Maserati en Aston Martin. Van de auto’s kun je van alles en nog wat vinden, maar de merknamen zijn bijna magisch, boven elke twijfel verheven. Ze spreken haast voor zich. Zeg tegen mensen dat je een Maserati hebt en hun gedachten dwalen onwillekeurig af naar het St. Tropez van de jaren ’60 en cocktails aan boord van het jacht van een scheepsmagnaat. Voor Aston volstaat één woord: Connery.
Althans, dat is wat je hoopt dat mensen denken. Die meerwaarde van retro-coolheid was tenslotte de reden dat je die hele auto überhaupt kocht. En deze merken zijn dan ook beter in het uitbuiten van hun faam dan de meeste andere. Ze mogen dan in feite tourers zijn, maar hun essentie is dit: het zijn auto’s om in te arriveren. Auto’s van de laatste meters. Noem maar eens iets dat beter voor een oprit, ingang of zelfs stoeprand aankomt dan een grand tourer. Of er eleganter weer vandaan rijdt.
En dat is omdat je het er niet te dik bovenop legt, nietwaar? Rij een grand tourer en het is onmiddellijk duidelijk dat je ook andere interesses hebt. Je wilt naar plekken toe, snel en met stijl, maar comfortabel, niet gedwongen. Je bent niet voor een auto gegaan waarbij je kont haast over het asfalt schuurt en de motor je constant een schop in je rug geeft. Hier zijn de motoren juist aan de leiding, ingebed onder lange, atletische motorkappen, en is het hun taak om moeiteloos charismatisch te zijn.
Mensen zullen vragen of het een hybride is
Daarover gesproken: V12’s, hoop je dan. Maar dit is waar je bruut uit de GT-droom wordt geschud door de harde realiteit van 2024. Nu is de meest waarschijnlijke vraag die je zult krijgen als je er een rijdt: ‘Is het een hybride?’ Mensen vroegen ooit naar wat zo’n ding nou eigenlijk verbruikte, tegenwoordig vragen ze naar zijn elektrische eigenschappen.
We weten niet wat erger is: naast een Aston Martin DB12 staan en mensen vertellen dat er geen enkele vorm van elektrische assistentie is, of losjes tegen de Maserati GranTurismo Trofeo hangen en moeten toegeven dat je ook een elektrische had kunnen hebben, maar ervoor hebt gekozen fossiele brandstoffen te blijven verbranden.
De elektrische GranTurismo is krachtiger
Dit is de GranTurismo Trofeo. Hij heeft dezelfde twinturbo, 3,0-liter Nettuno V6 die ook in de tweezits MC20 ligt, maar dan met een iets teruggebrachte hoeveelheid drama: 550 pk in plaats van 630. Wil je meer vermogen? Dan had je maar voor de driemotorige, 762 pk sterke Folgore moeten gaan. Dan had je ook nog eens kunnen opscheppen over het feit dat je nog geen drie seconden (2,7 namelijk) nodig hebt om 100 km/u te bereiken. In de DB12 kun je, ondanks wat zijn naam misschien doet vermoeden, geen V12 krijgen. Maar 680 pk uit een V8 met twee turbo’s is meer dan genoeg.
Beide maken de GT-belofte van moeiteloze snelheid zeker waar. Ze zoeven naar snelwegtempo zonder daar veel merkbaar werk voor te verrichten, gaan losjes en makkelijk door hun versnellingen heen terwijl de turbo’s vriendelijk fluiten, de toeren zich kalm houden en de motoren hun stem niet verheffen. Misschien maar beter ook, want het is niet per se een erg zoetgevooisd lied dat de Maserati zingt.
De oude GranTurismo had een ware Pavarotti aan boord die zich liederlijk door zijn toerenbereik heen galmde, maar hij moest daar hard voor werken; het bereik waarin de motor werkelijk veel kracht leverde, was relatief klein. Dat is nu in feite omgedraaid. Alles bij elkaar denken we dat we toch een lichte voorkeur hebben voor de dingen zoals ze waren. De oude had meer charisma.
De motor van de DB12 ken je waarschijnlijk al
Aston Martin leent zijn V8, net als die in de DBX en Vantage, van Mercedes. Geen probleem, het is zo’n beetje de beste die je kunt krijgen. We hadden onze twijfels: heeft de DB12 dit soort power wel nodig? In principe niet, maar het komt er vooral op neer dat je altijd wat vermogen achter de hand hebt. Altijd.
Je hebt het niet nodig, en bij lage toeren kun je het ook niet krijgen, omdat zoveel kracht vrij eenvoudig een eind maakt aan de grip van de 325 millimeter brede achterbanden van Michelin. Maar eenmaal op gang is de Aston enorm, overweldigend snel. Van 100 naar 210 km/u is hij een seconde sneller dan de Ferrari Purosangue en bijna twee tellen vlotter dan zijn directe rivaal hier. En ook sneller dan een Audi R8 V10 Plus of een Taycan Turbo S. Supercar-snel.
Hoe rijdt de GT van Maserati?
De GranTurismo heeft vierwielaandrijving. Dat werkt soepel totdat je aankomt bij krappe bochten, waar hij zijn best doet achterwielaangedreven te zijn, maar dan toch het bijzetten van de voorwielen een tikje overdrijft. In alledaags gebruik helpt dat je verder prima. De motor is minder gesmoord, je hoeft je minder zorgen te maken bij het verlaten van een rotonde. Hij is snel zat, maar de prestaties voelen lichter, minder gespierd dan die van de Aston.
En dat geldt eigenlijk voor de hele auto. Hij is wat hoger, met een dieper glasoppervlak, is wat minder bijzonder vanbinnen, maar ook duidelijk ruimer. Hij is meer GT en minder sportauto. Vier volwassenen passen hier makkelijker in dan in welke andere tourer ook, met uitzondering van de Bentley Continental GT.
En de bagageruimte, met het volume van die van een hatchback, zal hun bagage ook eenvoudig opslokken. Kinderen zullen opgetogen op de achterbank van de DB12 plaatsnemen, maar er niet veel later huiverend weer vanaf willen. Als je dan hun bagage uit de kofferbak wilt halen, kan het haast niet anders of je stoot je hoofd aan de wel heel erg in de weg zittende klep.
Als auto om op af te lopen en in te stappen is de GranTurismo minder intimiderend. Het zicht rondom is meer open, de bedieningsinstrumenten zitten lager om je heen gegroepeerd, de hele sfeer is minder benauwend. Het rood hier knalt alle kanten op en je zult moeten wennen aan de schermen – werkelijk álles is hierin opgeborgen, tot het aanzetten van de koplampen aan toe. Je komt er wel uit, maar het schept afstand, je krijgt minder het gevoel van interactie met de auto.
Zit de cabine van de Aston Martin DB12 luxer?
De ervaring in de Aston is in dat opzicht persoonlijker. Je hebt hier wél normale knopjes – vooral voor de rijinstellingen, maar ook om de rijstrookhulp uit te schakelen, bijvoorbeeld. Ze zijn allemaal gemonteerd op de hoge plint tussen de bestuurder en de passagier. Hoewel het wat stom lijkt, omdat het in feite alleen maar een soort snelkoppelingen zijn van handelingen die je ook in een scherm kunt doen, vergroten ze het idee van interactie wel degelijk. Je bent minder afhankelijk van dat scherm. Gelukkig maar, want de graphics en icoontjes zijn knap klein.
Voor je zitten smalle ventilatieopeningen, boven hen een smalle voorruit. De cabine is donkerder, je zit lager en verder naar achteren, het zicht is beperkter en je bent je maar wat bewust van hoe ver die neus wel niet moet uitsteken. Het voelt allemaal wel exotischer aan.
Vergeleken met de praktische Maserati ademt de Aston zelfvertrouwen, stijl en charisma. Het voelt goed als je instapt. Totdat het ding het vertikt om de sleutel te herkennen – elektrisch duiveltje, waarschijnlijk. Maar het is zó’n mooie auto. Zonder overbodige opsmuk van allerlei gaten of spoilers, en toch zo begerenswaardig dat het haast zeer doet. Mooie details ook, vooral die achterlichten.
Het uiterlijk DB12 en GranTurismo is niet veel veranderd
Toch is het design volgens het Aston-boekje, vind je niet? De Britten pompen ze er met schijnbaar groot gemak uit – heel veel lijkt er niet te veranderen als de DB9 verandert in de DB11 en nu in de DB12, en toch blijven ze fris. Hoe zeggen ze dat ook alweer: stijl raakt nooit uit de mode?
Maserati zag ook al geen noodzaak om de GranTurismo radicaal te veranderen, maar toch hadden ze wat ons betreft wel iets extra’s mogen doen. Hij had op z’n minst wielen kunnen krijgen die de wielkasten beter vullen. Hij staat op 20-inch exemplaren voor en 21-inch achter, en ze verzuipen hier een beetje.
Maar welke GT rijdt nou beter?
Cruisen doen ze allebei met speels gemak. Op een lange rit is de GranTurismo de stillere van de twee – je krijgt minder gedoe door van de wielen en het onderstel. Hij is ook zuiniger, maar heeft wel wat meer aandacht nodig. Hij is comfortabeler geveerd en gedempt, vriendelijker, maar minder gecontroleerd. De Aston is nu, zelfs in zijn zachtste Comfort-modus, uitdagend sportief, maar combineert goede demping met beperkte bewegingen van de ophanging. Hij beweegt zich aandachtig, raakt niet snel ergens door verrast.
De Maserati is wat onrustiger. Hij vereist meer aandacht bij het sturen, heeft de neiging om verkantingen in de weg te volgen en houdt zijn koers niet zo eenvoudig vast als de DB12. Hoewel hij in werkelijkheid iets smaller is, lijkt hij breder. Verder mist hij het gevoel van cohesie en connectie dat de Aston wel heeft. De remmen zijn een zwak punt – het pedaal is inconsistent. Soms bijten ze hard, andere keren heb je het idee dat je door een dood punt heen moet voor ze echt aangrijpen.
De besturing is vrij licht, waardoor de Maserati soms wat ‘luchtig’ aanvoelt. Dat alles wil echter niet zeggen dat hij niet charmant is om te rijden. Hij voelt lichter aan dan de Aston, is mooi gebalanceerd en heeft veel grip. Hij is veelzijdig en wat ie moet doen, doet ie goed, zonder gedoe. Maar hij wil je ook weer niet erg betrekken bij de actie. En dat is een punt waar Aston Martin hard aan heeft gewerkt.
De DB12 is een positievere, accuratere auto dan elke andere GT die het merk ooit heeft gebouwd. In zijn gedrag ligt hij dicht bij een DBS Superleggera. De besturing en remmen zijn hoogtepunten: hij laat hier nergens en nooit een steek vallen, er is altijd onmiddellijke respons. En dat maakt dat het zoveel voldoening geeft om hem te rijden. Ja, hij voelt groot aan, maar niet te zwaar, omdat hij zijn bewegingen en massa zo goed onder controle heeft.
Wat zijn de concurrenten van de Aston en de Maserati?
Volgens ons heeft hij zijn plekje in dit segment nu wel gevonden. Aan de ene kant heb je hier auto’s als de Ferrari Roma en Porsche 911 Turbo, die te druk en te hyperactief zijn om de GT-rol te spelen. Aan de andere kant zitten de Bentley Conti GT en Maserati GranTurismo, die net niet opwindend genoeg zijn om gewoon voor de lol te gaan rijden.
Hij zit daarmee in de hoek van de Mercedes-AMG GT, maar die laat het weer een beetje liggen (net als de Porsche) op het gebied van dat ‘arriveren’. Uit een Aston of Maserati komen stappen is gewoon cooler. Niet in de laatste plaats omdat ze zoveel zeldzamer zijn. Het lijkt alsof Maserati weer op weg naar boven is, en deze auto voelt aan als een product waar een hoop geld in is geïnvesteerd. Hij is in zijn klasse net zo goed als de MC20 in de supercar-sector, en heeft er aanzienlijk minder nadelen en minpunten bij.
Prijzen van de Aston Martin DB12 en de Maserati GranTurismo Trofeo
Maar de Drietand is nu al zo lang zo onzeker aan het rommelen dat we niet zeker weten of kopers nog wel geïnteresseerd zijn. En Macan-rivaal Grecale trekt de badge verder omlaag in de markt dan je zou moeten willen. Resultaat? Dat hij met bijna 280.000 euro (232k in België) wel behoorlijk aan de prijs is, terwijl de Aston, die daar nog dik 16k (in België 5k) bovenop gooit, meer waar voor je geld lijkt te bieden.
Hoewel Aston Martin een aantal moeilijke jaren met veel onrust achter de rug heeft, ondervinden de auto’s die ze produceren daar schijnbaar weinig hinder van. Sterker: een betere auto dan de DB12 hebben ze nooit afgeleverd. Het is een heerlijk complete machine. De minpuntjes van de nieuwe dosis sportiviteit die hij heeft meegekregen, zijn maar klein. Hij is positiever en atletischer op de weg, maar op een manier die zorgt dat hij relaxt te besturen is. Het is een echt enerverende, prachtig uitgebalanceerde en strak rijdende supercoupé. Precies wat je wilt als je een entree wilt maken.
Uitslag: Aston Martin DB12 vs Maserati GranTurismo Trofeo
Winnaar: Aston Martin DB12 (18/20)
De meest overtuigende grand tourer die Aston ooit heeft geproduceerd. Laten we hopen dat hij het publiek vindt dat het bedrijf zo nodig heeft om te floreren.
Tweede plaats: Maserati Granturismo Trofeo (16/20)
Vergeet de Grecale of de MC20, dit is de belangrijkste auto van Maserati. Minder charismatisch dan hij was, maar als allrounder stukken beter.
Specificaties van de Aston Martin DB12 (2024)
Motor
3.982 cc, V8 biturbo
Vermogen
680 pk
Koppel
800 Nm
Aandrijving
achterwielen, 8v automaat
Acceleratie
0-100 3,6s
Topsnelheid
325 km/u
Verbruik, CO2-uitstoot
12,2 l/100 km, 278 g/km
Tankinhoud
78 l
Afmetingen
4.725 x 1.980 x 1.295 mm
Wielbasis
2.805 mm
Gewicht
1.788 kg
Bagageruimte
262 l
Prijs
€ 295.552 (NL)
€ 232.000 (B)
Specificaties van de Maserati Granturismo Trofeo (2024)
Motor
2.992 cc, V6 biturbo
Vermogen
550 pk
Koppel
650 Nm
Aandrijving
vier wielen, 8v automaat
Acceleratie
0-100 3,6 s
Topsnelheid
320 km/u
Verbruik, CO2-uitstoot
10,2 l/100 km, 230 g/km
Tankinhoud
70 l
Afmetingen
4.966 x 1.957 x 1.354 mm
Wielbasis
2.929 mm
Gewicht
1.795 kg
Bagageruimte
310 l
Prijs
€ 278.795 (NL)
€ 227.300 (B)
Verterp heeft op 4 mei 2024 geschreven:
Dank, mooie test. Een Aston Martin met een Mercedes motor?