‘Weg’ is een tamelijk genereuze omschrijving voor waar we op rijden. Het is veeleer een rotsige ader die losjes ligt geschetst aan de enkels van een kleine berg. Een rijbaan vol met van alles, behalve verkeer; voornamelijk stof en stenen, en kale, stekelige bosjes die vanuit de bermen de kop opsteken, zo te zien met kwaaiige bedoelingen. De zon staat al laag, wat betekent dat deze Zero Labs Bronco wordt achtervolgd door een hoekige schaduw op een milliseconde afstand, een silhouet dat enigszins wordt vervaagd door het stofspoor dat we achter ons opwerpen terwijl we langzaam omhoog klimmen.
We kruipen over rotsen in de lage gearing, zoveel mogelijk gebruikmakend van het pad (een ‘weg’ willen we het al niet meer noemen), en trekken onszelf zo steeds een beetje verder omhoog, totdat het uitzicht zich aan ons openbaart en we daarom stoppen. We absorberen de aanblik van de verte als een ademteug; het is een uitzicht dat in pastelkleuren tegen de horizon lijkt te zijn geaquarelleerd.
Het is een scène die zo uit de jaren zestig zou kunnen zijn weggelopen, als je de auto meeneemt in het hele plaatje. Behalve dan wanneer je luistert, en beter kijkt. Want ten eerste: deze vintage Ford Bronco is nagenoeg helemaal stil, ook wanneer hij in beweging is, en twee: als je er iets langer naar kijkt dan alleen maar met een onverschillige blik, dan realiseer je je dat deze auto lijkt op een Bronco uit de jaren zestig zoals een kat lijkt op een paard. Ze hebben weliswaar een soortgelijke designarchitectuur, maar de uitkomst is bepaald anders.
De details van de Zero Labs Bronco
Dat gaat verder dan de moderne lak. Of de slechts millimeters kleine koolstofvezel inlaatjes die noch qua materiaal, noch qua afwerking iets met de oorspronkelijke Bronco van doen hebben. De carrosserie is ontdaan van de wat eigenaardige hoeken en gaten die de originele Bronco had. Het gaat verder dan de hardcore en respectabele Currie Enterprises-differentiëlen die je aan de voor- en achterkant onder de auto uit ziet piepen, of dan de Fox Racing-ophanging waarvan je een glimp kunt opvangen. Ook gaat het verder dan een interieur dat je ook aan de muur van je woonkamer zou kunnen hangen bij wijze van een modern kunstwerk: een zwevende middenconsole die gemodelleerd is naar een Eames-stoel, een versnellingspook die zo prettig aanvoelt als een stuk gereedschap maar aan kan voelen.
Dat komt allemaal omdat dit een Zero Labs Bronco is. Hij is zo anders omdat hij vanaf het nulpunt opnieuw is ontworpen. En hij is stil omdat hij elektrisch is. Erfgoed? Dat ligt eraan hoe je naar ’m kijkt. Want Zero Labs maakt momenteel dus volledig elektrische, zwaar gerestaureerde klassieke Ford Bronco’s, een daad die de twee grootste trends in automobielland in een voertuig verenigt – zo trendy mogelijk zonder dat er een rauw-etende Kardashian op niet meer dan een paar Yeezy’s aan te pas hoeft te komen. En zonder de crux van dit verhaal nu al weg te geven: deze auto is uiterst en compleet meeslepend. Om uit te leggen waarom dat zo is, is het waarschijnlijk het best om bij het begin te beginnen. Bij Adam. Maar niet die ene.
Californisch optimisme
‘Je moet de toekomst beschouwen als iets wat al gebeurd is. Je onderbewuste kent immers geen tijd. Je kunt niet verankerd zijn in het heden. Ik moet geloven dat het al is gebeurd, dat deze Bronco al heeft bestaan. Hoop zorgt er niet voor dat iets gebeurt. Je moet in de toekomst leven.’ Even terugspoelen naar een paar uur eerder, en we zien Adam Roe, CEO en oprichter van Zero Labs Classic Electric Vehicles, in een enthousiaste bui. Maar het is lastig om te bepalen of hij een genie is, of op een intrigerende manier gestoord. Misschien is het onze jetlag, maar we staren hem glazig aan, hopend dat we bedachtzaam en begrijpend overkomen. Te vrezen valt echter dat we er uiterst onbenullig bij zitten.
‘Zero Labs is bepaald anders dan de gebruikelijke kleine, hippe startup’
Roe grimast af en aan als een flikkerend neonbord en gebaart naar alle hoeken en gaten van de nieuwe fabriek van Zero Labs, die pal naast Elon Musks SpaceX in Los Angeles ligt. En hij vraagt ons, kennelijk toch een beetje onzeker: ‘Maar hij is cool, toch?’ Ja, de Zero Labs Bronco is cool. Maar dit is – zo moeten we ons realiseren terwijl er een dame genaamd Kaylee langsglijdt op een longboard met een kop koffie in haar handen ter grootte van een brandblusser – dit is zo Californië als iets maar kan zijn.
En dan hebben we het niet alleen over de vervoermiddelen binnen de fabriek. De energie hier is tastbaar. Je proeft het optimisme achter in je keel, het lekt uit de poriën van de mensen, het sijpelt uit het specie in de muren. Het is alsof we worden verwarmd door de Californische zonnestralen die zo hun best doen om door de kantoorramen te dringen. Het is ongelooflijk en ook een beetje vreemd. Of misschien is het toch gewoon onze jetlag.
Herbedenker
Zonder Adam Roe tekort te willen doen, dwalen je ogen toch steeds af naar de matgrijze Zero Labs Bronco die tien meter verderop staat. Cool inderdaad, en we zijn hierheen gekomen in de hoop niet te maken te krijgen met een of andere flauwe Instagram-façade. Ontdooiend uit onze waas laten we ons al snel meevoeren in dat rare Amerikaanse enthousiasme, en dat van Zero Labs in het bijzonder, dus dan zou het helemaal teleurstellend zijn als de auto alleen maar een stuk uiterlijk vertoon zou zijn.
We zijn meteen gek op Adam Roe, overigens, en wel omdat het onmogelijk is om niet meteen gek op ’m te zijn. Hij is niet echt wat je zou omschrijven als een typische automobiele CEO. Hij is fit, draagt een zwart T-shirt met een V-hals, een denim jack en afgetrapte gympies: Adam Roe is zo iemand die onmogelijk is te classificeren. Een hippe monteur op weg naar de visvijver of een charmante, werkloze miljonair? Zou allebei kunnen. In dit geval is het ook allebei.
Roe werkte 25 jaar lang in de reclame en de technologie toen hij besloot zich te storten op een nieuw avontuur, iets bijzonders: hij zou klassieke auto’s gaan ombouwen naar elektrische voertuigen. Het moesten geen simpele restauraties zijn, maar ze moeten helemaal opnieuw ontworpen en gebouwd worden, zodat moderniteit en gemak eerste viool zouden gaan spelen. En als bonus moesten ze worden voorzien van royale doses kunst en vermaak – een beetje zoals een erg populaire Californische ‘herbedenker’ van Porsches dat hier niet ver vandaan ook doet. Om dat allemaal te bewerkstelligen, verzamelde hij een klein team van designers, kunstenaars, vakmensen, racetechneuten, onderstelkenners en computerlui om zich heen, en begon een bedrijf.
‘Een mini-avontuur in de heuvels boven Los Angeles moet uitwijzen of Zero Labs meer is dan een knap gezichtje’
Misfits met een missie
Zero Labs is bepaald anders dan de gebruikelijke kleine, hippe start-up. De werkplaats is van baksteen en lijkt op de industrieel-knusse loft in New York City waar iedereen meteen zou willen wonen. Momenteel staan er allerlei Bronco’s in verschillende staten van ontleding te wachten op hun reanimatie. De kwaliteit van het strippen en het weer aankleden is klinisch en indrukwekkend. Er staan geen honderden auto’s, maar dat is een goede zaak, want de Zero Labs Bronco wordt – aanvankelijk althans – in gelimiteerde oplage gemaakt: het gaat om 150 voertuigen.
Die voertuigen zullen met de hand worden gebouwd. Er is een voorwaarde: ze nemen alleen auto’s onderhanden die nagenoeg wrakken zijn. Kom je opdagen met een normale en min of meer originele Bronco, dan is er geen plaats voor je Ford in deze retroherberg. Dat gezegd hebbende is er hier nog genoeg ruimte om uit te breiden, en het voelt ook aan alsof we te maken hebben met een bende losgeslagen misfits met een missie. Deze Bronco’s worden niet het enige type auto op de operatietafel van Labs. Het plan is om – in de nabije toekomst – zowel de specificaties van de huidige auto te upgraden als continu de al onder handen genomen auto’s te blijven upgraden.
Transplantatie
Uiteraard bestaan er tal van bedrijven die oude Bronco’s opfrissen. Veel ervan voeren ze op, versieren ze met accessoires en vinden dat ze het icoon zo verbeteren. Maar Zero Labs gaat een paar stapjes verder, want Zero Labs rukt het hart uit het lichaam. Toegegeven: het is niet alsof de Bronco nou echt ooit een legendarische motor had, maar om die te vervangen door een 70-kWh accupakket en een 440 pk en 375 Nm sterke permanente magneetmotor van BorgWarner is een vrij helder statement. De Bronco opnieuw opbouwen met koolstofvezel panelen, een nieuw onderstel, een geïntegreerde rolkooi, alle moderne gemakken en een genereuze dosis artisticiteit, is alsof je je statement op je voorhoofd laat tatoeëren en nooit een petje opzet.
‘Met een actieradius van circa 310 kilometer kun je ook nog eens het terrein in als je er niet middenin woont’
Maar hé, je kunt je geld er langzaam doorheen draaien door er alleen maar tijd tegenaan te gooien en een leuke showauto te bouwen, of je kunt er echt helemaal voor gaan. Grote dromen kosten nou eenmaal grof geld. Nadat we zijn rondgeleid in de werkplaats, gaan we op pad. Een mini-avontuur in de heuvels boven Los Angeles moet uitwijzen of Zero Labs meer is dan alleen maar een knap gezichtje op social media.
Niet te scherp
De eerste indruk is even excellent als onwennig. Op verharde wegen gedraagt de Zero Labs Bronco zich op een manier die het best te omschrijven valt als ‘authentiek vaag’, hoewel de besturing en de remmen vijf keer beter werken dan die van het origineel, en de moderne aandrijving ’m niet murw heeft gemaakt. Dat klinkt misschien niet erg enthousiast, maar zo bedoelen we het niet: het is ook weleens prettig om in een elektrische auto te rijden waarvan de aandrijving niet is geoptimaliseerd om zo snel mogelijk van 0 naar 100 km/ te spurten.
Dit oude paard is rap genoeg en biedt je genoeg vertrouwen op straat – al moet je wellicht even wennen aan de handgeschakelde transmissie. Dat is niet heel lastig, maar aangezien je een elektrische motor niet kunt laten afslaan, hoef je a) niet de koppeling te gebruiken als je afremt, en b) kies je je versnellingen zo’n beetje van tevoren: koppeling in, andere versnelling, koppeling uit, gas erop.
Het voelt allemaal precies goed aan, hoe vreemd het ook is om een auto die je qua silhouet denkt te kennen op een geheel nieuwe wijze te rijden. Uiteraard is het tamelijk excentriek om een handbak in deze auto aan te treffen, maar zowel op een emotioneel als fysiek niveau werkt het prima. Hij rijdt goed, neemt bochten op een acceptabele manier, en je voelt de kwaliteit van de nieuwe onderdelen vrijwel direct. Het is geen openbaring qua onderstel en de afstelling ervan, maar die kun je naar je eigen wensen laten aanpassen.
Veganistisch leer in de Zero Labs Bronco
Dan wat in dit geval belangrijker is: het is echt een pleziertje om in ’m te zitten. Het is alsof een juwelenmaker zich op een klassiek, maar niet zorgvuldig gemaakt vintage Ford-interieur heeft gestort. Zonder pervers te willen klinken: je zou veel tijd kunnen doorbrengen met het strelen van de binnenkant van dit ding, met het voelen van het gewicht en de stevigheid van de gebruikte componenten, je zou je kunnen verlustigen aan de naadloze wijze waarop de upgrades zijn uitgevoerd, van het – daar is het – veganistische leer tot de bamboe inleg. Het is magisch. Het is de grote truc van Zero Labs: alles ziet en voelt aan alsof het zo in de eerste plaats al zou hebben moeten zijn – als het althans de bedoeling zou zijn geweest om een Bronco een lekkerder interieur te geven dan een Rolls-Royce.
En er blijft goed nieuws komen, want we gaan van de verharde weg af. Met de juiste instellingen van het onderstel zou dit in het terrein een meesterlijke auto kunnen zijn. De aard van de wijze waarop elektrische kracht wordt aangesproken betekent dat je overal kunt wegrijden met minimale wielspin (of juist zo lomp mogelijk), maar je doet het altijd in stilte en hoort de vogeltjes rondom de Bronco fluiten.
Ineens besef je dat elektra in het terrein nog veel beter is dan elektra op de weg. En met een actieradius van circa 310 kilometer kun je ook nog eens echt het terrein in als je er niet pal middenin woont. Nee, hij biedt nog niet de mogelijkheid om serieus te gaan ‘overlanden’ dwars door de Sahara, maar deze auto heeft vaardigheden waaraan we nog niet gewend zijn. Wat ons betreft: een iets groter accupakket, een actieradius van 400 kilometer en je kunt ’m in uiteenlopende gebieden op allerlei manieren inzetten.
Minimale middelen
Het mooie is dat de Zero Labs Bronco echt en tastbaar is. Na een gesprekje met Roe realiseer je je dat dit waarschijnlijk niet een van die pop-up merkjes is die van conceptie via ego een vroege dood sterven. Roe lijkt op zakelijk gebied van een no-nonsense aanpak te houden. Wat wel helpt, is dat hij zijn angst om te falen chirurgisch heeft laten verwijderen, want anders stap je natuurlijk om te beginnen al niet in de automakerij. De meeste van dit soort ondernemingen springen in het diepe en bloeden dan langzaam dood; het is niet anders. Die dood wordt doorgaans veroorzaakt door de kosten: winst versus verlies, en harde investeringen waardoor zelfs de meest uitzinnig geprijsde auto (vanaf 160.000 dollar in de VS, in het geval van deze Bronco) een onhoudbare verliesmaker wordt.
Maar Zero Labs is gestart op een voorzichtige manier, met minimale middelen en niet te veel mensen, en wordt met strakke maar vriendelijke hand geleid door iemand met verstand van zaken – allemaal redenen om te denken dat er in elk geval niet onvoorzichtig wordt gehandeld. Roe heeft het erover dat hij op een sentimentele manier contact wil maken met de eigenaren van zijn Bronco’s; hij zegt dat hij iets wil maken waarin alles zit waarvan je houdt, zonder de zaken waaraan je een hekel hebt. Hij wil onze passie voor oude auto’s koppelen aan een aandrijving die bij het moderne leven past.
De Zero Labs Bronco die hij en zijn team op vier wielen hebben gezet, is niet een auto die je koopt omdat je om vervoer verlegen zit. Je koopt ’m louter en alleen omdat je ’m wilt hebben. En breng je ook maar een beetje tijd in hun auto door, of met deze mensen, dan verandert dat ‘willen hebben’ vrijwel meteen in ‘moeten hebben’.
Reacties