Knipperend grootlicht in m’n spiegels. Even denk ik dat ik erbij ben. De tunnel die leidt naar de magnifieke Öresund-brug tussen Kopenhagen en Malmö echode ook wel érg verleidelijk. Maar wanneer de achterligger nadert, zie ik dat het een opgefokte Mustang is van de vorige generatie. Hij haalt onze nieuwe Ford Mustang Shelby GT500 in en ik vermoed even dat de man zichzelf stuiterend de vangrail in gaat duimen. Dan geeft hij gas en vertrekt met een snelheid die ik hier, vlak voor de grens van zijn thuisland, nog niet durf aan te tikken. Zweden is het Amerikanenparadijs van Europa. Er worden hier per jaar enkele duizenden overzeese auto’s geïmporteerd, van oud tot jong. En andersom: verzamelaars uit de VS weten Zweden inmiddels te vinden als markt voor mooi gerestaureerde exemplaren om terug te halen naar het thuisland. De grootste US-automeeting van Europa vindt plaats in Zweden, en raggare – een levensstijl van rockabillymuziek, vet haar en ruige sleeën – schokt al decennialang het straatbeeld. Je kunt hier proeven van de Amerikaanse autocultuur zonder ooit een paspoort aan te hoeven vragen.

Een roadtrip door Amerika lukt dit jaar niet

Gisteren rond deze tijd zat ik nog met één tranend oog op een krukje in een leegstaande Wibra. Het is begin juni 2021 en reizen binnen Europa is weer mogelijk, maar onder strenge voorwaarden. Ik moet in Nederland een Covid-test doen, eentje in Denemarken, na twee dagen nóg een in Denemarken voor de terugvlucht, en dan na vijf dagen weer een in Nederland om m’n quarantaine niet helemaal te hoeven uitzitten. Het heeft wat voeten in de aarde en stokjes in de neus, maar ik ben euforisch. Mijn eerste reis in tijden kan doorgang vinden, en het is niet de minste. Na veertien maanden Covid-beperkingen vertoon ik lichte ontwenningsverschijnselen. Mijn hart ligt in de VS: ik ga er jaarlijks minstens een keer, maar liefst nog vaker naartoe om m’n dosis bald eagles op te snuiven. Ik reisde tot nu toe door 26 staten en heb zelden géén roadtrip in de steigers staan. Maar nu is het land voor mij als Europeaan verboden terrein. Ik zou vorig jaar de Woodward Dream Cruise in Detroit bezoeken, een NASCAR-race meepakken, meteen een Black Keys-concert beleven in Ohio (staat nummer 27) en de uitgestrekte mijlen tussen dit alles aaneenrijgen met een massieve SUV. In het voorjaar ging daar dus een streep door en sindsdien ben ik onrustig.
Maar nu: een verzoek. Ford Europa heeft de nieuwste musclecar van het moederbedrijf te gast en ze vragen of ik ’m van Nederland naar Zweden wil brengen. Maar natuurlijk. Kan ik daar een leuk verhaal bij bedenken? Eens even zien: Amerikagekkie op pad in de heetste Mustang ooit naar het V8-aanbiddende land van Öncle Säm… Jazeker, dat gaat lukken.

Dit is de Ford Mustang Shelby GT500

De heetste Mustang ooit, inderdaad. Misschien dacht je dat de Shelby GT350R gestoord was, met z’n flat-plane V8, koolstofvezel velgen en circuitklare onderstel. Man, die is alweer passé. Dit – de nieuwste GT500, supercharged en 770 pk sterk – is waar het nu allemaal om draait. Het is Fords sterkste straatauto ooit en de eerste musclecar met een transmissie met dubbele koppeling. Alleen al de inhoud van z’n supercharger is twee keer zo groot als die van een Franse drie­cilinder.
Koolstofvezel strekt zich uit tot in z’n botten (niet dat het zijn gewicht erg heeft geholpen) en het geluid dat hij voortbrengt, is niet alleen hemels, maar gevoelsmatig zeker vier keer zo hard als de wetgever hier toestaat. Het is het 55 jaar oude concept van een musclecar vermalen en gekneed tot iets moderns – dat binnen een paar jaar hopeloos achterhaald zal zijn. Wat moeten we straks met dit soort auto’s aan als een elektrisch opgepookt Europa erop spuugt? Dat zien we dan wel weer. Voor nu gaan we er dubbel en dwars van genieten.

Een oude bekende

Misschien herken je deze Mustang uit een eerdere rijtest. Toen zetten mijn Britse collega’s precies dit limoengroene exemplaar met rokende banden naast een Giulia GTAm. Daarna begon de Shelby aan een mediatour door Europa. Nadat de Nederlandse en Belgische pers ermee mocht spelen, is de Zweedse aan de beurt – met ons ertussenin. We moeten de auto overmorgen afleveren bij Ring Knutstorp, een uitdagend circuitje op een uur ten noorden van Malmö. Buiten die bestemming is er geen vastomlijnd plan, maar met wat zoekwerk vooraf hebben we een paar spelden in de kaart geprikt waarmee mijn hunkering naar de States de komende twee dagen deels gesust moet kunnen worden. Aangekomen in Malmö zoeken we een plek om de Mustang en de Öresund-brug samen vast te leggen – nog niet zo makkelijk – en trappen we de trip officieel af met een cheeseburger bij de bitchin’ aangeklede Surf Shack in het oude centrum. In een restaurant eten: bij ons thuis kan het nog niet, hier wel, en we zijn het haast ontwend. Na afloop zetten we koers naar onze eerste, zorgvuldig geselecteerde slaapplaats met een Alabama-waardig van de tong rollende naam: Hanksville Farm.

Brave Nederlanders in een boze Mustang

De talloze motorfietsclub-patches aan de wand van de bar laten geen twijfel bestaan over het thema van deze B&B. De grijze, bolle klandizie ook niet. Enkele gasten komen naar buiten zodra ze de Mustang horen en krabben zich achter de manen wanneer ze ons braaf gekapte Hollandertjes zien uitstappen. De gastvrouw krimpt ineen als ik vraag of we de auto naast de knusse hutjes op het gras mogen parkeren voor een plaatje, maar ze is te vriendelijk om nee te zeggen. Morgenochtend misschien, als de grond droog is, en als we zorgen dat we niemand storen.
Na een stille nacht trek ik de gordijntjes open en zie ik de zonnestralen over het glooiende, kalme landschap knisperen. Een lieflijk plezier, maar daar kunnen we niet te veel van hebben: ik zet de Mustang donderend en stomend voor de veranda van een hopelijk onbezet huisje voor een korte fotosessie. Aan het ontbijt met huisgemaakte jam hebben we onze volgende bestemming snel bepaald: we rijden omhoog naar het kustplaatsje Mölle, waar het niet alleen schitterend schijnt te zijn, maar ook de nodige Americana te vinden valt. En is een roadtrip überhaupt compleet zonder een bezoek aan de zee?

Alles is dichtbij in de Ford Mustang Shelby GT500

Op de kaart lijkt alles heel ver, maar we zijn er zo – al kan 770 pk daar ook iets mee te maken hebben. In de haven van Mölle komt een oudere dame naar ons toe die de Mustang helemaal fantastisch vindt. Ze bezweert ons dat we echt even de berg op moeten rijden en het vergezicht moeten vastleggen. Ik volg haar instructies, maar in plaats van bij de beloofde vuurtoren komen we terecht op een golfbaan. Met een mooi uitzicht, dat wel. Sommige krachtige auto’s laten zich kennen bij langzame en langdradige manoeuvres. Ze worden heet, beginnen te hakkelen en stotteren, je merkt plots dat het eigenlijk lastige krengen zijn. Zo niet de Shelby: net zo makkelijk als hij van 50 naar 150 jakkert, laat hij zich op een helling straatjekeren. Met z’n spoilers en splitters is het oppassen voor stoeprandjes, maar verder is dit is een auto waar je prima dag in dag uit mee zou kunnen leven. Als je het brandstofverbruik even buiten beschouwing laat. Ja, het is flauw om daar bij een musclecar een punt van te maken, maar het probleem is: het gaat hier gepaard met een minuscule benzinetank. Een heikel punt aan de vorige generatie Mustang blijkt bij deze niet verholpen, want de GT500 kan zijn eigen dorst maar nauwelijks lessen. Ook als ik het rustig aan doe, mag ik blij zijn als we 300 kilometer ver komen – en dat is niet overdreven. Actieradiusangst is niet alleen iets voor EV’s.
In het dichtbijgelegen Höganäs ligt de Garage Bar. Dat klinkt meteen al geslaagd, maar als we er aankomen, blijkt het een grote orgie van sterren, strepen en roestig staal. Voor de deur staan een oude benzinepomp en een blinkende Airstream-trailer, de muren hangen vol verweerde vintage borden en bij het menu voel ik mijn hart op voorhand al gelukzalig badderen in cholesterol. Ik bestel een groot bord nachos met cheddar en pulled beef en een vuistdikke chocolademilkshake. In de hemel eet je goed.

‘Je hebt het Zweden van het elektrisch rijden, en je hebt dit Zweden’

Uitbuikend denken we na over onze volgende tussenstop en besluiten we de neus van de ’Stang te richten op Ljungby, landinwaarts, waar het wemelt van de meertjes en het groen. Onderweg komen ons enkele puntgave Amerikaanse klassiekers uit de fifties tegemoet – uiteraard wordt er gezwaaid – en spotten we de nodige pick-ups en vans. Ook verschuilen zich her en der verschillende oude en nieuwe Mustangs. Opvallend: hoe meer verlaten de weg, hoe vaker het asfalt wemelt van de dikke zwarte strepen. Je hebt het Zweden dat vooroploopt op het vlak van duurzaamheid en elektrisch rijden, en dan heb je dit Zweden.

De Shelby misstaat hier niet

Op deze brede, meanderende wegen tussen de naaldbomen waan ik me haast in Wyoming. Vlak voor Ljungby slaan we linksaf richting het grote meer van Bolmen, waar we wel even omheen denken te kunnen rijden. Maar de GPS-ontvangst van mijn telefoon wordt steeds armzaliger, en als we ergens aan de noordwestkant van het meer op een onverharde weg uitkomen, hebben we geen idee meer waar we naartoe moeten. De Mustang Shelby GT500 komt rechtstreeks uit het wagenpark van Ford in Dearborn en zijn navigatie kent alleen Noord-Amerika. Op goed geluk rijden we een stuk terug en slaan we willekeurige weggetjes in op zoek naar telefoonstreepjes en fotolocaties. Die laatste vinden we al snel – die eerste pas weer als we op de weg ten zuiden van het meer belanden, waar we vandaan kwamen. Het is hier prachtig, maar verwarrend. In Skeen doen we ons tegoed aan een mooie steak wanneer er een familie het restaurant binnenwandelt die ons eraan herinnert wat er gebeurt als je dit dieet langer dan een paar dagen volgt. Ze blijken te zijn gearriveerd in een zachtroze, volkomen gare, maar daardoor des te gavere Cadillac uit 1958. De Mustang is weliswaar verworden tot een luid gorgelend massagraf voor insecten, maar zijn glimmende nieuwheid en visuele kracht contrasteren prachtig met de vergane elegantie van de stokoude edele sedan. Twee uitersten, één cultuur – we zien de grote, bebaarde beer en zijn kroost breed grijnzen wanneer we de Shelby starten en vertrekken.

De Ford Mustang Shelby GT500 kan prima bochten pakken

De weg naar Hinneryd en Strömsnäsbruk is een regelrecht geschenk. Goed wegdek, bochtig, rustig: de GT500 verslindt ’m gulzig en strekt tevreden z’n benen. Het rijgedrag is in niets meer te vergelijken met vroeger. Deze generatie Mustang nam afscheid van de starre achteras en met de wilde aanpassingen van Shelby, van het instelbare onderstel tot de Brembo-remmen en de Pilot Sport 4S’en van 305 en 315 breed, is dit haast meer een supercar dan een musclecar. Maar dan wel een rauwe, smerige supercar die stampt in plaats van schrijdt en z’n cervelaat uit de knuist kauwt zonder de velletjes eraf te pellen.

Volledig in stijl

Een mooie afsluiter van de dag, deze weg, en een bonus naast de reden dat we hierheen zijn gereden: JA Ranch, ons verblijf voor vannacht en een plek waar de Star-Spangled Banner nog net niet over het terrein schalt. Of eigenlijk zou een Ennio Morricone-soundtrack passender zijn: alles is hier volledig in wild west-stijl ingericht. Het zand, het hout, de paarden, de koetsen, de aankleding tot in de puntjes. Het ruikt er naar ingevet leer, de gangen hangen vol lasso’s en geweren en de kamers hebben thema’s als Cowgirl, Mustang en Prison. Ik krijg de Longhorn toegewezen, met de immense spiesen van het grote Texaanse koeienras aan de muur, handgeklonken nagels in de planken en zelfs een klein longhornvormig deurklinkje aan de kledingkast.
Een verdieping lager houdt gastvrouw Linda haar paarden. ‘Er is gisteren een veulen geboren’, glundert ze wanneer haar man Daniel ons rondleidt. Ik vraag hen hoe dit verbijsterende oord tot stand kwam – zijn ze zulke toegewijde Amerikafans? ‘Niet echt, hoor. We hebben het overgenomen toen de vorige eigenaren halverwege de bouw zonder geld kwamen te zitten. We vonden het zo mooi gedaan dat we hun thema hebben voortgezet.’ Bescheiden woorden, maar wanneer Daniel speciaal voor ons de gesloten saloon even opengooit, met een totempaal en vergeelde wanted-posters van Jesse James, staat de trots op zijn gezicht te lezen. Ik vind het hier zo geweldig dat ik plechtig beloof nog eens terug te komen wanneer ik met m’n eigen oude sloep in de buurt ben.

Luide koude start

In de vroegte zeggen we hejdå en laat de Shelby de kippen uiteenstuiven. De uitlaat heeft een Quiet-modus, maar hij start altijd in Normal, een stand die bij andere auto’s waarschijnlijk al ‘ach laat ook maar’ zou heten. En dan kun je nog kiezen voor Sport en Track ook. Je zou zeggen dat een auto als deze het meest opvalt door z’n kleur of z’n spoilers, maar die zijn allemaal bijzaak – het geluid is allesomvattend. De Ford Mustang Shelby GT500 is één rollende klont golven en trillingen.
Met de JA Ranch in ons stof gaan we richting Ring Knutstorp, een ritje van anderhalf uur als je over de grote weg gaat – maar wij duiken binnendoor. Dit is ons afscheid van Zweden en de GT500, en het zonnetje schijnt, dus we willen elke kilometer maximaal benutten. Er zijn vandaag verrassend weinig mede-Amerikanen te spotten, maar de waardering voor de Ford Mustang Shelby GT500 komt van overal. Een jochie van een jaar of zes zet zijn fietsje stil en staat te kijken wanneer we bij een verlaten, dorps pompstationnetje de tank voor de zoveelste keer weer volgooien. ‘You have nice car’, weet hij uit te brengen. ‘You want to sit in it?’ vraag ik. Dat gaat z’n petje te boven. Hij fietst verder, maar staat 50 meter verderop te wachten tot we langsrijden. Uitlaat in de Track-stand, in z’n twee, gas. Hier gaat het toch allemaal om?

Bezwaard

Wellicht is je opgevallen dat er op deze foto’s geen bandenrook te zien is. Dat is ten eerste omdat mijn collega dat aspect van de Shelby laatst dus al uitvoerig wist uit te lichten. Ten tweede moet je niet sollen met de Zweedse politie, en als het hier echt op Amerika lijkt, kun je die uit de vreemdste hoeken en gaten verwachten. Ten derde word ik oud, denk ik. Ik voel me bezwaard om in deze rustieke omgeving de boel nog harder op te schrikken dan we met deze herriemachine toch al doen. Of misschien is dit wel het sluipende effect van de maatschappelijke groene beweging, die me langzaam tot paria conditioneert omdat ik van benzine en V8-motoren houd. Ben ik straks de roker die buiten in de regen moet staan? Ik wil het proces in ieder geval niet bespoedigen door in iemands gezicht te exhaleren.

De Ford Mustang Shelby GT500 is extreem capabel

Gelukkig biedt ons eindpunt verlossing. We hebben nog een klein halfuur voor we ons naar het vliegveld van Kopenhagen moeten spoeden, en de alleraardigste man van Ring Knutstorp zwaait ons de baan op. ‘TopGear? Leuk man! Wist je dat TG Nordic hier circuittests opnam? Ze gebruikten die loods daar als studio, het logo zit er nog op. Nou, rij maar even rond, pas op die ene bocht hier, en daarachter zijn ze het gras aan het maaien, dus doe daar even rustig aan. Veel plezier!’

‘De grip is groot en het vertrouwen groeit met elke bocht’

Ik jaag de supercharged 5.2 op tot z’n rode lijn bij 7.500 toeren en word meedogenloos meegesleurd. De Tremec-transmissie geeft hardhandige klappen, de uitlaten donderen, de banden kermen. Ford heeft hier iets extreem capabels neergezet. De grip en controle zijn groot en het vertrouwen groeit met elke bocht – het is een onwerkelijke gewaarwording. Had ons dit een paar jaar geleden gezegd over een Mustang met 770 pk en we hadden je uitgelachen. Je zou zelfs kunnen stellen dat als de Shelby GT500 één ding mist, het de in-your-face imperfectie is die z’n voorgangers juist zo hilarisch en legendarisch maakte. Ach, het is ook nooit goed of het deugt niet.
Dit land, deze gastvrijheid, deze auto. Een betere manier om na de lockdown weer de wereld in te worden geslingerd, valt nauwelijks te verzinnen. We laten de Mustang heet en tikkend achter en gaan huiswaarts, dronken van de indrukken en high van geluk. Als dit een laatste uitsmijter blijkt te zijn voor Ford zich volledig focust op elektrisch – dat duurt nog even, maar toch – dan hebben we ’m op een onvergetelijke manier beleefd. En voor wie Amerika ook zo mist: weet nu dat je er met een dagje rijden bijzonder dichtbij kunt komen.

Specificaties Ford Mustang Shelby GT500 (2021)


Motor
5.2 V8 supercharged
770 pk, 847 Nm
Aandrijving
achterwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 3,5 s
top 290 km/u
Verbruik
13,9 l/100 km
393 g/km CO2
Gewicht
1.897 kg
Prijzen
€ 60.000 (excl. belastingen)

Reacties

  • Maarten heeft op 21 september 2021 geschreven:

    Erg leuk dat je met die gave bak van steakhouse Skeen via weg 25 (afslag nöttja) richting Hinneryd (voorbij mijn huis) naar De JA Ranch bent gereden en je zo te spreken bent van de prachtige wegen. Nu snapt Zelfs een autoliefhebber waarom ik daar al jaren woon

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)