Wacht – welke is welke?

Haha, heel geestig. Maak maar grappen over Porsches designconservatisme – deze twee zijn (niet zo) stille getuigen van de ‘evolutie boven revolutie’-filosofie van de 911. Ze bewijzen dat vooruitgang alleen gemaakt hoeft te worden als het noodzakelijk is. Porsche heeft er hele kolenschoppen power en grip bijgedaan, maar alles wat we fijn vonden aan 911’s is er ook nog.

Dan komen jullie nu vast weer met die modelcodes?

Maar natuurlijk. In het rood: de huidige 992 Turbo S. In het geel gaan we vier generaties terug, maar tellen er één cijfer bij op, met de 993 Turbo. Ze zien er in het echt allebei fantastisch uit; de brede schouders van de 992 binden de strijd om jouw aandacht aan met de achtervleugel van de 993, die als een nieuw donzen dekbed over de motorkap gedrapeerd ligt.

Genoeg gegluurd – hoe presteren ze?

Hoewel ie niet zo iconisch is als de whaletail uit de jaren zeventig, was deze 993 de eerste 911 die zijn mouwen opstroopte en de boel serieus te lijf ging. Het was de eerste met vierwielaandrijving, waarmee Porsche net met de machtige 959-hypercar ervaring had opgedaan. Dat betekende dat je zijn 408 pk uit een 3,6-liter biturbo zescilinder boxer kon gebruiken zonder bang te zijn meteen een intieme relatie met de dichtstbijzijnde lantaarnpaal op te hoeven bouwen. De nieuwere 911 heeft 145 cc erbij voor een totaal van 650 pk, wat mooi het verhaal vertelt van 25 jaar pure powerprogressie. Dat geldt ook voor de acceleratie. De 993 met zijn handmatige zesbak doet er 4,3 seconden over om 100 km/u te bereiken, de 992 met achttraps automaat slechts 2,7 tellen. De topsnelheden bedragen 290 km/u en 330 km/u.

En hoe rijden ze?

De oudere auto voelt niet zo delicaat aan als veel ander retro-spul – hij voelt zelfs nauwelijks retro aan. Elk component druipt van de kwaliteit en finesse; hij is net zo benaderbaar als de 992. De versnellingsbak vereist wat meer inspanning, het wat eigenaardige koppelingspedaal en de smalle tunnel waarin de pedalen zitten, vereisen een wat andere, fysiekere aanpak. Maar rijdend strijkt de auto alles glad en al snel ga je op zoek naar de boost, die er boven 4.000 toeren in knalt en dan tot 7.000 tpm doorbeukt. Als het op grip, remmen en pure acceleratie aankomt komt hij ontzettend modern over. De digitale kilometerteller, genesteld in de centrale van de klassieke vijf klokken, laat met speels gemak driecijferige getallen zien die beginnen met een ‘2’. Blijkbaar.

Dat geldt zeker ook voor de nieuwe?

Afgezien van het feit dat je linkerbeen werkloos is, komt het allemaal heel bekend voor. Die vijfklokkenset-up is gebleven, zij het nu in TFT-vorm. En het rijden is een gelijksoortige combi van ronduit belachelijke hoeveelheden grip en snelheid. Hoewel hij zijn maximale trekkracht van 800 Nm al heeft bereikt voordat de turbo’s echt gaan meetoeteren. Zijn acht versnellingen zijn mooi verdeeld en hoewel zijn verzameling rij- en onderstelmodi wat carnavalesk over mag komen in zulk puur gezelschap, zijn ze heel nuttig bij normale-wegsnelheden. De Turbo is ook dit keer weer de interessantste 911 (oké, misschien op de nieuwe GT3 na). De 993 markeert waarschijnlijk de laatste keer dat de enthousiastelingen écht losgingen op de badge. Vooruitgang is met scheppen tegelijk geboekt, zonder ten koste te gaan van de grijns op het gezicht van de bestuurder. Porsche weet echt waar ze mee bezig zijn.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)