De coureurs onderling met elkaar laten knokken is geen goed idee
Ferrari lijkt weer op het juiste pad te zitten. Na een hoop ellende en onhandigheden pakten ze aflopen weekend opnieuw de eerste plek. Met één auto tenminste; Rome is niet in één dag gebouwd. Maar nu ze twee goede auto’s lijken te hebben, hebben ze misschien het volgende probleem te pakken. Want wie is nou de nummer één binnen het team?
Robert Doornbos schrijft in zijn column voor TopGear Magazine: ‘Eerst hadden we de sprintrace. Daarin werd wel agressief gereden, maar er werd ook niet al te veel risico genomen. Behalve bij Ferrari, want die waren lekker met elkaar aan het vechten. Dat is een onhandige strategie, want Max kon daardoor aan de horizon verdwijnen.’
Volgens Doornbos is het laten knokken van coureurs op de baan geen goede strategie. ‘Als Mattia Binotto dit laat gebeuren, is er geen duidelijke rangorde in het team. Je moet als leider van zo’n organisatie echt wel duidelijk laten merken wie de baas is.’ Op Silverstone zag je ook al dat Sainz de teamorders tegensprak. Dit leverde hem uiteindelijk wel de winst op.
Maar misschien lijkt het alleen van buitenaf zo dat het team geen heldere lijnen trekt. Je weet immers nooit wat er achter de schermen gebeurt. Robert Doornbos zegt daarover: ‘We zagen op Silverstone al het gesprek met Leclerc met dat vingertje. Hij zal er dus wel bovenop zitten, maar soms oogt dat niet zo, omdat hij toch een vrij stille man is.’
