Wie bouwt de grootste, meest boze wolf van de superstationroedel? En hoe denkt je familie er eigenlijk over? De Audi RS 6 neemt het op tegen de Mercedes-AMG E 63 S Estate en de Alpina B5 Touring Als je aan het ene uiteinde van een auto een gigantische V8 monteert en aan de andere kant een enorme bagageruimte, wat heb je dan? Nee, geen superstation – althans, nog niet meteen. Wat je eerst en vooral hebt, is een probleem. Want die twee elementen omvatten het ultieme automobiele dilemma: wat is het belangrijkst, praktisch nut of prestaties?
Ja, tussen die motor en kofferbak bevindt zich een kloof. We kunnen geen autosoort bedenken met een duidelijker – of groter – onderscheid tussen twee taken dan een superstation. Een hete hatch? Nee, want we nemen iets minder comfort en verfijning graag voor lief. Een rappe SUV? Ach, noem er eens een die écht zo goed rijdt als een snelle stationwagen? Nee, niet de Urus. Of de DBX. Of een Cayenne. Ze hebben allemaal de verkeerde vorm, en dat is onoverkomelijk.
De snelle familiestation wordt dus twee heel verschillende kanten op getrokken. Hij moet met alle typische familiezaken kunnen omgaan: spullen meesleuren op vakantie, ritjes van en naar school, op stap met de hond. Maar om zijn bestaan te rechtvaardigen, moet hij ook veel capabeler zijn dan de dieselversie die je voor de helft van de prijs kunt kopen. Elke keer als we in een RS 6 stappen, houdt deze kwestie ons weer bezig. In dit geval hebben we de beschikking over een Nardo-grijs exemplaar, compleet met het 1.750 euro kostende RS-sportonderstel met Dynamic Ride Control. Dat is uitgerust met normale schroefveren in plaats van de standaard lucht-vering, maar ook met hydraulische, kruislings gekoppelde dempers – net als een McLaren 720S.
Alpina B5 vs Audi RS 6 vs Mercedes-AMG E 63 S: allemaal V8
Net als z’n twee tegenstanders heeft hij een V8 met twee turbo’s aan boord, goed voor een vermogen van rond 600 pk. Dat is meer dan genoeg: deze auto’s tikken vanuit stilstand de 100 km/u aan in zo’n 3,5 seconden. Maar op dat moment zijn ze nog niet eens goed op stoom. Wat ze daarna tentoonspreiden, tot op het punt dat de teller allang cijfers aangeeft die met een ‘2’ beginnen – dat is pas echt indrukwekkend. De snelheid spreekt voor zich, maar verwar dat vooral niet met plezier. Snelheid is slechts één van de factoren die je plezier kan bezorgen – maar het kan je natuurlijk ook het meeste gedoe opleveren.
‘Bejaarde Duitse herders met heupproblemen klauteren het soepelst aan boord van de Mercedes’
Naast de RS 6 zetten we de binnenkort te faceliften Mercedes-AMG E 63 S Estate en de Alpina B5 Touring. BMW heeft het de afgelopen jaren niet nodig gevonden om een M5 Touring te bouwen. Door deze schandalige beslissing (maar wel een begrijpelijke, want de laatste M5-station verkocht voor geen meter) zag Alpina kans om de 4,4-liter M550i Touring uit te rusten met een nieuw inlaatsysteem, intercooler, zuigers, radiateurs en een paar grotere twin-scroll turbo’s. Zo creëerden ze een 5-serie Touring met 600 pk, 800 Nm en zonder snelheidsbegrenzing.
Mercedes is momenteel bezig om de E-klasse op te frissen, de bekende facelift halverwege de modelcyclus. Aanpassingen aan de E 63 S volgen nog, maar naast een herontworpen interieur en een nieuwe neus en lampen zullen we weinig mechanische veranderingen zien. Dus zelfs als je wacht op de faceliftversie (die voor de lente van 2021 gepland staat), zul je het waarschijnlijk nog steeds moeten doen met 612 pk en 850 Nm. Vergeet overigens niet dat Mercedes als enige verschillende gradaties van gekte aanbiedt. Dit is de maximus, waar de minimus zonder ‘S’ slechts 571 pk en 750 Nm heeft. De slappeling.
We zijn met deze stations op het circuit van Llandow in Zuid-Wales om de Hyde-kant van hun karakters te onderzoeken, maar gedurende de zes dagen hiervoor hebben we ze vooral rustig in het rond ge-Jekylld. Je moet het volgende weten over de dagelijkse omgang met deze auto’s. De Mercedes heeft de grootste bagageruimte (zowel qua vloeroppervlak als qua liters inhoud) en de laagste tildrempel. Bejaarde Duitse herders met heupproblemen zullen hier het soepelst aan boord kunnen klauteren. De BMW heeft een los te openen achterruit. Dit wordt vaak vergeten, maar is bijzonder nuttig: je kunt gemakkelijk iets inladen in krappe ruimtes of je hond op een parkeerplaats een adempauze geven zonder dat hij meteen z’n vrijheid tegemoet sprint. Allemaal hebben ze een elektrische kofferklep, ruimte onder de vloer en haken om je spullen aan vast te sjorren.
‘Zowel de Alpina als de Audi werkt meteen ontspannend. Je zakt weg in zachtere stoelen’
Zit je achterin? De Alpina heeft de zachtste, meest comfortabele achterbank, de Mercedes de meeste ruimte en de Audi een beetje van beide. De meesten van ons vinden het prettiger om de knieën iets meer te buigen en de billen te laten knuffelen in de Alpina. De bank in de Mercedes is niet heel vergevingsgezind: met z’n harde vulling gaat ie ongetwijfeld jarenlang mee, maar je zult elke paar uur even moeten stoppen zodat je passagiers het gevoel in hun achterste kunnen terugkrijgen. Die aanwijzing zie je soms ook (in iets minder detail) op matrixborden staan, dus wie weet was het wel de bedoeling.
De E 63 bestookt je niet alleen met z’n sportieve inslag via de taaie en diep gebolsterde zittingen, maar ook via knoppen op de console en het stuur die erop staan dat je de uitlaat openzet, met de hand schakelt, de rij-modus opschroeft, de tractiecontrole terugdraait, enzovoort. Hij vraagt het meest van je. Niet alleen door al die knoppen, maar ook doordat het design zo druk is. Hij zit prachtig in elkaar en is gemaakt van mooie, fijn aanvoelende materialen, maar er is een hoop aan de hand. En je zult je uitgebreid moeten verdiepen in de configuratie van de schermen.
Ontspannende auto’s
Zowel de Alpina als de Audi werkt onmiddellijk meer ontspannend. Hier zak je weg in zachtere stoelen (vooral in de B5 dus) en kijk je uit op minder hectische dashboards. Vooral dat van de Audi is bijzonder netjes – tot je op de startknop drukt en de drie schermen tot leven komen. De overstap naar enkel touchscreens heeft in ieder geval de middenconsole aardig opgeruimd, en de bediening voor de dynamische functies is niet bepaald opzichtig aanwezig. Er zit een instelbare RS-knop op het stuur en een keuzeknop voor de rij-modi onder het onderste scherm. Het is het aantrekkelijkste interieur van de drie en het gemakkelijkste om mee te leven. Je kunt zelfs een met alcantara bekleed stuur krijgen.
In de Alpina, niet geheel verrassend, waan je je het meest in een conventionele stationwagen. Als je de logo’s, de stiksels en de graphics op het scherm wegdenkt, had je net zo goed in een 530d kunnen zitten. Daar is niets mis mee, temeer omdat de snelheid op deze manier nog sterker verrast. Alpina’s zijn altijd ingetogen auto’s geweest waarmee je onder de radar kunt vliegen. Als het aan ons lag, maakten we deze testauto zelfs nog iets minder opvallend door de grote letters en de striping te verwijderen. De Alpina is voor degenen die niet per se met hun potentieel te koop hoeven te lopen.
De andere twee zijn borstkloppers. De duister zwarte Mercedes ziet er sinister uit, en hoewel het interieur van de RS 6 misschien niet heel uitbundig is, ligt dat bij de buitenkant wel anders. De wielkasten zijn 70 millimeter uitgeklopt ten opzichte van een standaard A6 Avant, er steken een stel flatulente pijpen onder z’n unibrow-achtige achterkant uit, en aan de voorkant zie je enkel hoeken en vouwen en agressieve kwaadheid.
De Audi RS 6 is comfortabeler dan de Alpina B5
Hij doet grotendeels alsof. Bij de andere twee sluiten de visuele eigenschappen aan bij het rij-karakter, maar de Audi is anders. Z’n onderstel is zo comfortabel als dat van de Alpina – nee, comfortabeler. Dat is het vermelden waard. Ja, de luchtgeveerde versie krijgt het echt goed voor elkaar om te verhullen dat je op 22-inch wielen rijdt. Maar deze meer hardcore set-up is nog steeds bijzonder indrukwekkend. De Alpina is wat zachter, maar heeft niet dezelfde controle over z’n carrosserie als de RS 6, noch de bandbreedte van diens adaptieve dempers. Wij zouden deze Dynamic Ride Control-ophanging zeker bestellen – het weggedrag is natuurlijker, de reflexen zijn scherper en de besturing is puurder. Je beseft nooit echt met hoeveel gewicht de RS 6 moet jongleren (hij weegt 2.075 kilo). Dit komt vooral door de standaard achterwielbesturing, die de auto een heel stuk leniger maakt en onderstuur onderdrukt.
Zo houdt de RS 6 zichzelf op een uitdagende weg beter in bedwang dan de B5, die eigenlijk meer overkomt als een soort Autobahn Express. De vering is een beetje te zacht en te lui om het onderstel scherp te laten aanvoelen, en van de motor gaat minder urgentie uit. De RS 6 en E 63 S geven je beide de volledige bult koppel bij 2.500 tpm, maar de B5 komt vriendelijker op gang en bewaart de beste -respons en de echte kracht voor boven de 4.000 tpm. Hij is daardoor minder onmiddellijk bevredigend, maar stemt uiteindelijk oh zo tevreden. De motor is wat stiller en prachtig soepel, de besturing voelt kalmer aan in je handen en je kunt ’m op een schitterende manier uit bochten dirigeren.
Onderstuur of overstuur?
Waar de Audi z’n power gelijk verdeelt tussen de voor- en achteras, wat op Llandow resulteert in onvermijdelijk onderstuur, voeren de B5 en de E 63 zo’n 80 procent naar achteren – en zodra die wielen een stap opzij doen, verplaatsen ze de aandrijving vloeiend naar voren, zodat je neutraal de bocht uit komt. Beide voelen heerlijk aan, maar er is er maar één die we als vasthoudend zouden bestempelen.
‘De RS 6 heeft de beste balans te pakken. Het is de auto die je familie het makkelijkst zal accepteren’
Je zou de E 63 prima in kunnen zetten om je Ariel Atom naar een circuitdag te slepen. Maar eenmaal aangekomen zou je waarschijnlijk liever de trailer loskoppelen en met de trekauto de baan op gaan. Hij maakt het beste geluid, heeft het fijnste weggedrag, is het agressiefst en het vermakelijkst. Bij het insturen vertoont hij echte bite, z’n stuurgevoel stijgt boven dat van de andere auto’s uit, de remmen zijn het machtigst, de motor het kwaadst en hij is het snelst op het rechte stuk. De andere twee kunnen omgaan met een circuit, maar de E 63 slikt het voor zoete koek. Hij is met gemak de leukste, ook op de weg. Hij fascineert het meest, weet de bestuurder te betrekken en hij biedt iets dat met recht in de buurt komt van een sportauto-ervaring. Maar…
Weet je nog hoe we deze ‘Alpina B5 vs Audi RS 6 vs Mercedes-AMG E 63 S’-test begonnen? Je zult bewust moeten beslissen of je je familie hieraan wilt onderwerpen. Zelfs in de Comfort-stand word je in de AMG door elkaar geschud, waarbij de auto je eraan blijft herinneren dat je ’m eigenlijk harder aan moet pakken. Dat is fantastisch voor jou achter het stuur, en het is binnenin ook betrekkelijk stil, maar de E 63 S lijkt altijd klaar voor de aanval, en de vibraties en veranderingen in het wegoppervlak die door de RS 6 en B5 zo goed worden gefilterd, geeft hij juist aan je door. Dat kan je hond waarschijnlijk weinig schelen, maar je familie mogelijk des te meer.
Dit is dus jouw dilemma, mazzelaar met bijna twee ton op zak en een bijzonder goede autosmaak. Dit zijn alle drie ontzettend coole auto’s. Veel minder lomp dan een X5 M, Cayenne Turbo of GLE 63. Als je iets zoekt waarmee je zonder enige moeite door Europa kunt schieten (en met het laagste verbruik: als we ons best deden, haalden we 9,4 l/100 km, waar we met de andere auto’s net geen 11 liter konden aantikken), moet je de Alpina hebben.
Maar de Audi en AMG zijn meer geschikt voor de zaken waar je een superstation eigenlijk voor koopt. Ze zijn lolliger op bochtige wegen, hun motoren stampen harder, ze hebben meer visuele impact en sportievere dynamica. Uiteindelijk denken we dat de Audi RS 6 – met de DRC-ophanging – de beste balans te pakken heeft. Het is de auto die je familie het makkelijkst zal accepteren, omdat er nauwelijks sprake is van compromissen. Toch is de RS 6 niet onze keuze. Wij zouden de E 63 S nemen en onze familie wijsmaken dat ‘al dit soort auto’s zo hard geveerd zijn’. Want papa kan misschien niet alles hebben, maar papa kan er wel voor zorgen dat hij met sommige dingen wegkomt.
Uitslag: Alpina B5 vs Audi RS 6 vs Mercedes-AMG E 63 S
01: Mercedes E 63 S Estate (18/20)
De leukste rijeigenschappen, de grootste kofferbak, maar niet de prettigste familiemachine
02: Audi RS 6 Avant (18/20)
De gulden middenweg. Doet z’n best om alles te zijn voor iedereen. Heeft de beste balans tussen veercomfort en weggedrag
03: Alpina B5 Touring (16/20)
Autobahn-opslurper pur sang. Verfijnd en oercomfortabel, maar wel minder openlijk sportief dan z’n rivalen
Specificatie Mercedes-AMG E 63 S Estate (2020)
Motor: 3.996 cc, V8 biturbo
Vermogen: 612 pk
Koppel: 850 Nm
Aandrijving: vier wielen, 9v automaat
Acceleratie: 0-100 in 3,5 s
Topsnelheid: 250 km/u
Gemiddeld verbruik (opgave/test): 12,1/13,6 l/100 km
Gewicht: 2.070 kg
Bagageruimte: 640 l 1.820 l (bank omlaag)
Prijzen: € 181.114 (NL) / € 125.719 (B)
Specificaties Audi RS 6 Avant (2020)
Motor: 3.996 cc, V8 biturbo mild-hybride
Vermogen: 600 pk
Koppel: 800 Nm
Aandrijving: vier wielen, 8v automaat
Acceleratie: 0-100 in 3,6 s
Topsnelheid: 250 km/u
Gemiddeld verbruik (opgave/test): 12,5/13,8 l/100 km
Gewicht: 2.075 kg
Bagageruimte: 565 l 1.680 l (bank omlaag)
Prijzen: € 182.744 (NL) / € 123.050 (B)
Specificaties Alpina B5 Touring (2020)
Motor: 4.395 cc, V8 biturbo
Vermogen: 600 pk
Koppel: 800 Nm
Aandrijving: vier wielen, 8v automaat
Acceleratie: 0-100 in 3,5 s
Topsnelheid: 325 km/u
Gemiddeld verbruik (opgave/test): 10,9/11,7 l/100 km
Gewicht: 1.970 kg
Bagageruimte: 530 l 1.670 l (bank omlaag)
Prijzen: ca. € 165.000 (NL) / ca. € 123.000 (B)
Reacties
theo kersten heeft op 30 december 2020 geschreven:
theo kersten heeft op 30 december 2020 geschreven:
prima autos, alleen beetje duur in nl.