Ben je gek op het digitaal neermaaien van vrienden en vijanden, heb je op de console volop keuze. Zit er niets bij, dan wacht je een maandje op de nieuwe vangst. Bij racegames is dat anders – daar komt zo heel nu en dan een middelmatig spel uit, wat je even speelt en daarna weer met een hangend hoofd terugkeert naar Gran Turismo Sport. Daarom waren ze zo blij met de aankondiging van Grid.

Grid is een oude bekende en het eerste deel kwam in 2008 naar vrijwel alle platformen. Het was toen een van de vermakelijkste racegames van het moment. Spektakel speelde een grote rol en het was een van de eerste games waar je kon terugspoelen als het mis ging. Zag je een mogelijkheid voor een mooie crash, dan pakte je die om vervolgens de boel terug te spoelen en zonder kleerscheuren de race uit te rijden. Zelfs de menu’s waren tof, met grote zwevende letters in een pitbox.

Terug naar 2019 – Grid is er nu voor de Playstation 4, Xbox One en PC. De speler van het eerste uur zal een hoop circuits herkennen uit het eerste deel, deze werden opgepoetst en in het nieuwste deel gezet. En waarom ook niet? Echte circuits veranderen ook zelden. Het aanbod is een mix van bestaande circuits en banen die de makers zelf bedachten. Vooral de heuvelklim-circuits door de Japanse bergen zijn erg tof gedaan. Het aanbod is gevarieerd, alleen hadden we graag iets meer circuits gezien. De herhaling komt er al snel in.

Grafisch niet heel mooi

We wisten al dat zo hier en daar een circuit of een auto uit het eerste deel zou terugkomen, maar we wisten niet dat dezelfde graphics opnieuw gebruikt zouden worden. Op de normale PlayStation 4 oogt het spel bijzonder onscherp. Alsof het spel in 720p wordt gepresenteerd en uitgerekt. Een visueel pareltje is het in ieder geval niet, wat jammer is. Want de circuits zijn mooi ontworpen en komen niet altijd tot hun recht. En als we een klein beetje mogen zeveren, dan hadden we graag de menu’s uit het eerste deel gezien.

Maar nog belangrijker: hoe rijdt het? Grid is nooit een volbloed simulator geweest, maar een arcade-racer, die toegankelijk en speelbaar is voor iedereen. Je rijdt dan wel in bestaande modellen, maar de natuurwetten zijn niet volledig aanwezig. Dat betekent lichtjes remmen, lekker slippen en vooral veel duwen en trekken met andere auto’s. Het stuurgedrag van de racers voelt wat licht en lijkt een beetje te zweven over het asfalt, waardoor het gevoel wat ontbreekt. Een kwaal waar meer arcaderacers mee kampen.

Vermakelijk rijgedrag

De auto’s zijn daarentegen wel goed te besturen en het neemt niets weg van de vermakelijkheid. Je kunt kiezen uit een aantal toffe raceklassen, zoals WTCR, de klassieke toerwagens, Formule E of bijvoorbeeld Time Attack. Zet de tegenstanders direct maar op moeilijkheidsniveau ‘Hard’ en de pret kan beginnen. De digitale tegenstanders rijden dynamisch en zullen je blokkeren als je wilt inhalen. Je rijdt spiegel aan spiegel en zeker als je online een of meerdere vrienden mee laat rijden, zul je een hoop plezier aan het betere ellebogenwerk beleven.

De auto’s zijn bovendien zeer onderscheidend qua motorkarakter en geluid. Bij een Time Attack-Lancer Evo wacht je tot het turbogat oplost en zodra de boost erin komt, voel je de koppel en sprint je ervandoor. De bulderende V8 in de klassieke musclecars zijn veel meer lineair en vereisen een andere manier van rijden. Het spel valt zowel met de controller als een racestuur goed te spelen, al is een instelling voor de force feedback soms wat lastig te vinden.

Over toegankelijkheid gesproken, Grid strooit met complimentjes. Zelfs voor schakelen krijg je punten. Twee keer schakelen? Gear Shift Combo! Het maakt het wel wat kinderachtig allemaal. Alsof de doelgroep een stel millennials is die overal bevestiging voor nodig heeft om niet in een neerwaartse spiraal te geraken. Kleine dingen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)