We beginnen met een dragrace, omdat we op die manier een indruk zullen krijgen van wat ons te wachten staat. We zitten in de Ariel Nomad en beginnen het bange vermoeden te krijgen dat we tezamen niet op onze taak berekend zijn. Zowel de Nomad als wij, dus.
Oké, goed, hij heeft spijkerbanden en schijnwerpers en lijkt hier net zo op zijn plaats als de sneeuwscooter. En te midden van andere auto’s, gewone auto’s, ziet hij er indrukwekkend uit, klaar voor een noordpoolexpeditie. Je hoeft er alleen maar een span husky’s voor te zetten en ze aan te sporen. Naast de M5, de NSX en zelfs de Ignis lijkt de Ariel Nomad opeens heel erg Scandi-native.
Maar verander het plaatje nu en bekijk de Ariel Nomad in een context met een RX2 ijsracer en een Polaris 800 Switchback XCR. Beide zijn producten van deze omgeving. Je ziet aan alles dat ze voor dit terrein uitgerust zijn.
IJskonijnen
Sneeuw en ijs, alleen dat kennen ze, en je hoeft ze er niet voor aan te passen door ze te voorzien van een andere set banden. Hetzelfde geldt voor de menselijke hoofdrolspelers. De een heet Mattias Lonn en maakt wheelies (rupsies?) op sneeuwscooters.
De ander heet Kevin Eriksson en is bekend van een van de sterkste rallycross-staaltjes aller tijden (google maar even: ‘Kevin Eriksson overtake’). En wij? Wij zijn de watjes die zich aan deze omgeving hebben aangepast door twee extra lagen kleding aan te trekken en een thermosfles hete thee mee te nemen.
De motoren ronken. Je kunt de 2,0-liter motor van de Nomad met z’n 238 pk niet horen als de 2,4-liter motor van de Fiesta met 314 pk een kabaal maakt dat elke eland in een straal van tien kilometer op hol doet slaan. Normaal gezien hebben Fiesta’s geen 2,4-liter motoren met 314 pk. Maar dit is dan ook geen Fiesta.
De sneeuwscooter is wel een sneeuwscooter. En ook hij maakt zo veel herrie dat de geluidsgolven bijna tastbaar zijn. De bron is een tweecilinder van 800 cc. En de man die in het zadel zit, ziet er verontrustend zelfverzekerd uit.
Wie gaat er winnen?
Toen we even hiervoor met Kevin praatten, maakten we snel een paar rekensommen. Hij vertelde ons dat RX2-auto’s minimaal 1.200 kilo wegen, wat volgens onze berekeningen neerkomt op een vermogen/gewichtsverhouding van zo’n 250 pk per ton.
Dat is niet verkeerd, maar de Ariel Nomad, die 735 kilo weegt, kan dus bogen op 320 pk per ton. Natuurlijk, hij heeft twee aangedreven wielen minder, maar we maken toch vast nog wel kans op de overwinning? Op dat moment weten we nog niet dat de Polaris 145 pk levert en 200 kilo weegt, wat een vermogen/gewichtsverhouding betekent van 725 pk per ton.
Zelfs nu nog kunnen we, even los van een Koenigsegg of Hennessey, geen auto voor op de openbare weg bedenken die daar ook maar bij in de buurt kan komen.
En dit is wat er gebeurt. Als je goed naar de foto hierboven kijkt, zie je sneeuw en ijs tegelijk achter de banden en rupsband omhoog stuiven, wat erop duidt dat de start eerlijk verloopt. Maar wat er daarna gebeurt, is niet eerlijk. Beste lezer, ze laten ons sneeuwhappen.
We geven niet op…
Een fractie van een seconde nadat de fotograaf de foto neemt, weten we twee dingen zeker: dat we gaan verliezen, en dat we geen idee hebben welke richting we op gaan. Wat blijkt? Vol gas starten met een sneeuwscooter en een RX2 werpt zo snel zo veel sneeuw op dat degene in de achtervolging maar beter kan stoppen, omdat hij door die witte muur geen hand voor ogen meer ziet.
Maar we stoppen niet. We gaan door in de ijdele hoop dat onze tegenstanders niet op die manier kunnen blijven accelereren en dat de Nomad hen, nu hij grip vindt, snel zal inhalen. Maar omdat de andere twee zoveel lawaai voortbrengen, wordt ons nog iets anders duidelijk. Ze lopen nog altijd uit, en niet zo’n beetje ook.
Als we uit de sneeuwmist opduiken, zien we Mattias een paar overwinningsdonuts draaien. Echt waar, op een sneeuwscooter. We wisten niet eens dat dat kon. Vervolgens komt Kevin, die bepaald niet teleurgesteld is door zijn tweede plaats, meedoen, en maakt vreugdedonuts om de sneeuwscooter heen.
Daar wordt onze cameraploeg heel blij van. Maar de man die verantwoordelijk is voor onze veiligheid trekt dusdanig wit weg dat hij volkomen onzichtbaar wordt te midden van al die sneeuw.
Hoe snel ging de Polaris 800 XCR?
Het parcours telde ongeveer 200 meter. Volgens Mattias zat hij tegen die tijd op 160 km/u. Van 0 naar 100 km/u in hoeveel seconden? Het begint met een twee. Het is duidelijk dat wij het ook eens moeten proberen. Een uiterst simpele operatie. Eigenlijk simpeler dan zou moeten voor iets wat in staat is tot acceleratie van superbike-niveau.
Draai het sleuteltje om in het contact – de Polaris heeft één versnelling en een centrifugaalkoppeling, dus je drukt simpelweg de duimgashendel in en weg ben je. We tuffen eerst een beetje rustig rond om te wennen aan zijn afmetingen en de wijze waarop de ski’s sturen.
Het lukt ons niet om net zo behendig te wenden en te keren als Mattias, maar we begrijpen al snel dat het van cruciaal belang is waar je je lichaamsgewicht positioneert – 75 kilo, ook al is het week West-Europees vlees, maakt een groot verschil op een apparaat van 200 kilo.
Als je je gewicht naar voren verplaatst, hebben de ski’s meer grip, en als je in de bocht tegenwicht biedt, zorg je ervoor dat de slee recht blijft liggen en compenseer je de middelpuntvliedende krachten.
Ga er gewoon voor!
Maar wat we écht zouden willen, is vanuit stilstand vol gas optrekken. Dat vereist enige voorbereiding, voor een deel mentaal. Maar aangezien ons voorstellingsvermogen nogal beperkt is, is het in ons geval vooral lichamelijk.
Mattias zegt dat we ons goed moeten vasthouden. Behalve dan dat hij dat helemaal niet zegt, omdat hij een Zweed is en heel ongedwongen omgaat met fenomenen als risico en gevaar. ‘Ga er gewoon voor!’ grijnst hij.
Omdat we onze geliefden graag nog eens terug willen zien, kiezen we voor een pragmatischer aanpak. We stoppen ergens waar de sneeuw zacht is, voor betere grip. Grijp de verwarmde handvatten zo stevig mogelijk beet, klop de sneeuw van je laarzen, plant je voeten stevig op de metalen beugels, buig zo ver mogelijk voorover, maak je schouders breed, knijp je billen samen en neem dan in gedachten de hele checklist nog eens door, totdat alleen je rechterduim nog maar ontspannen is. Dan span je ook die aan.
De achterkant hurkt zo ver door als mogelijk is, zo’n 35 centimeter. De voorkant komt omhoog, de uitlaat huilt en vervolgens schieten we weg met een snelheid van waarschijnlijk zo’n één miljoen km/u. Het gaat zo hard dat we ons weer achtjarigen voelen.
Een dergelijke ervaring van snelheid hebben we al jaren niet meer meegemaakt – zo heerlijk en zorgeloos. Motoren zijn te gevaarlijk, auto’s te besloten, waterscooters te bonkerig. En dit? Te midden van de zachte sneeuw en dat prachtige decor is dit simpelweg een duizelingwekkende belevenis.
De Polaris is trouwens zo luidruchtig dat we ons afvragen hoe lang het nog zal duren voordat er elektrische sneeuwscooters komen. Die zouden heel wat beter passen in een zo stille omgeving als deze.
En de Fiesta?
De Fiesta die geen Fiesta is, is ontdaan van veel van zijn plaatwerk, dus je kunt heel duidelijk zien hoezeer het geen Fiesta is. Aan de voorkant houden een paar metalen spijlen een dunne plaat plexiglas min of meer op zijn plek.
‘We kunnen de auto heel makkelijk veranderen van een Fiesta in een Peugeot 208, door alleen maar de koplampstickers en de vorm van de grille te veranderen’, laat Kevin weten. Onder de achterklep bevindt zich de in de lengterichting gemonteerde motor, die zijn vermogen door middel van een sequentiële Sadev-zesversnellingsbak op alle vier de wielen overbrengt.
Omdat het project nog in de kinderschoenen staat en ze de kosten zo laag mogelijk willen houden, heeft hij geen vierwielbesturing, geen ingewikkelde differentiëlen en alleen maar een heel beperkte mogelijkheid om de ophanging in te stellen.
Een stel belachelijk dunne bandjes met spikes, die er meer uitzien als iets wat je in een middeleeuwse kerker kunt vinden, brengen het vermogen op het ijs over.
De Ford Fiesta RX2 ijs racer is een echte
RX2 is de kweekvijver voor World Rallycross. De auto’s worden gebouwd door Olsbergs MSE, waar ze, toen ze zich afvroegen wat ze met hun bolides moesten doen in tijden dat er geen rallycros plaatsvond, de RX2 On Ice bedachten. We vragen aan Kevin wat er allemaal moet gebeuren voor het ombouwen.
‘Nou, we leggen er andere banden op en monteren een verwarmde voorruit, en dat is het wel zo’n beetje.’ Dus waar we zeiden dat de RX2 een product van zijn omgeving is, daar blijken de aanpassingen eraan even ingrijpend als die van ons aan de Ariel Nomad. Hm.
Toch beweert Kevin dat er op ijs niets sneller is dan dit. Waar dan ook. Maar 310 pk is niet zo waanzinnig veel, brengen we ertegen in. ‘Dat dachten wij ook, dus hebben we een paar jaar geleden een van de World RX-turboauto’s omgebouwd tot een versie voor op het ijs. 600 pk.
En weet je wat? Hij was minder snel! Je kon het vermogen gewoon niet goed doseren.’
Hij is zo scherp…
Het gaspedaal reageert bij het minste of geringste; als je het maar even met je zool aanraakt, begint de motor te brullen. Maar als je eenmaal op weg gaat, als je je er eenmaal vertrouwd mee voelt, is dit volkomen verslavend.
In de conservenblikcockpit heerst ongedempte helse herrie, getril en het gedaver van het differentieel, terwijl we de pook van de koppelingloze versnellingsbak heen en weer heen rossen, aan het stuur rukken, op de rem gaan staan en uitzinnig lachen.
De snelheid waarmee de RX2 door de bocht gaat, is totaal waanzinnig – je gooit het stuur om en je gaat vol op het gas, de motor jankt, alle vier wielen spinnen en je komt er prachtig op de ideale lijn weer uit. Iedere bocht weer.
Het doet ons denken aan de Hyundai WRC-auto waar we een paar jaar geleden in reden: verbazingwekkend behendig, haarscherp stuurgedrag, maar toch het gevoel dat hij goed voor je zorgt.
Wat kunnen we nu over de Ariel Nomad zeggen?
Dat hij zijn mannetje staat, verbazingwekkend genoeg. We blijven er dol op, vinden het geweldig hoe hij zich op deze hardcore banden voortbeweegt. Als de dag ten einde loopt, laten we Mattias erin los. Na drie rondjes vol flapperende antenne-actie is hij terug. En bekeerd. ‘Hij is echt geweldig, net zo’n oude Below Zero Porsche 911 – dat de motor achterin zit, is bevorderlijk voor de tractie zonder dat hij te veel overstuur vertoont.
Hij zou speciaal voor deze omstandigheden ontworpen kunnen zijn!’ Wat dus betekent dat wij, koukleumpjes, letterlijk het enige zijn dat hier niet op zijn plaats is.
Reacties