BMW M3 Compact (E36) was te goed

Sommige auto’s hebben gewoon even wat tijd nodig voordat ze de liefde en aandacht krijgen die ze verdienen. Bijvoorbeeld de Porsche 944, maar ook de BMW 3-serie Compact. Hoewel het qua verkopen geen onaardig model was voor BMW, was het bij weinig mensen het lievelingetje. De laatste jaren hebben we het idee dat de Compact steeds meer harten weet te winnen. Een paar decennia te laat, maar ach. De nieuwe aanwas aan fans kan deze BMW M3 Compact, die het merk zelf bouwde, wel waarderen.

Slechts één BMW M3 Compact

BMW bouwde precies één exemplaar van de M3 Compact (E36). Heel lastig was het niet, want de neus is voor het overgrote deel hetzelfde als die van de BMW M3 Coupé. Voorin lag de 3,2-liter zes-in-lijn met 321 pk. De Compact weegt sowieso al iets minder dan de Coupé, maar door het monteren van bijvoorbeeld lichtgewicht Recaro-stoelen was de BMW M3 Compact maar liefst 150 kilo lichter dan zijn grotere broer. Door 23 centimeter minder lengte was de auto ook nog eens wendbaarder.

Een beetje E30

De wielbasis van de Compact en de Coupé zijn trouwens gelijk. De grote verschillen – behalve het formaat – tussen de Compact en zijn andere carrosseriegenoten zijn de onderdelen. Om kosten te besparen, monteerde BMW onderdelen van de vorige generatie 3-serie (de E30, voor liefhebbers), bijvoorbeeld delen van het dashboard. Je herkent de snelle Compact aan de suède interieurdelen, de rolkooi, de vier uitlaten en het subtiele achterspoilertje op de klep.

Waarom kwam de auto er niet?

‘Ondanks – of misschien wel dankzij – zijn buitengewoon krachtige output is de BMW M3 Compact E36 nooit in serieproductie gegaan’, zegt BMW. Tussen de regels door lezen we dat de kleine M3 eigenlijk té goed was, en dat hij waarschijnlijk in het vaarwater van de coupé en sedan zou komen. De andere 3-series moesten het topmodel blijven, vermoeden we. Het bleef dan ook bij precies één exemplaar en dat is deze rode.