De Burnenville is een negatief verkante, dalende bocht naar rechts waar je in een moderne Formule 1-auto met circa 340 km/u doorheen zou kunnen, plankgas. Misschien nog iets sneller, als je heel goed kunt sturen en de juiste F1-auto hebt. Het is een bocht op het oude Spa-circuit en wellicht de meest onweerstaanbare plek van alle circuits ter wereld.
Een stukje geschiedenis
Ik schrijf dit twee dagen voor de start van de 24 Uur van Spa, de grootste GT3-race op onze planeet. Om op dit soort momenten de loze uren te doden die nou eenmaal onvermijdelijk en onlosmakelijk zijn verbonden met autoraces, ga ik vaak even naar het oude Spa-circuit – tegenwoordig openbare weg – waar ik me probeer in te beelden hoe het moet zijn geweest om er te racen. Ik doe dat al sinds het jaar 2001, en toch kan ik me nog niet helemaal voorstellen hoe intens dat moet zijn geweest.
Spa: het beste circuit ter wereld
Het circuit van Spa is momenteel het beste van het beste in de Formule 1: het langste, het snelste en onder coureurs het populairste circuit – dat laatste vanwege de snelle bochten en de hoogteverschillen die je maag doen zuchten. De baan is 7.004 meter lang en wordt omringd door de prachtige heuvels van de Ardennen. Het oude Spa, met de uiterst linke bochten bij La Source en Blanchimont, was 14,1 kilometer lang. Wat betreft snelheid en rauw, angstaanjagend gevaar, is de Nürburgring Nordschleife in vergelijking een kinderspeelplaats met rubberen stoeptegels.
Nordschleife was er niets bij
Autoracen is, uiteraard, nog altijd te herkennen als de sport die het vier decennia geleden ook al was, maar er zijn noemenswaardige verschillen. Neem de 1.000 kilometer van Spa in 1970. Een jaar eerder had het F1-circus het circuit geboycot vanwege de veiligheid: Spa was simpelweg te snel en te gevaarlijk, maar om vrij onduidelijke redenen was de sportwagenbrigade blij met de paar veiligheidsconcessies die in 1970 werden gedaan en arriveerde men ter plekke in een stel Porsche 917’s en Ferrari 512’s die achterlijke snelheden zouden neerzetten op de baan van Malmédy.
In de kwalificaties haalde Pedro Rodríguez een gemiddelde (!) van bijna 255 km/u. Dat is dus harder dan de, weliswaar begrensde, top van de huidige Mercedes-AMG C 63, in een tijd dat normale gezinnen nog in een DAF of een Simca rondreden.
Een tijdperk van minimale veiligheid
Ik sta bij de Burnenville en probeer me voor te stellen hoe de bocht moet hebben aangevoeld in een Porsche 917. De hoeveelheid zerken, kruizen en monumentjes in het bos bij het uitkomen van de bocht maken duidelijk dat er hier consequenties zijn verbonden aan het maken van een fout. De 917 accelereerde niet alleen absurd snel, ook was de aerodynamica vreselijk instabiel en bevonden de voeten van de bestuurder zich voor de vooras. Een frontale botsing was bij 50 km/u waarschijnlijk al fataal; bij 300 km/u zou het lijken op een ongeluk in een Heinz-fabriek.
Ik heb een aantal coureurs uit die tijd ontmoet (niet Pedro – hij stierf helaas een jaar later in een Ferrari 512) en ze hebben allemaal iets sereens, iets bijna gelatens over zich. Zij zijn de weinigen die dat tijdperk van intense snelheden en minimale veiligheid hebben overleefd.
Spa wakkerde een discussie aan
Vanuit de Burnenville daalt het circuit licht naar de Masta Kink, waar het zich tussen een aantal huizen doorwringt – huizen geven altijd goed mee als je er hard tegenaan rijdt – en vervolgens snel omlaag duikt naar de oude Stavelot-bocht. Op Spa ging het om snelheid en niets anders dan dat. Vervaarlijke kronkels en halve bochten kwamen uit op eindeloze rechte stukken: het daagde de coureurs uit om het gas er steeds op te houden, zodat ze met net een paar extra kilometers per uur bij de volgende remzone aan zouden komen.
Vanwege Spa begon ooit het debat over snelheid en gevaar, de discussie tussen de traditionelen in de media en coureurs als Jackie Stewart. Is de sport nu te veilig? Ik denk dat er een gebrek aan risico’s is, en dat veel moderne circuits ontmande saaiheidsarena’s zijn – maar anderzijds wil ik ook geen mensen zien sterven.
Krankzinnig, maar wonderschoon
Het oude Spa was krankzinnig. Ik zou er graag een paar rondjes op snelheid hebben willen rijden, maar ik zou er mijn leven niet voor hebben willen wagen. Misschien betekent dat dat ik de ware gladiatorengeest ontbeer? Dat ik geen man van staal ben? Voor mij is het nieuwe Spa een opwindende baan die zowel straft als beloont. Het oude Spa is nog altijd zichtbaar, een plek om met open mond te observeren. Maar al snel denk je dan, net als bij zoveel zaken in de menselijke geschiedenis: hoe heeft het ooit kunnen bestaan?
Reacties