Oké, dus de
MP4-12C is snel, maar we weten wat je je afvraagt. Is ie beter dan de Ferrari 458 Italia? J. Clarkson geeft antwoord.
De Ferrari 458 is fantastisch. Ja, het met knoppen volgepropte stuur is stom en de bestuurder wordt gedwongen om te kiezen tussen een snelheidsmeter en satellietnavigatie, wat uiteraard belachelijk is, maar wanneer je de idiotie van het interieur negeert en het gaspedaal intrapt, voelt ie als geen andere auto ooit gebouwd. Hij voelt beter. Levendiger. Gewoon absoluut, totaal briljant. Dit is waarom James May zich in ons televisieprogramma hardop afvroeg hoe de MP4-12C dit ooit beter zou kunnen doen. Tenzij hij op water rijdt en van nul naar een miljoen in één seconde rijdt. Het leek hem gewoon onmogelijk.
McLaren zegt echter dat het wetenschappelijk kan bewijzen dat hun auto beter is. Ze zeggen dat ze de cijfers aan hun kant hebben. Dat geldt ook voor de koppen overigens, want de MP4-12C is een klein beetje minder duur, maar sterker. Veel sterker.
Er zijn meer dingen. De McLaren is een veel betere auto om in te zitten en een leukere auto om mee te rijden. In een Ferrari 458 zitten de richtingaanwijzers op het stuur, dus wanneer je een bocht rondt, druk je op de knop aan de linkerkant om andere weggebruikers duidelijk te maken dat je op het punt staat om rechtsaf te slaan. En ‘s nachts, wanneer je richting wilt aangeven, terugschakelt maar daardoor ook een lichtsignaal produceert – ook die knop zit op het stuur, vallen vragende blikken je ten deel.
Zulke waanzin zie je in de McLaren niet. Het stuur is gewoon een stuur. Bovendien, de omtrek is exact dezelfde als die van het stuur van de heren Hamilton en Button. Minus een fractie marge voor de dikte van hun handschoenen.
Er is meer. Waar de Ferrari vol zit met meters glinsterend koolstofvezel, zit de McLaren vol met hand gestikt leer en simpele, heldere, mooie meters.
De mannen van McLaren zijn er ook als de kippen bij om uit te leggen dat hun auto beter rijdt dan de Ferrari. Ze zeggen dat de wielophanging – omdat die niet voorzien is van stabilisatorstangen – volledig onafhankelijk opereert. En dat de computer die de wielophanging aanstuurt ervoor zorgt dat hobbels simpelweg worden opgeslokt alsof ze er niet zijn.
Ze hebben een punt. Op de laatste linkerbocht, door de bandenstapel op het TopGear-testtraject, is het verleidelijk om twee wielen van het asfalt te laten glijden, op het gras. In de meeste auto’s zorgt dat ervoor dat je hele skelet door elkaar wordt geschud alsof je lichaam in vloeibaar stikstof is ondergedompeld en er vervolgens met een hamer op wordt geslagen. Maar in de McLaren dacht ik simpelweg dat ik de baan verkeerd had ingeschat en dat alle vier de wielen op het asfalt waren gebleven.
Dat is niet echt mogelijk, want het zicht rondom is nog een gebied waarop de McLaren excelleert. Ik wil geen moment de suggestie wekken dat de 458 een brievenbus is, maar in de McLaren, omdat de voorruit zo ver naar beneden doorloopt en de bovenkanten van de wielkasten precies over de wielen doorlopen, weet je altijd precies waar je je bevindt.
Ja, ja, ja, ik hoor het je zeggen. Maar is ie snel? Ja. Waanzinnig snel. In Track-modus, met alle rijhulpen teruggezet tot het absolute minimum, vliegt de auto. In een rechte lijn en rond de bochten, durf ik te stellen dat ie sneller is dan een 458. Met de optionele keramische remmen en die grote vleugel op de achterkant, zou ik zeggen dat ie ook sneller stilstaat.
Bovendien voelt de McLaren dankzij de turbo meer gespierd. Als ik zo vrij mag zijn om de Ferrari te vergelijken met een ijsvogel, is de MP4-12C een Jan van Gent. Zoek dat maar op.
‘Je krijgt het idee dat de MP4-12C is ontworpen door een computerprogramma en is gevormd door een simulator. Waarschijnlijk is dat ook zo’
De versnellingsbak is echter niet zo briljant. In de 458 trek je gewoon aan de flipper en je zit in de volgende versnelling, terwijl in de McLaren het schakelen in twee etappes gaat. Je trekt een beetje aan de flipper waarmee je de bak laat weten of je wilt op- of terugschakelen en dan trek je nog iets harder en dan schakel je naar een andere versnelling.
Dat klinkt slim, maar in de praktijk moet je meer moeite doen om te schakelen dan je zou denken. En omdat ik fundamenteel lui ben, liet ik de versnellingsbak meestal wel weten welke kant ik op wilde qua schakelproces, maar vervolgens liet ik de flipper los voordat we er uiteindelijk waren.
Dat gezegd hebbende, is de tractiecontrole fantastisch. In plaats van je te laten weten dat je je moet gedragen door de brandstoftoevoer af te knijpen, vraagt het je om binnen te komen voor een kop thee en plaats te nemen op een stoel en herinnert je er op vriendelijke wijze aan dat je de boel een beetje hebt laten overkoken, vriendelijke vriend.
Dus, wanneer we het geheel mathematisch of wetenschappelijk benaderen, dan lijkt het erop dat de MP4-12C erin is geslaagd om zijn rivaal af te troeven.
Maar, hoewel wetenschap en mathematica zeer belangrijk zijn in de jacht naar meer snelheid, moet de emotie ook worden meegenomen in de som. En juist op dit gebied weet ik niet of de McLaren wel zo goed mee kan komen.
Bekijk de auto eens goed. Hij is mooi en heeft zeker de uitstraling van een supersportwagen, maar waar is de flair? Waaraan kun je zien dat er een menselijk wezen betrokken is geweest bij de ontwikkeling? Het is allemaal een beetje te klinisch. Je krijgt het idee dat hij is ontworpen door een computerprogramma en is gevormd door een simulator. Waarschijnlijk is dat ook zo.
Dan is er nog het geluid. Natuurlijk, een Ferrari is een schreeuwlelijk, maar het geluid is kippenvel-opwekkend. Het geluid dat een MP4 maakt, zelfs bij vol volume in Track-modus is gewoon niet van hetzelfde niveau.
Dat geldt ook voor de rijervaring. De 458 voelt beweeglijker, behendiger, lichtvoetiger. Waarschijnlijk is ie het niet, maar zo voelt ie wel. Om kort te gaan, en om redenen die het onmogelijk maken om uit te leggen zonder af te dalen in de diepste krochten van mijn onderbuik, is de McLaren gewoon minder opwindend dan de 458.
Geen enkele auto doet mijn onderbuik tintelen, maar als zoiets toch ooit mocht gebeuren, zou het de 458 zijn die meer opwinding zou veroorzaken.
Natuurlijk staat het buiten kijf dat je de McLaren kunt gebruiken als alledaagse auto. Hij rijdt fantastisch, z’n motor kan in de fluisterstand worden gezet en het interieur is een veel leukere omgeving dan de binnenkant van de Ferrari. Maar waarom zou je een auto als deze dagelijks gebruiken?
Laat ik het zo zeggen. De Ferrari is als een paar sokken, de McLaren een panty. Wetenschappelijk en mathematisch en praktisch gezien is de McLaren beter. En toch, op de een of andere manier, is ie het ook niet.
Ferrari 458 Italia
Prijs: 265.318 euro
Motor: 4.499cc V8
Vermogen: 570 pk
Koppel: 540 Nm
0–100 km/u: 3,4 seconden
0–200 km/u: 10,4 seconden
Topsnelheid: 325 km/u
Max toerental: 9.000
100–0 km/u: 32,5 meter
Verbruik: 13,7 l/100 km
CO2-uitstoot: 307 g/km
Transmissie: zeventraps F1 met dubbele koppeling
Compressieverhouding: 12,5:1
Gewicht: 1.485 kg
Afmetingen (LxBxH): 4.527 x 1.937 x 1.213 mm
Gewichtsverdeling: 42% voor, 58% achter
McLaren MP4-12C
Prijs: 258.000 euro
Motor: 3.799cc V8 bi-turbo
Vermogen: 600 pk
Koppel: 600 Nm
0–100 km/u: 3,3 seconden
0–200 km/u: 9,1 seconden
Topsnelheid: 322 km/u
Max toerental: 7.000
100-0 km/u: 30,5 meter
Verbruik: 11,7 l/100 km
Transmissie: zeventraps automaat met dubbele koppeling
Compressieverhouding: 8,7:1
Gewicht: 1.434 kg
Afmetingen (LxBxH): 4.507 x 1.909 x 1.199 mm
Gewichtsverdeling: 42,5% voor, 57,5% achter
Reacties