Wat je op deze foto’s ziet, zijn een BMW M3 GTS en een Mercedes-Benz C 63 AMG Coupé Black Edition. Beide zijn het kleine, tweedeurs, Duitse sedans. Beide zijn opgefokt zoals tot nog toe alleen de rockband Spinal Tap zich wist op te fokken. Beide zijn stijver gemaakt en verlaagd. Beide maken flink kabaal. Beide kosten meer dan anderhalve euroton. Beide zijn bloedsnel. Beide hebben bliksemsnelle zevenbakken. En beide zijn ze helemaal geniaal. Je zou dus kunnen denken dat ze erg op elkaar lijken. En dat doen ze, op dezelfde manier dat een Chinese bezorgservice precies lijkt op een Indiase rotirondbrenger. Ze komen allebei uit Azië. Ze komen allebei op de brommer. En ze kunnen allebei later op de avond voor maagkrampen zorgen. En toch zijn ze volstrekt verschillend. Hier moet ik even melden dat ik belanghebbende ben in deze vergelijking. Op het moment van schrijven ben ik namelijk de eigenaar van een CLK Black, en ik vind ‘m geweldig. Hij krenkt zowel je oren als je ogen, en hij is serieus en gestoord in exact dezelfde mate. Daar houd ik van. Maar behalve dat ie zo geweldig is, heeft ie ook wat makkes. Hij zuipt. Z’n stereo is verschrikkelijk. Volgas is alleen een theoretische mogelijkheid, en z’n beroerde comfort is de eventuele voordelen die ie op een circuit zou bieden simpelweg niet waard. In feite heeft ie zoveel nadelen dat ik er de afgelopen maanden over na heb gedacht om ‘m in te ruilen voor een M3. Dus ik hink op twee gedachten, en dat komt in dit geval nou eens goed uit. Laat me beginnen met de BMW. Onder z’n vermomming blijkt ie helemaal geen M3 te zijn. De besturing is anders afgesteld, de ophanging is anders, de uitlaat is anders. Het interieur is ook anders. In plaats van een achterbank heeft ie een steigertje achterin, en in plaats van glas, zijn de ramen gemaakt van perspex. En dan de motor. Dat is een 4,4-liter V8 – bijna een halve liter meer dan de normale M3 – en dat betekent veel vermogen, veel koppel, en veel snelheid. Van nul naar 100 rijd je volgens BMW in 4,4 seconden. En z’n top moet 306 km/u zijn. Op dat moment zul je je afvragen waar de Mercedes is gebleven. Het recept om een gewone AMG C-klasse om te bouwen tot een Black Edition lijkt op het recept van BMW. Minder gewicht. Een harder onderstel. Minder stoelen. En meer vermogen. Maar dan nog eens wat. De standaardversie C 63 AMG heeft zo’n 480 pk – zo’n 30 meer dan BMW uit de GTS weet te peuren (die weer 30 pk meer heeft dan een standaard M3). De Black heeft er dik 517. Op het Ascari-circuit in zuid-Spanje is een standaard M3 vijf seconden per ronde sneller dan een standaard AMG C63. Maar ik denk dat als je met deze twee auto’s zou racen, dat precies andersom zou zijn. De Mercedes gaat echt als een gek.

‘Velen denken dat de GTS een soort opgewarmde M3 is, uit dezelfde mal als de gouwe ouwe CSL. Maar de GTS is zoveel meer dan dat’

Maar laat je niet afleiden door getallen of specificaties. Ja, de AMG Black mag breder zijn, hij mag koolstofvezel vleugeltjes hebben, hij mag een ophanging met instelbare dempers hebben, hij mag lichtgewicht zuigers hebben, en een differentieel uit de zware industrie, en koolstof-keramische remschijven en een miljoen andere racedingen, maar, net als z’n voorganger, is ie toch niet echt een auto voor op het circuit. Na vier rondjes op het TopGear-circuit met de tractiecontrole uit zijn de achterbanden niet zomaar een beetje afgesleten, nee, je kijkt dwars door het rubber en het canvas heen zo op metaal van de band. Vier rondjes. Dat is niet meer dan een kilometer of tien, en de zogenaamde racebanden van honderden euro’s, per stuk, zijn verdwenen in een wolk van rook en een muur van geluid. Dan is de BMW toch anders. Natuurlijk kun je ‘m laten uitbreken en ‘m rijden als een dolle, maar de GTS is vooral ook in staat om normaal te doen. Hij voelt heel precies aan in alles wat ie doet. Hoe ie rijdt, hoe ie draait. En hoe ie stopt, vooral. Z’n remmen – en dat geldt voor veel meer BMW’s – zijn simpelweg fantastisch. Zelfs het geluid van de motor lijkt dat van een net gestemd muziekinstrument te zijn. Waar de Mercedes blaft en brult en rook blaast, klinkt de BMW alsof ie zich concentreert op z’n werk. En de klik bij het terugschakelen is zo mooi en zo technisch dat je vaker terugschakelt dan strikt noodzakelijk is, niet omdat je wilt versnellen of afremmen, maar omdat je die auditieve versnapering nog eens wilt genieten. Ik heb dan de besturing nog niet genoemd. Man, die is goed. Hij is zwaarder dan die in de standaard auto, en heeft een fenomenale precisie en accuraatheid die ik me niet kan herinneren uit een andere auto – geen enkele auto. Ooit. Velen denken dat de GTS een soort opgewarmde M3 is, uit dezelfde mal als de gouwe ouwe CSL. Maar de GTS is zoveel meer dan dat. Die grote duffe Mercedes weet altijd nog meer vermogen tevoorschijn te toveren, maar in de bochten is de GTS gewoonweg beter. Hij is subliem, die auto. Hypnotiserend. Als ik deze twee auto’s zou moeten vergelijken met dieren zou de BMW een kat zijn. Cool. Klinisch. Scherp. Listig. De Mercedes zou een nijlpaard zijn. Geheel en totaal van het padje, met een staart die in de rondte zwaait wanneer ie kakt. Dus als je tussen deze auto’s gaat kiezen op basis van hun prestaties op het circuit, dan is het duidelijk dat je de BMW moet hebben. Maar – en dit is belangrijk – als je een auto wilt voor op het circuit, waarom koop je dan een verbouwde sedan die altijd lastiger en zwaarder op die baan zal zijn dan, zeg, een Caterham of een BAC Mono? Dat brengt me bij het volgende probleem. Dat van de BMW-verkopers die de vijftig aanstaande M3 GTS-klanten gaan vertellen dat de BMW heel serieus in z’n opvattingen is, en dat daarom alle luxe die ie ooit had, is gesneuveld om ‘m dus zo ontzettend serieus te maken. Niet alleen de achterbank is verdwenen, maar ook de opbergvakken in de deuren, de airconditioning, de navigatie en de stereo. Natuurlijk kun je die er allemaal weer op en in en aan laten zetten, gratis zelfs, maar de auto waarin ik reed, deed wel erg Spartaans aan. En zonder navigatie vind ik het moeilijk mezelf op het rijden te concentreren, omdat ik dan altijd denk dat ik op de verkeerde weg zit, de verkeerde weg op weg naar het verkeerde dorp.

‘De Mercedes is een auto als een stripfiguur, een machine die is ontworpen, gemaakt en gebouwd met maar één doel: je te laten lachen’

Dat is precies waar de Mercedes scoort. Die is namelijk niet ontworpen om alleen maar dodelijk serieus te zijn; daar zit gewoon nog steeds alles in wat je ook in een normale auto zou vinden. Je krijgt zelfs normale veiligheidsgordels, in plaats van de geslachtsdeel-verstikkende vijfpunts harnassen die in de BMW worden geleverd. Ja, de Mercedes rijdt onpeilbaar – waar de BMW behoorlijk voorspelbaar is – maar de andere problemen die mijn CLK teisteren (de benzinetank met het formaat van een Zippo-aansteker, de gordelclips in de stoelzittingen zelf, enzovoort) zijn opgelost in de nieuwe versie. Je zou de Mercedes echt gewoon elke dag kunnen gebruiken, maar als je dat van plan bent, moet ik je wel even waarschuwen. Komt ie. Geef nooit vol gas tenzij het a) kurkdroog is, en b) je al 150 km/u rijdt. Anders zal je verongelukken. Je zou deze auto moeten beschouwen als een duur horloge. Een kilometer onder water loopt ie nog steeds. Maar als jij op die diepte zelf zou willen bekijken of dat ook echt klopt, eindig je als een kleine, heel zware walnoot. Als je maar onthoudt dat de Black nogal wat vermogen heeft – en vooral veel koppel – en als je dat nou maar niet gebruikt, dan kun je in de Black heerlijk toeren, radiootje aan, en de vrouw in het navigatiesysteem stuurt je de goede kant op. En dan ben je een stuk gelukkiger dan je ooit in de GTS zult kunnen zijn. En het wordt nog erger voor de oranjekleurige droommachine van BMW, want de achterspoiler, het koolstof dak en die domme gordels geven andere automobilisten het idee dat jij autorijden als een hobby beschouwt. En mensen met hobby’s, dat weten we allemaal, zijn erg verdacht. Veel mensen met hobby’s zijn namelijk moordenaars. De Mercedes met z’n uitstulpende wielkasten ziet er dom en flamboyant uit. Het is een auto als een stripfiguur, een machine die is ontworpen, gemaakt en gebouwd met maar één doel: je te laten lachen. Zoals ik al opmerkte aan het begin van dit artikel: deze auto’s zijn erg verschillend. De BMW is meer als de McLaren MP4-12C. Hij is tot fantastische dingen in staat, maar hij is wel een beetje klinisch. Hij is een technisch hoogstandje van een bedrijf dat begrijpt hoe je een snelle auto ontwerpt en uitbalanceert. Je kunt zelfs al z’n pk’s gebruiken, en laat er dus niet, zoals bij de Mercedes, een stuk of honderd zomaar, ongebruikt onder de kap. Hij is briljant. Toch zou ik voor de Mercedes kiezen. Vooral omdat ie beter is voor alledaags gebruik, maar zeker ook omdat ik, als ik mag kiezen waarmee ik vanmiddag zou mogen schieten, ik altijd zou gaan voor een enorm, lawaaiig .50-kaliber machinegeweer in plaats van een efficiënt scherpschuttersgeweer. En er is nog een reden. De standaard BMW M3 is al zo briljant dat het me een beetje suf lijkt om meer dan het dubbele te betalen voor een auto die, hoe je het ook wendt of keert, niet twee keer zo goed is. Dat ligt bij de Mercedes een beetje anders. De standaard C 63 is niet erg opvallend, en dat maakt het het dus wel waard om veel extra te betalen voor de Black. Dus.

Reacties