Waarom de Porsche 959 een G-versnelling heeft

De autogeschiedenis is gevuld met boefjes, met verschillende gradaties van kwaadaardigheid. Vooral in de wereld van homologatie-specials werd veel kattenkwaad uitgehaald. Grootvader kan uren vertellen over de slimme trucerij die automerken toepasten om de FIA te foppen.

Ferrari moest bijvoorbeeld 100 stuks van de 250 GTO bouwen, maar wist weg te komen met slechts 39 exemplaren. Porsche produceerde ook zo’n pareltje. Het merk wilde graag rallyrijden in de Groep B, en ontwikkelde daar de Porsche 959 voor. Om mee te doen, moest het merk 200 exemplaren voor de straat bouwen. Het aantal was geen probleem.

Er was echter één klein dingetje wat de ingenieurs bij Porsche niet voor elkaar kregen: het geluid. Om typegoedkeuring te krijgen, moest de Porsche 959 bij een bepaalde snelheid in de derde versnelling gemeten worden. Andere bronnen vertellen dat de meting gedaan werd bij de eerste versnelling. Hoe dan ook: de raceauto voor de weg was te luid.

In plaats van de auto of de uitlaat aan te passen, monteerde Porsche simpelweg een andere pookknop in de 959. De ‘1’ werd vervangen door een ‘G’ van ‘Gelände’ en plots had de auto een offroad-versnelling. Daar keek niemand van op, aangezien de Porsche 959 een homologatie-special van een Groep B-rallyauto was.

De rest van de versnellingen schoven een plekje op. Hierdoor werd de geluidsmeting dus officieel uitgevoerd in de derde versnelling, wat eigenlijk de vierde versnelling was. Een lager toerental betekent minder geluid, en de Porsche 959 kreeg zijn kentekenplaat. Een heerlijk gevalletje: werk slim, niet hard.