Met de heerlijke film Le Mans ’66 nog vers in ons geheugen – die van de Ford GT40 een bonafide filmster maakte – richten we onze aandacht op een van de beste autosportuitdossingen aller tijden: die van Gulf. Endurance-races waren van groot bedrijfsbelang voor Ford – dat wordt in de film ook heel duidelijk. Het mag dus geen verbazing wekken dat Henry Ford II de stekker eruit trok nadat de auto Le Mans twee keer had gewonnen. Op veel manieren is het latere leven van de Ford GT40 Gulf zodoende het meest indrukwekkende deel van z’n geschiedenis.
De eerste en dus originele auto in de Gulf-kleuren had chassisnummer 1.049. De auto racete in de 24 Uur van Daytona en de 12 Uur van Sebring in 1967 als onafhankelijke deelnemer, in opdracht van een van de Gulf-directeuren, genaamd Grady Davis. Toen was de auto nog gehuld in Gulfs donkerblauw-met-oranje uitdossing. Het veel populairdere poederblauw en oranje (van Wilshire Oil, een Californisch bedrijf dat onder Gulf viel) kwam later.
De historische kleurencombinatie van de Ford GT40 Gulf ontstond toen John Wyer – die vanaf het begin bij de ontwikkeling van de auto was betrokken – het bedrijf J.W. Automotive Engineering opzette. De oranje streep loopt over de neus van de auto en deelt de carrosserie in twee delen. Dit levert een erg sterk grafisch beeld op.
Met name één van de auto’s had een fenomenale carrière. Er werd veel gemodificeerd, afgeschreven en verder ontwikkeld, maar Pedro Rodriguez en Lucien Bianchi raceten met chassis-no. 1.075 naar de overwinning in Le Mans in 1968. Jacky Ickx en Jackie Oliver wonnen met dezelfde auto op La Sarthe in 1969. Er volgden nog vier grote zeges, op Brands Hatch, Spa, Watkins Glen en Sebring. Een ster was de Ford GT40 Gulf al, en sinds Le Mans ’66 is hij een filmster bovendien.
Reacties