is alsof je je klaarmaakt voor je eerste parachutesprong: je hebt het warm, er is veel herrie en je zit op de knokige schoot van een reutelende opschepper. Het is het waard, want je weet wat er komen gaat.
 
Je geeft eens goed gas. Terwijl het gebulder van de V8 toeneemt, voel je hoe de achterwielen bijna tegen je ruggengraat aan schuren in een poging je zo hard mogelijk vooruit te stuwen. De auto leeft, hij vibreert en danst en kwispelt. Het stuur draait licht in je handen en de voorwielen reageren direct op je bewegingen. Trap op de rem, en de enorme neus duikt naar beneden als een speedboot die in volle vaart van het gas af gaat. Terwijl alles om je heen sist en tikt, zet je de Corvette aan de kant om te overpeinzen wat je zojuist hebt meegemaakt.
 
Kan het je nu iets schelen dat het navigatiesysteem oud en lelijk is? Dat de stoelen niet zo veel steun bieden, dat je elke drempel kruipend moet nemen en de splitter dan alsnog aan de grond rijdt? Zo ja, dan moet je misschien even flink uithuilen en een Porsche gaan kopen.
 
Deze auto is een gebeurtenis, als een middag raften op een wilde rivier. Het is zwoegen, maar de ervaring is ongekend – en onvergetelijk. Denk aan dat ene brutale vriendje dat je vroeger had. Dat ventje dat niet met de anderen in de zandbak wilde spelen, maar je meesleurde om in bomen te klauteren en over slootjes heen te springen. Je wist dat je met hem wel eens wat krassen en blauwe plekken zou oplopen, dat je kleren smerig zouden worden en dat je moeder ‘s avonds witheet zou zijn. Toch kon je geen betere manier bedenken om je zondag door te brengen.
 
 

Specificaties: Grand Sport Coupé zesbak


 

Leuk

Geen fileermesje, maar een hakbijl

 

Niet leuk

Slurptaks in Nederland

 

TopGear-vonnis

Volwassen? Nee, wel nog steeds dat kwajochie

 

Prestaties

0-100 km/u in 4,3 sec., top 300 km/u, 13,3 l/100 km

 

Techniek

6.162 cc V8, achterwielaandrijving, 437 pk, 575 Nm, 1.461 kg, 316 g/km CO2

 

Doen!

Jezelf vermannen en naar de dealer stappen

 

Niet doen

Burn-outs voor de supermarkt, 'USA!' schreeuwend

 

Prijs NL € 128.994

Prijs BE € 75.152

Reacties