Als autofabrikant moet je blijven innoveren, aldus autofabrikanten. Ik vraag me af of het hun verkopen echt zo ernstig zou beïnvloeden als ze de schermen in hun auto’s wat minder uit de klauwen lieten groeien. Of als ze je niet nóg meer autonome foefjes zouden geven waardoor je op de snelweg met je kinderen gaat zitten Pim-Pam-Petten. Maar goed: de realiteit van 2019 is dat we met z’n allen almaar meer technologie willen. Juist ook onderweg. De nieuwste digitale verwennerij waarmee we worden gepaaid, is er een die al jaren op conceptcars verschijnt en zelfs al een keer het productiestadium haalde – op de in beperkte oplage gebouwde Volkswagen XL1. Bereid je voor: we staan aan de voet van een revolutie op het gebied van spiegels.

Cameraspiegels: ze zijn er

Vanaf nu kan het grote publiek, voor zover je kopers van premium SUV’s ‘het grote publiek’ kunt noemen, achteropkomend verkeer in de gaten houden met camera’s in plaats van spiegels. In Japan rust Lexus de ES ermee uit; bij ons is het systeem optioneel verkrijgbaar op de nieuwe, elektrische Audi e-tron. En je weet nu al: de meeste exemplaren zullen ermee worden uitgerust. Want je kiest niet voor een rollende technologiebom van 84 mille om vervolgens de meest opvallende nieuwe gimmick achterwege te laten. De camera’s staan op cool gelijnde, slanke stengeltjes en kijken door een verwarmde groothoeklens naar achter. Het beeld sturen ze door naar 7-inch oled-schermpjes in de deurpanelen, waar de bestuurder met zijn vinger overheen kan swipen om het naar boven, beneden of opzij te verplaatsen. De e-tron past het beeld zelf ook aan, afhankelijk van of je op de snelweg rijdt of in de stad, of aan het parkeren bent. Klinkt allemaal goed doordacht, en dat is het ook. Maar met één ding is geen rekening gehouden: cameraspiegels zijn een stom idee.

Waarom?

Om twee redenen. Ten eerste: ze zijn duur. In dit geval ruim 1.800 euro voor een setje, zonder de duizenden euro’s aan pakketten mee te rekenen die Audi je eerst verplicht te bestellen. En dat is alleen nog maar de aanschaf. Want wat doet een dronken, opgeschoten stuk ellende in hartje Amsterdam als hij op vrijdagavond een mooie, glimmende Audi met twee chique camerasprietjes ziet staan? Precies: hij kan de verleiding niet weerstaan en trapt ze eraf. Dat is bij een gewone spiegel al vervelend. Bij camera’s van 1.800 euro mag je je verzekeraar de derde keer wel een taart sturen. Maar het grootste bezwaar tegen cameraspiegels heeft te maken met je ogen. Als je autorijdt, is je blik op de verte gericht; je ogen stellen zich scherp op het oneindige, zodat je kunt zien wat je voorliggers allemaal uitspoken. Kijk je vervolgens door een normale spiegel naar achteren, dan hoeven je ogen zich niet aan te passen. Je kijkt immers nog steeds in de verte, naar een beeld met echte diepte. Bij een plat beeld op een scherm in je deur moet je je focus naar voren halen, van 50 meter ver naar 50 centimeter voor je neus. In druk verkeer schiet mijn blik constant heen en weer, van de voorruit naar de binnenspiegel naar de zijspiegels en weer terug. Omdat ik, zoals iedere verkeersdeelnemer die niet in zijn telefoon leeft, graag overzicht houd. Wanneer mijn spiegels plots schermen zijn geworden – en ja, de binnenspiegel begint bij onder andere Land Rover al hetzelfde trekje te vertonen – wordt dit proces al snel een stuk vermoeiender voor je ogen. Probeer maar eens afwisselend scherp te stellen op de verkeerssituatie vóór je en op je snelheidsmeter of je navigatiescherm. Niet af en toe, zoals gewoonlijk, maar om de paar seconden. En dat dan gedurende je hele rit in de spits. Die hoofdpijn die je voelt, heet vooruitgang.

Alles voor de gadgets

Cameraspiegels zijn zeker niet het eerste voorbeeld van iets dat niet beter wordt door vernieuwing. Vettige aanraakpaneeltjes in plaats van fysieke knoppen. Oost-Indisch dove spraakbediening. Infiniti’s onvoorspelbare steer-by-wire-systeem. Elektrisch bediende deurgrepen (met, jawel, een verplichte mechanische back-up voor als je accu het begeeft). De lijst is lang en wordt steeds langer. Maar dit is er wel een voor de top 5: iets simpels en doeltreffends, dat zich al een eeuw bewezen heeft en hooguit met een fractie meer windgeruis en luchtweerstand gepaard gaat, vervangen door iets duurs en onprettigs. Progressie is prachtig – zolang iets er daadwerkelijk op vooruitgaat. Maar op het moment dat alle auto’s zo’n camerasysteem hebben, denk ik dat ik er bij de mijne een paar make-up-spiegels overheen plak.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear