Dit is een splinternieuwe auto uit 1960. Het was, eventjes, de duurste nieuwe auto die je op deze planeet kon kopen. Weet je hoe er in elke tijdreisfilm wordt gewaarschuwd dat je geen spul uit het verleden moet meenemen naar de toekomst, omdat het chaos en verwarring zal zaaien? Nou, dit is een voorbeeld uit het echte leven. Het verhaal van de Aston Martin DB4 GT Zagato Continuation is nogal ingewikkeld, maar de moeite van het vertellen waard. De DB4 GT Zagato is het tweede ‘Continuation’-model van Aston Martin Works, de wat geheimzinnige afdeling waar ze geobsedeerd zijn door het erfgoed van het merk. Ze zijn er druk bezig de goede oude tijd weer tot leven te wekken door middel van handgeklopt metaal en dozen vol rijke nostalgie. Hun eerste serie DB4 GT’s, à raison van 1,1 miljoen Britse ponden per stuk, was in een vloek en een zucht verkocht. Er zit een addertje onder het gras. Om één van de negentien rondere, krachtiger Zagato’s te mogen kopen, zit je aan een koppelverkoop vast. Hij wordt niet los verkocht: je moet ook een nieuwe, modeljaar-nu DBS Zagato bestellen. Ja, heel naar, ja. Dit zijn geen first-world problems, dit zijn problemen uit een geheel ander universum.

De duurste nieuwe auto

Voor zo’n gezellig setje Zagato’s ben je zo’n 6,7 miljoen euro kwijt. En dan moet de fiscus nog langskomen. Paul Spires, de baas van Aston Martin Works en het meesterbrein achter de goudmijn die ‘zullen we het nog een keertje overdoen’ heet, wil geen exacte cijfers geven. Wel geeft hij toe dat het de DB4 en niet de moderne DBS is die het leeuwendeel van dat bedrag voor zijn rekening neemt. Denk zo’n 4,5 miljoen. Ongeveer. Er zijn er al achttien verkocht, en op de dag dat wij op Silverstone wat mochten klieren met dit rode pre-productie-exemplaar, werd er een Amerikaanse klant ingevlogen om hetzelfde te doen. Het team van Aston was ervan overtuigd dat hij overstag zou gaan. Op de dag dat we hem reden, was deze DB4 Zagato, al was het maar eventjes, de duurste nieuwe auto die je kon kopen. We worden nog weleens zwetend wakker, midden in de nacht, omdat we droomden over de verzekeringspremies. Nou boeit dit soort futiliteiten de eigenaars van dit soort apparaten waarschijnlijk helemaal niet, maar ze willen wel waar voor hun geld. Aston Martin Works was zich er maar al te bewust van dat simpelweg een beetje kwijlend staren naar de knokkelknagend fraaie carrosserie ook voor hen niet genoeg van het goede zou zijn. En dus werd ook de motor aangepakt.

De Aston Martin DB4 GT Zagato kreeg een liter erbij

De originele DB Zagato moest het doen met een 3,7-liter zes-in-lijn. De nieuwe heeft een 4,7 liter groot monster. Zodat het team niet een oud blok hoefde te slopen om te kijken hoe ze dat toen deden, hebben ze een motor uit 1960 in een enorm röntgenapparaat laten scannen. Toen die zijn geheimen had prijsgegeven, hebben de Works-mannen de balans, koeling en zelfs de stijfheid van het nieuwe blok met behulp van moderne aluminiumtechnologie verbeterd. De auto loopt nu stationair én op toeren rustiger, zonder het karakter en de respons van het origineel geweld aan te doen. Daarnaast is omwille van het gewicht uitgebreid magnesium toegepast. De motor zou probleemloos 5.000 kilometer onder raceomstandigheden moeten kunnen afleggen, en in plaats van de toenmalige 304 pk, heeft ie er nu 406. Dus hij gaat als een malle. De door Zagato geschetste huid, die met de hand in zijn vorm is gehamerd en gerold en daarna een kruisverhoor heeft moeten doorstaan om eventuele imperfecties op te biechten, is 1,2 millimeter dik. Toen Aston deze auto meenam naar het Goodwood Festival of Speed in 2019, kwam ie terug met negentien kleine deukjes in zijn frêle carrosserie. Dat kwam doordat mensen ertegenaan hadden geleund. Onthoud: kijken, niet aanraken. Geen selfie is zo belangrijk.

‘Gemaakt om klappen te krijgen’

Omdat hij geen typegoedkeuring heeft, mag je met de DB4 GT Zagato niet de gewone weg op. Op je privé-eiland wel, of als je de politie hebt opgekocht. Maar in de gewone wereld is dit dus in feite een auto die miljonairs alleen kunnen gebruiken op historische circuitdagen. Van die momenten waarop ze hun oldtimer (uit angst dat ie kapot gaat, of uit schaamte omdat ze ermee boenderen) niet willen misbruiken. Works-baas Paul benadrukt dat dit, het enorme houten stuurwiel en de delicate versnellingspook ten spijt, echt een raceauto is. ‘Hij is gemaakt om klappen te krijgen. Dus ram die koppeling naar beneden als je gaat terugschakelen, beuk de pook erin [het is een handmatige vierbak met zo’n mooie autosport-huil] en geef die remmen op hun lazer. Ga je leuk vinden!’ De deur gaat dicht met een hol klinkende klap. Draai het kleine sleuteltje om, geef een klein beetje gas om die grote zes-in-lijn wakker te maken. Laat de verrassend lichte koppeling opkomen en verbaas je, als de Zagato vlotjes wegzoeft, over hoe weinig aanstellerij erbij zit. Geen gebok, gehort of gestoot, niks van dat alles. Het is dat gewicht – 1.200 kilo en dik 400 pk, en dat met die korte versnellingen. Hij wil er gewoon vandoor.

Ontnuchterend

Je hoeft maar één blik te werpen op de mountainbike-achtige banden om te weten dat ie de grip heeft van een enthousiaste labrador op een laminaatvloer. Zelfs met die zware motor die de voorbanden in het wegdek duwt, treedt er een behoorlijke bak onderstuur op als je de Zagato een bocht in gooit. Ga te vroeg op het gas en de zachte, wollige ophanging gaat meedoen. De neus wordt omhoog geduwd als het paard uit het logo van een heel ander merk. Af en toe lijkt hij zelfs tot een heuse wheelie in staat. Maar de praktijk is gelukkig veel minder weerbarstig dan dit klinkt – zoals je weet als je weleens hebt gezien hoe dit soort veteranen over Goodwood kan fladderen tijdens de Revival. (Nooit gezien? Gouden YouTube-kijktip!) Richt het stuur op waar je de ronde neus zo’n beetje naartoe wilt laten gaan. Gebruik dan voorzichtig het gaspedaal als een soort roer om de achterkant te laten uitbreken. We steken zowaar iets van hem op vandaag, iets ontnuchterends. Je hebt voor dit soort circuitfeestjes helemaal geen torque-vectoring nodig, geen adaptieve ophanging, kleefrubber of tractiecontrole met elf standen. Balans, dát is wat je moet hebben. Pure balans.

Het draait om plezier

Wat zo anders (en zo verslavend) is aan zo’n moderne herbouw, is dat je alle hoogtepunten van de klassiekerbeleving krijgt – het rijke baritongeluid, het Fingerspitzengefühl, de geuren en dergelijke – zonder dat je bang hoeft te zijn dat elk moment een bejaard onderdeel van de ophanging of motor de geest kan geven. We reden ooit eens met een Jaguar D-type op hun testterrein toen op het rechte stuk, bij dik 190 km/u, de koelslang zich opeens van de motor besloot te scheiden. De auto veranderde onmiddellijk in ’s werelds fraaiste fluitketel, en dat was het dan. Deze Zagato was daarentegen de hele dag feilloos. En de dag daarvoor, en de dag daarna. Er oververhitte niks, niks schoot los of begaf het. En het is zo’n intense, fysieke ervaring daarbinnen, dat het zomaar zou kunnen dat dit de enige klassieke sportauto is met een beter uithoudingsvermogen dan zijn eigenaar. Of je er nou alleen naar kijkt, hem langs ziet komen met zijn berijder vechtend achter het stuur, of hem zelf rijdt, grijnzend en gutsend van het zweet; plezier is de voornaamste bestaansreden van de DB4 GT Zagato. Verkoop dat moderne DBS Zagato-ding – je hebt ze niet allebei nodig. Dit is de machine die je wilt voor je droomgarage. En zo verwarrend als zijn oorsprong misschien mag zijn: de Aston Martin DB4 GT Zagato is elke euro van zijn krankjoreme prijs volkomen waard.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)