Het probleem van een Aston Martin DB5 is niet dat ze lastig te vinden zijn. Ze zijn zelfs niet onvervangbaar. Het merk bouwt momenteel nog 25 gloednieuwe exemplaren van de DB5 naar de specificaties van Goldfinger, inclusief een nepgeweer, een kentekenplaatflipper en iets dat nep-olie op de weg dumpt. Het probleem is dat deze auto’s bijna 4 miljoen euro per stuk kosten en dat de regisseur van No Time to Die acht stuks voor de opnames wilde gebruiken.
Daarom gebruiken de stuntmannen op de set van No Time to Die volgens Car and Driver een stel replica’s, die misschien nog wel beter zijn dan het origineel. Aston Martin scande de originele DB5 en maakte nieuwe carrosserieën van koolstofvezel. De grille komt uit de 3D-printer en divers klein grut komt wel uit de schappen van Aston. Het meest bijzonder is de aandrijflijn, want die komt van de BMW M3 van de E46-generatie. Een van de mooiste auto’s ooit gemaakt met een van de beste motoren ooit gemaakt. De perfecte auto?
De originele DB5 kwam met een 4,0-liter zes-in-lijn met 285 pk en 280 Nm. De 3,2-liter zes-in-lijn ‘van een derde partij’ (ze noemen zelf geen merk) zou volgens Aston zo’n 300 pk genereren. Een BMW M3 E46 heeft vanuit de fabriek 343 pk en 365 Nm en de stunt-DB5’jes wegen zo’n 1.000 kilo. Combineer de motor met een nieuw onderstel met onafhankelijke ophanging en we durven wel te garanderen dat deze DB5’jes serieus leuk zullen rijden. Als iemand nog een gekreukelde BMW M3 E46 heeft staan, dan weet je wat je te doen staat.
Reacties