Misschien waren we jong en snel onder de indruk, maar naar ons idee was de eerste Grid van vijftien jaar geleden destijds het beste spel ooit. Het zag er fantastisch uit en de crashes waren spectaculair. En er was een terugspoel-functie, waardoor je die heerlijke crash gewoon nog een keertje kon doen. En er was een driftmodus, was best ongewoon was in die tijd. Sinds het eerste deel lijkt de reeks zijn mojo iets te zijn kwijtgeraakt. Vindt Grid Legends hem weer terug?
Grid Legends moet het Drive to Survive onder de racegames zijn. Tussen de races door krijg je filmpjes met echte acteurs te zien – die je zo nu en dan zelfs kunt betrappen op een The Office-achtige blik naar de camera. Daar winnen ze pluspunten mee bij Codemasters, maar we moeten heel eerlijk bekennen dat we niet werden meegesleurd in de verhaallijn of zwaar emotioneel betrokken raakten bij de hoofdrolspelers. Allemaal niet zo’n punt, want we zijn hier om te racen.
Dat de makers de nadruk op drama willen leggen, merk je bijvoorbeeld aan de muziek tijdens de races. De spannende muziek overstemt alles, inclusief het motorgeluid, wat vrij vervelend is als je zelf schakelt. De automaatstand is trouwens een afrader, want die schakelt uit een bocht pas terug als je op het gas gaat. Dat kost gewoon tijd. De oplossing is om in de instellingen de muziek (die toch niet zo inspirerend is) omlaag te draaien.
Hoe is het weggedrag in Grid Legends?
Het rijden zelf dan. We begonnen met een controller in de vingers en de camerapositie achter de auto, zoals we dat gewend zijn bij een arcaderacer. Qua weggedrag weet het spel niet gelijk te overtuigen. De auto beweegt wat onnatuurlijk en bijna bij elke bocht glijdt de auto iets, waardoor je tempo kwijtraakt.
Het lijkt soms wel alsof het draaipunt van de auto te ver naar achteren ligt, alsof hij stuurt zoals je neefje van vijf met zijn Matchbox-autootjes speelt. Zeker de eerste meters in het spel voelt het allemaal wat onwennig aan. Daarbij is het spel zelfs in de moeilijkheidsgraad ‘hard’ tamelijk eenvoudig.
Overigens moet je weten dat Grid Legends niet bedoeld is als simracer. Zo arcade als Mario Kart of Burnout is het ook weer niet, maar dat de game niet helemaal realistisch is, kun je de makers ook niet kwalijk nemen. Wel mist de wegligging net de sweet spot, zoals arcaderacer Forza Horizon hem wel weet te raken.
Een slechte eerste indruk, maar hou vol
Het kwartje viel bij ons pas echt toen we de camera op de neus van de auto zetten en het racestuurtje aansloten op de PlayStation. Toen we ons in een Renault Laguna BTCC over een kletsnat Mount Panorama heuvelopwaarts door de roedel tegenstanders omhoog knokten, begonnen we te begrijpen waar de makers op doelden. Terwijl je de ene tegenstander inhaalt en de andere spinnende voorligger ontwijkt, voel je je een held.
Wat je aan overzicht kwijtraakt door de camera in first person te zetten, win je aan spektakel en betrokkenheid. Zet bovendien gelijk de moeilijkheidsgraad maar op ‘expert’. Zelfs als je door de wegligging niet de beste lijnen pakt, kun je een hoop goedmaken met wat ellebogenwerk. Jezelf door de crashende meute naar voren worstelen geeft toch wel een goed gevoel van voldoening.
Leuke circuits
Bovendien zitten er genoeg toffe circuits in Grid Legends. Niet alleen de bekende locaties zoals Suzuka of Barcelona zitten in het spel, maar ook kun je je Bullitt wanen terwijl je in een Mustang over de heuvels van San Francisco springt. Het ziet er bovendien qua graphics allemaal prima uit, zeker in de regen.
Dus: heeft Grid Legends zijn mojo terug?
Grid Legends is misschien niet een directe klassieker zoals het eerste deel, maar de makers hebben hun best gedaan er een onderscheidende game van te maken. Simracers zullen niet gecharmeerd zijn van de wegligging, maar de wat meer casual gamer zal er na wat gewenning prima mee overweg kunnen. Het is echt wel een vermakelijke game, zeker voor wie bijvoorbeeld NFS niet prettig vindt spelen, maar een simracer net even wat te serieus vindt. De grote vraag is alleen: wacht je niet liever een weekje of twee op de nieuwe Gran Turismo?
Reacties