Niets zo effectief als je verleden aangrijpen om je moderne ideeën wat kracht bij te zetten. Opel maakte in 1970 voor het eerst een pittig GS/E-model – de Commodore – en heeft nu bedacht dat die combinatie van letters weleens handig kan zijn voor de nieuwste lichting vlotte plug-in hybrides. Te beginnen met de Grandland GSe, voorheen bekend als de Hybrid4, en deze nieuwe Opel Astra GSe.

Waar die Grandland (waarmee we volgende maand een blokje om doen) nog aardig stevig uit de hoek komt met een gecombineerde 300 pk, moet de Astra het doen met 225 pk. Meer GTI dan R dus, als je ’m langs de VW-lat zou leggen. Volgens diezelfde redenering mogen we ons wellicht nog eens op een sterkere über-Astra verheugen, maar dat is voor later. Nu pakken we deze voorwielaandrijver mee voor een bevlogen rondje over lege Spaanse wegen.

De aandrijflijn kennen we al

We kunnen doen alsof het allemaal heel nieuw is, maar precies deze aandrijflijn wordt natuurlijk al jaren geleverd in Peugeots, Citroëns, DS’en en andere Stellantisjes. Dat is het nadeel van 73 merken in je portfolio hebben: het gaat allemaal een beetje op elkaar lijken.

Gelukkig heeft Opel zich de moeite getroost om de Opel Astra GSe op andere manieren wat sjeu mee te geven, te beginnen met het uiterlijk. Die voorbumper oogt een stuk imposanter dan standaard, het dak is altijd zwart en de wielen zijn gemodelleerd naar die van die coole Manta retro-conceptcar van een tijdje geleden.

Het interieur van de Opel Astra GSe

Binnenin zien we meer zwart, wat carbon-achtige stripjes en mooie GSe-stoelen, zoals gebruikelijk met het zegel van de Duitse ruggengraatvereniging. De carrosserie ligt 10 millimeter lager bij de grond en het onderstel werd uitgerust met nieuwe veren en een stel Koni-dempers met Frequency Selective Damping. Die bevatten een extra klep die de olie, eh, nou ja. Ze zijn beter, is waar het op neerkomt.

Opel Astra GSe (2023) interieur overzicht

Ook de besturing werd aangepakt: Opel belooft een 9 procent snellere stuurrespons en meer precisie rond de middenstand. En er is iets kunstigs dat ze GSe Engine Sound Enhancement noemen. Al met al een beste lijst aanpassingen om deze Astra van vanillestokje naar milde chilipeper te tillen.

En het heeft gewerkt: de auto houdt zichzelf mooi in toom bij rare verkantingen en hobbels in bochten, de vlotte besturing is je vriend en de viercilinder en elektromotor weten er niet overdreven veel, maar zeker voldoende vaart in te krijgen. Er zitten goed merkbare verschillen tussen de rijmodi en hoewel je de toeren afleest van een wat knullig balkje, ís er tenminste nog een toerenteller.

De nadelen van de Astra GSe

De transmissie is het zwakke punt in de hele ervaring: die schakelt wat sleurend, reageert soms laat op je commando’s en kent bovendien geen volledig manuele modus, waardoor je steeds tegen het brein van de auto aan het flipperen bent wanneer je een leuke bochtencombinatie tegenkomt. Het motorgeluid, enhancement of niet, klinkt ook niet heel spannend.

Maar dat zijn allemaal geen enorme struikelblokken. Sportief-light was het doel, en dat is hoe deze GSe van voor tot achter aanvoelt. Hij kan tot 64 kilometer elektrisch rijden (al is 45 kilometer realistischer) en optioneel met 7,4 in plaats van 3,7 kW laden – dat had op deze topversie ook best standaard mogen zijn. De Astra is wat ons betreft de fraaiste middenklasser uit de Stellantis-stal, en met deze techniek en dit aangedikte uiterlijk wordt ie er alleen maar aantrekkelijker op.

Specificaties van de Opel Astra GSe (2023)


Motor
1.598 cc
viercilinder turbo hybride
225 pk @ 6.000 tpm
360 Nm @ 1.750 tpm
Aandrijving
voorwielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 7,5 s
top 235 km/u
Verbruik (gemiddeld)
1,1 l/100 km
25 g/km CO2 A label
Afmetingen
4.374 x 1.860 x
1.442 mm (l x b x h)
2.675 mm (wielbasis)
1.703 kg
42 l (benzine)
352 / 1.268 l (bagage)
Prijzen
€ 49.499 (NL)
€ 47.433 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)