
Eindelijk komt er dan een auto met de befaamde Nismo-badge onze kant op. En het is de eerste van vele, als we Nissan mogen geloven, want de Japanners zijn van plan om rond 2030 liefst vijftien elektrische modellen op de markt te hebben – en daar moeten ook diverse sportieve varianten bij zitten. De eerste van dat spul is deze jongen hier: de Nissan Ariya Nismo.
Hij is dus gebaseerd op de al bestaande elektrische crossover. Het is natuurlijk niet de eerste ‘sportieve’ elektrische crossover die we ooit hebben gezien, al zegt Nissan dat dit geen, herhaal, géén directe concurrent is van de Hyundai Ioniq 5 N en Kia EV6 GT. Wat ie op de korrel wil nemen, zijn de Ioniq 5 N-Line en EV6 GT–Line – nogal een verschil – en auto’s als de Volkswagen ID.4 en ID.5 GTX.
Het uiterlijk is sportiever
Het zal niemand ontgaan dat het uiterlijk sportiever is dan dat van de standaard-Ariya, met een nieuwe splitter aan de voorkant, een ducktail-spoiler, 20-inch lichtmetalen Enkei-velgen en een op de Formule E geïnspireerd mistachterlicht. Alsof mensen een reden nodig hadden om de godganse tijd met hun mistlampen aan te rijden.

Binnenin krijg je Nismo-wijzers, een rode startknop op een nieuw dashboard van zwartgekleurd hout en rode stiksels op stuur, stoelen en deurpanelen. In dat hout zitten trouwens op fraaie wijze drukknopjes verborgen, die je echter zo hard moet indrukken dat het vaak lijkt alsof ze het gewoon niet doen. Dat had eleganter gekund.
De Nissan Ariya Nismo heeft twee motoren met meer vermogen
Onderhuids heeft ie de tweemotorige set-up van de Ariya e-4orce, maar het vermogen is omhoog geschroefd naar 435 pk, een stijging van 130 pk. Al is dat verschil een tikkeltje aangedikt: er was al een Performance geheten versie van de Ariya die een ook heel aardige 394 pk leverde, maar die hebben ze voor het gemak maar uit het programma geschrapt. Het koppel blijft (ten opzichte van die Performance) met 600 Nm gelijk, maar is wel anders verdeeld: 60 procent gaat nu naar de achteras. Een sprintje naar 100 km/u doet ie in 5,0 seconden, wat een hele tiende sneller is dan zijn normalere tweemotorige broertje.

De besturing en ophanging zijn ook opnieuw afgesteld, met een nieuwe stabilisatorstang aan de voorkant en stijvere veren (vooraan 3 procent, achter 10 procent). De remmen blijven hetzelfde, al is het ABS anders gekalibreerd, wat in combinatie met de extra plakkerige Michelin Pilot Sport EV-banden (die niet best zijn voor het bereik; je komt met de Nissan Ariya Nismo maar 420 kilometer ver, tegen 498 kilometer in de reguliere) zou moeten leiden tot een remweg die 8 procent korter is.
Hij voelt niet wezenlijk sneller dan een standaard Ariya
Zo op het oog is dit allemaal niet per se iets om een lange brief over naar huis te schrijven. En zo blijkt het ook te zijn. Dit topmodel voelt niet wezenlijk sneller aan dan de gewone Ariya met twee motoren, zelfs niet in de Nismo-modus, waarin je hem moet zetten om de volle power en de focus op achterwielaandrijving te ervaren. Hij geeft je ook niet meer dynamische betrokkenheid (of meer nepgeluid), dus heel veel leuker om te rijden is hij niet. Het extra vermogen blijkt trouwens ook een forse invloed op het stroomverbruik te hebben; die 420 kilometer ga je van z’n lang zal ze leven niet halen.

En het onderstel – dat bij de normale versie al aan de stevige kant is – is voor een familie-crossover domweg te hard. Door lange, snelle bochten heeft hij mede dankzij de koppelverdeling meer dan genoeg grip, al is hij gevoelig voor wielspin. En je wordt er al gauw aan herinnerd dat je in een kolos van 2,2 ton zit als je hem met iets te veel enthousiasme een bocht in slingert. Op dat soort momenten ga je je ook afvragen of het niet-upgraden van de remmen misschien een vergissing was.
De Nissan Ariya Nismo is niet de beste keuze
In alle eerlijkheid? De Ariya Performance was nauwelijks langzamer, een stuk comfortabeler en je kwam er verder mee, waarmee deze Nismo een beetje aanvoelt als een halfhartige poging. ‘Nismo-Line’ was passender geweest. Het is dan ook geen wonder dat Nissan woorden tekortkwam om te benadrukken dat dit geen rivaal is van de Ioniq 5 N.
Het is jammer dat de naam Nismo, waar zoveel fraaie, écht sportieve connotaties aan kleven, nu wordt teruggebracht met een versie die het in veel opzichten ‘net niet’ is. Nismo had een leukere auto verdiend.
Prijs (Nederland) | € 61.190 |
Prijs (België) | € 65.900 |
Aantal motoren | 1 |
Vermogen | 436 pk / 320 kW |
Koppel | 600 Nm |
Accucapaciteit | 87,0 kWh |
Aandrijving | Vierwielaandrijving, traploze transmissie |
Acceleratie (0-100 km/u) | 5,0 seconden |
Topsnelheid | 200 km/u |
Verbruik | 24,5 kWh/100 km |
Actieradius | 417 km |
Laadtijd | 31 minuten (10-80% bij 128 kW snellader) |
Afmetingen (l x b x h) | 4.655 x 1.850 x 1.660 mm |
Wielbasis | 2.775 mm |
Gewicht | 2.218 kg |
Bagageruimte | 415 / 1.280 liter |
Beter kan ik het zelf niet verwoorden dus ik herhaal het hier maar een keer:
“ Het is jammer dat de naam Nismo, waar zoveel fraaie, écht sportieve connotaties aan kleven, nu wordt teruggebracht met een versie die het in veel opzichten ‘net niet’ is. Nismo had een leukere auto verdiend.”